ECLI:NL:GHAMS:2024:2749

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
200.335.617/01 0K
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het onderzoeksbudget in een enqueteverzoek inzake VFA Clean Air Solutions B.V.

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, wordt het verzoek tot vaststelling van het nader onderzoeksbudget in het kader van een enqueteverzoek behandeld. De zaak betreft VFA Clean Air Solutions B.V., die als verzoekster optreedt tegen ENVINITY-VFA B.V. en andere belanghebbenden. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van ENVINITY-VFA over de periode vanaf 12 juni 2020. Dit onderzoek is in fases uitgevoerd, waarbij de kosten voor rekening van ENVINITY-VFA komen, en Clean Air deze kosten zal voorschieten.

In de beschikking van 4 september 2024 wordt het bedrag dat het nader onderzoek mag kosten vastgesteld op € 30.500, exclusief btw. De Ondernemingskamer overweegt dat de begroting van de onderzoeker, die de kosten heeft geraamd op € 25.500 plus reis- en verblijfkosten, niet onredelijk is. De Ondernemingskamer wijst erop dat de onderzoeker vrij is in de uitvoering van haar taken en dat partijen suggesties kunnen doen, maar dat de keuze van de onderzoeker om geen externe deskundige in te schakelen binnen haar vrijheid valt.

De beschikking is openbaar uitgesproken op 4 september 2024 door de voorzitter en raadsheren van de Ondernemingskamer, en de griffier heeft de beschikking vastgelegd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en de rol van de Ondernemingskamer in het toezicht op de uitvoering van het onderzoek.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.335.617/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 september 2024
inzake
VFA CLEAN AIR SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Etten-Leur,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.H.G. Plieger, kantoorhoudende te Nieuwegein,
t e g e n
ENVINITY-VFA B.V.,
gevestigd te Schiedam,
VERWEERSTER,
e n t e g e n

1.GREENVIRONMENTAL INDUSTRIES B.V.,

gevestigd te Huisduinen,
2.
[belanghebbende 2],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. B.J. Mekkelholt, kantoorhoudende te Den Helder,
e n t e g e n

3.ENVINITY GROUP B.V.,

gevestigd te Den Helder,
4.
[belanhebbende 4],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. B.J. Mekkelholt, kantoorhoudende te Den Helder.
Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als Clean Air;
  • verweerster als En-VFA;
  • belanghebbende sub 1 als Greenvironmental;
  • belanghebbende sub 2 als [belanghebbende 2] ;
  • belanghebbende sub 3 als Envig;
  • belanghebbende sub 4 als [belanhebbende 4] ;
  • belanghebbenden gezamenlijk als Greenvironmental c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.311.259/01 OK (eerste fase) verwijst de Ondernemingskamer naar haar twee beschikkingen van 24 november 2022 en haar beschikkingen van 1 februari 2023, 9 juni 2023 en 20 oktober 2023. Voor het verloop van het geding in de tweede fase verwijst de Ondernemingskamer naar haar (tweede fase) beschikking van 11 juli 2024.
1.2
Bij beschikkingen van 24 november 2022 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van En-VFA over de periode vanaf 12 juni 2020 en mr. drs. E.A. Marseille RA benoemd als onderzoeker (hierna: de onderzoeker), bepaald dat de kosten van het onderzoek voor rekening komen van En-VFA en dat Clean Air, die zich daartoe bereid had verklaard, deze kosten zal voorschieten.
1.3
Bij beschikking van 1 februari 2023 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 18.500 exclusief btw.
1.4
Bij beschikking van 9 juni 2023 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker Envig aangemerkt als met En-VFA nauw verbonden rechtspersoon in de zin van artikel 2:351 lid 2 BW en de onderzoeker gemachtigd tot raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van Envig, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 24.750 exclusief btw, en bepaald dat Clean Air ook deze kosten zal dienen voor te schieten.
1.5
Bij (tweede fase) beschikking van 11 juli 2024 heeft de Ondernemingskamer een nader onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van En-VFA bevolen over de periode vanaf 12 juni 2020 en bepaald dat ook de kosten van het nader onderzoek voor rekening komen van En-VFA en dat Clean Air deze kosten zal moeten voorschieten. Daarnaast heeft de Ondernemingskamer, bij wijze van onmiddellijke voorziening, Greenvironmental als bestuurder van En-VFA geschorst.
1.6
De onderzoeker heeft bij e-mail van 12 augustus 2024 een nader plan van aanpak met begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer gezonden. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft dit bij e-mail van 14 augustus 2024 doorgezonden naar (de advocaten van) partijen en hen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten.
1.7
Op 26 en 27 augustus 2024 heeft de Ondernemingskamer de reacties van partijen ontvangen. Mr. Plieger heeft daarbij namens Clean Air meegedeeld geen op- of aanmerkingen te hebben op het plan van aanpak en de begroting van de kosten van het nader onderzoek.
Mr. Mekkelholt heeft namens Greenvironmental c.s. aangevoerd dat het onderzoek ook betrekking zou moeten hebben op de inhoud van de tussen partijen gesloten
Non Disclosure Agreement(NDA) en mogelijk concurrerend handelen van Clean Air. Verder zou de onderzoeker in het kader van het te verrichten onderzoek een externe deskundige moeten inschakelen ter beantwoording van de vraag of de door Envig aan Coastal Blooms geleverde luchtfilters zijn te beschouwen als een “verbeterde versie” van de door En-VFA aan Coastal Blooms geleverde luchtfilters. Tot slot menen Greenvironmental c.s. dat de begroting van de onderzoeker te laag is voor de te verrichten werkzaamheden en zouden daarin ook de kosten van een externe deskundige moeten worden meegenomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Met betrekking tot de onderwerpen waarop het onderzoek betrekking zou moeten hebben overweegt de Ondernemingskamer als volgt. De reikwijdte van het onderzoek wordt bepaald door het dictum van de beschikking waarin het onderzoek is gelast, gelezen in samenhang met de overwegingen waarop die beslissing berust. Daarbij vormen de gegrond bevonden redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de vennootschap een belangrijk richtpunt. In dit stadium van de procedure ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding de onderwerpen van het onderzoek zoals die blijken uit de beschikkingen van 24 november 2022 en 11 juli 2024 nog verder uit te breiden.
2.2
Uitgangspunt is verder dat de onderzoeker vrij is in de uitvoering van haar taken en het onderzoek naar eigen inzicht kan inrichten, waarbij geldt dat de onderzoeker zich moet richten naar hetgeen in de gegeven omstandigheden van een bekwaam en redelijk handelend onderzoeker mag worden verwacht. Indien partijen suggesties hebben ten aanzien van de uitvoering van het onderzoek, kunnen zij zich tot de onderzoeker wenden. Zoals blijkt uit hun reactie op de begroting van de onderzoeker, hebben Greenvironmental c.s. van die mogelijkheid gebruik gemaakt nadat zij van de onderzoeker het concept nadere plan van aanpak hadden ontvangen. De keuze van de onderzoeker vooralsnog geen externe deskundige in te schakelen, valt ruimschoots binnen de haar toekomende vrijheid het onderzoek naar eigen inzicht in te richten.
2.3
Voor wat betreft de begroting van de kosten van het nadere onderzoek heeft de onderzoeker het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen geraamd en opgave gedaan van het te hanteren tarief (€ 250, exclusief btw). De onderzoeker begroot de kosten van het nadere onderzoek op € 25.500 (exclusief btw). Daarbij verwacht de onderzoeker reis- en verblijfkosten voor werkzaamheden in de Verenigde Staten; deze worden geschat op € 5.000 inclusief reisuren (exclusief btw). Dit brengt de begroting van het onderzoek totaal op € 30.500 (exclusief btw). Voor nog onvoorziene nadere kosten zal de onderzoeker zo nodig een verhoging van het budget aanvragen.
2.4
De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. Bij deze stand van zaken ziet de Ondernemingskamer in de stellingen van Greenvironmental c.s. geen aanleiding van de door de onderzoeker begrote kosten af te wijken. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het nader onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 30.500 (exclusief btw).

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het nader onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 30.500 (exclusief btw);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. M.A.M. Vaessen en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en mr. drs. F. Marring RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. J.K.G. Meijer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2024.