ECLI:NL:GHAMS:2024:2742

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
200.337.914/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] tegen [B] en belanghebbenden [C] en [D]

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2024 een herstelbeschikking gegeven in het kader van een eerder gedane beschikking van 29 april 2024. De verzoekster, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A], heeft een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B] en verschillende belanghebbenden, waaronder [C] en [D]. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er kennelijke fouten waren in de eerdere beschikking, met name de vermelding van 'WHO-verzoek' in plaats van 'WHOA-verzoek' en de verkeerde vermelding van de raad prof. dr. mr. S. ten Have in plaats van prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen. Deze fouten zijn door de Ondernemingskamer erkend en er is besloten om deze te verbeteren. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun mening over deze verbeteringen te geven, maar niemand heeft bezwaar gemaakt. De Ondernemingskamer heeft vervolgens de beschikking verbeterd en de juiste namen en termen opgenomen. De verbeteringen zijn op de minuut van de eerdere beschikking genoteerd met de datum van 3 mei 2024. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.337.914/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 3 mei 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [plaats] ,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. T.S. Jansenen
mr. J. van Hemel, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [plaats] ,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. M.H.C. Sinninghe Damstéen
mr. M.A. Broeders, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de vennootschap naar buitenlands recht
[C],
gevestigd te [land] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. D.J.F.F.M. Duynstee,
mr. G.J.L. Bergervoeten
mr. M.M.A. Serphos, allen kantoorhoudende te Amsterdam,

3 [E] ,

in zijn hoedanigheid van door de rechtbank benoemde herstructureringsdeskundige van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. E.C. Bosen
mr. G.J.C. Wessels, beiden kantoorhoudende te Den Haag,

4 [F] ,

wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. T.S. Jansenen
mr. J. van Hemel, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,

5 [G] ,

wonende te [plaats] , [land] ,
BELANGHEBBENDE,
verschenen in persoon,

6 [H] ,

wonende te [plaats] , [land] ,
BELANGHEBBENDE,
verschenen in persoon,
7. de vennootschap naar buitenlands recht
[I],
gevestigd te [plaats] , [land] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
8. de vennootschap naar buitenlands recht
[J],
gevestigd te [plaats] , [land] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
9. de vennootschap naar buitenlands recht
[K],
gevestigd te [plaats] , [land] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen,
10. de vennootschap naar buitenlands recht
[L],
gevestigd te [plaats] , [land] ,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als [A] ;
  • verweerster als [B] ;
  • belanghebbenden sub 1 en 2 ieder afzonderlijk als [C] en [D] en gezamenlijk en tezamen met de entiteiten die met hen in een groep zijn verbonden als [C] c.s.;
  • belanghebbende sub 3 als de herstructureringsdeskundige;
  • belanghebbende sub 4 als [F] ;
  • belanghebbende sub 5 als [G] ;
  • belanghebbende sub 6 als [H] ;
  • belanghebbende sub 7 als [I] ;
  • belanghebbenden sub 8, 9 en 10 ieder afzonderlijk als [J] , [K] en [L] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 29 april 2024 in deze zaak.
1.2
In 3.11 van die beschikking heeft de Ondernemingskamer overwogen: “(…)
Niet kan derhalve worden geoordeeld dat het bestuur bij de besluitvorming over en het indienen van het WHO-verzoek niet zorgvuldig heeft gehandeld. (…)”. Onder die beschikking staat:
“(…) Deze beschikking is gegeven door (…) en prof. dr. mr. S. ten Have, raden (…)
1.3
De Ondernemingskamer heeft bij e-mail van 30 april 2024 aan partijen kenbaar gemaakt dat de hierboven in 1.2 vermelde passages kennelijke fouten bevatten die zich voor eenvoudig herstel lenen. Ter toelichting heeft de Ondernemingskamer gemeld dat onder de beschikking van 29 april 2024 prof. dr. mr. S. ten Have genoemd staat als raad, terwijl de beschikking in werkelijkheid mede door prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen is gewezen. Daarnaast staat onder 3.11 op de 28ste / 29ste regel ‘WHO-verzoek’, terwijl daar ‘WHOA-verzoek’ had moeten staan. De Ondernemingskamer heeft haar voornemen geuit deze kennelijke fouten te verbeteren. Partijen zijn op de voet van artikel 31 Rv in de gelegenheid gesteld zich daarover uit te laten.
1.4
De Ondernemingskamer heeft op 3 mei 2023 per e-mail uitlatingen ontvangen van:
  • mr. Van Hemel voormeld namens [A] en [F] ;
  • mr. R.A.W. Fokkema, advocaat te Amsterdam, namens [B] ;
  • mr. Duynstee voormeld namens [C] ;
  • mr. Bos voormeld namens de herstructureringsdeskundige.
Allen hebben zij kenbaar gemaakt de beschikking met de door de Ondernemingskamer aangekondigde verbeteringen tegemoet te zien.

2.De gronden van de beslissing

Dat in 3.11 van de beschikking van 29 april 2024 “WHO-verzoek” in plaats van “WHOA-verzoek” staat, berust op een kennelijke verschrijving. Hetzelfde geldt voor de vermelding van prof. dr. mr. S. ten Have onder de beschikking in plaats van prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen. De Ondernemingskamer had partijen bij brief van 25 maart 2024, dus vóór de mondelinge behandeling van het verzoekschrift in onderhavige zaak op 28 maart 2024, gemeld dat prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen als raad deel zou uitmaken van de samenstelling van de Ondernemingskamer ter zitting. De voorzitter van de Ondernemingskamer heeft partijen bij aanvang van de mondelinge behandeling gemeld dat de Ondernemingskamer was samengesteld zoals aan partijen was meegedeeld. Hierdoor is voor partijen duidelijk dat de beschikking van 29 april 2024 wat betreft de in 1.2 genoemde passages kennelijke fouten bevat die zich voor eenvoudig herstel lenen. Geen van partijen heeft tegen verbetering van de fouten bezwaar gemaakt. De Ondernemingskamer zal de fouten verbeteren zoals hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verbetert haar in de onderhavige zaak op 29 april 2024 gegeven beschikking in dier voege dat onder 3.11 in plaats van:
“Niet kan derhalve worden geoordeeld dat het bestuur bij de besluitvorming over en het indienen van het WHO-verzoek niet zorgvuldig heeft gehandeld.”;
komt te staan:
“Niet kan derhalve worden geoordeeld dat het bestuur bij de besluitvorming over en het indienen van het WHOA-verzoek niet zorgvuldig heeft gehandeld.”;
en dat onder de beschikking in plaats van:
“prof. dr. mr. S. ten Have”;
komt te staan:
“prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen”;
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum 3 mei 2024 worden gesteld op de minuut van de beschikking van 29 april 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. A.P. Wessels en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2024.