Uitspraak
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 10 september 2024
Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2022037916-2 van 26 februari 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar
verklaring van [benadeelde] :
(het hof begrijpt: de verdachte)naar [betrokkene] toe liep en haar hard tegen haar hoofd aan sloeg. Op dat moment werd ik boos en ging ik naar jongen 2. Ik legde hem in een houtgreep op de grond. We lagen allebei op de grond en ik voelde vervolgens een harde trap tegen mijn hoofd. Ik voelde dat ik meerdere malen hard tegen mijn hoofd werd geschopt. Ik voelde onwijs veel pijn in mijn gehele hoofd en ik had geen zicht meer met mijn linker oog.
Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2022037946-2 van 26 februari 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar
verklaring van [slachtoffer] :
4.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1100-2022037916-11 van
17 maart 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 56-57.
verklaring van [naam 1] :
(het hof leest deze kennelijke verschrijving als:
het hof begrijpt: de verdachte)heten.
5.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1100-2022037916-28 van
20 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] , doorgenummerde pagina’s 58-61.
verklaring van [naam 1] :
6.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1100-2022037916-13 van
17 maart 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 62-63.
verklaring van [naam 3] :
7.Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1100-2022037916-27 van
20 april 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , doorgenummerde pagina’s 64-67.
verklaring van [naam 3] :
‘first offender’is en dat hij zijn leven op de rit heeft. De raadsman heeft het hof daarom verzocht om – bij strafoplegging – te volstaan met oplegging van een taakstraf.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
€ 904,75 (negenhonderdvier euro en vijfenzeventig cent) bestaande uit € 404,75 (vierhonderdvier euro en vijfenzeventig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
materiële schadeop
immateriële schadeop 26 februari 2022.