Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
Samengevat heeft de kantonrechter het volgende overwogen. [appellant] heeft onvoldoende gesteld om tot het oordeel te komen dat hij met zijn vader een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde. Zo heeft hij onvoldoende aangetoond dat zijn vader en hij de kosten van de gemeenschappelijke huishouding samen hebben gedragen. Ook kan niet worden vastgesteld dat [appellant] en zijn vader elkaar over en weer verzorgden, waardoor er eerder een zorgrelatie lijkt te zijn geweest waarin [appellant] zijn vader verzorgde. Verder heeft [appellant] onvoldoende gesteld ten aanzien van de duurzaamheid van het samenwonen. Dat hij bij zijn vader is gaan wonen lijkt meer uit nood geboren dan dat dit een bewuste keuze is geweest om weer definitief bij zijn vader te gaan wonen. Dat die keuze later alsnog is gemaakt is niet gebleken.
De facturen van een kerstboom, dweil, ijsmachine, sodastream en sapcentrifuge, met daarbij de vermelding wie deze heeft betaald, maken dit niet anders.
De duurzaamheid