ECLI:NL:GHAMS:2024:2687

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
200.332.035/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering annuleringskosten door reisorganisator na niet-betaling pakketreis

In deze zaak vordert Prijsvrij.nl B.V. annuleringskosten van een klant die een pakketreis had geboekt maar niet had betaald. De klant, aangeduid als [geïntimeerde], had op 12 maart 2021 een pakketreis naar Curaçao geboekt, maar heeft de reissom van € 4.658,29 niet voldaan. Prijsvrij stelt dat de klant de reis heeft geannuleerd en vordert betaling van de annuleringskosten. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat Prijsvrij niet aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan. Het hof bevestigt deze beslissing en concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het verschuldigd zijn van annuleringskosten volgens de ANVR-Reisvoorwaarden. Het hof komt niet toe aan de vraag of Prijsvrij aan haar informatieplichten heeft voldaan, omdat de vordering op andere gronden niet toewijsbaar is. De vordering van Prijsvrij wordt afgewezen en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.332.035/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : 10170143 CV 22-14050
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 september 2024
in de zaak van
PRIJSVRIJ.NL B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
appellante,
advocaat: mr. M.F.J. van Os te 's-Hertogenbosch,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [plaats] ,
geïntimeerde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna Prijsvrij en [geïntimeerde] genoemd.

1.De zaak in het kort

[geïntimeerde] heeft via Prijsvrij een pakketreis geboekt maar niet betaald. Prijsvrij stelt dat [geïntimeerde] de reis heeft geannuleerd en vordert in deze procedure betaling van annuleringskosten. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat Prijsvrij niet heeft voldaan aan haar wettelijke verplichting om [geïntimeerde] behoorlijk te informeren over essentiële onderdelen van de overeenkomst. Ook het hof wijst de vordering van Prijsvrij af. Het hof concludeert dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor verschuldigdheid van de annuleringskosten, zoals opgenomen in de ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen. Daarmee ontbreekt een grondslag voor toewijzing van de vordering. Het hof komt niet toe aan beantwoording van de vraag of Prijsvrij heeft voldaan aan haar informatieplichten.

2.Het geding in hoger beroep

Prijsvrij is bij dagvaarding van 31 augustus 2023 in hoger beroep gekomen van een verstekvonnis van 1 juni 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter), onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Prijsvrij als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde (hierna: het bestreden vonnis). De appeldagvaarding bevat de grieven.
Tegen [geïntimeerde] is (ook in hoger beroep) verstek verleend.
Prijsvrij heeft overeenkomstig de appeldagvaarding van grieven gediend en producties overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Prijsvrij heeft – na vermeerdering van eis – geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- haar vordering in eerste aanleg alsnog zal toewijzen;
- zal verklaren voor recht dat de uit het boekingsproces (zoals beschreven in de overgelegde beschrijving, productie 13 in hoger beroep) voortvloeiende pakketreisovereenkomst van Prijsvrij voldoet aan de artikelen 7:502 en 7:504 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en daarmee aan de precontractuele informatieverplichtingen, en een kopie van dit boekingsproces aan het arrest zal hechten, subsidiair aan zal geven welk concreet onderdeel van het boekingsproces niet zou voldoen;
- met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties.
Prijsvrij heeft een bewijsaanbod gedaan.

3.Feiten

De kantonrechter heeft in 1 t/m 12 van het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. In hoger beroep is niet in geschil dat de volgende feiten juist zijn weergegeven, zodat ook het hof daarvan uitgaat. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten komen deze neer op het volgende.
3.1.
[geïntimeerde] heeft op 12 maart 2021 via de website van Prijsvrij een pakketreis naar Curaçao geboekt bij reisorganisator Sunmix International GmbH (hierna: Sunmix) voor een bedrag van € 4.658,29. De pakketreis bestond onder meer uit een vliegreis en hotelovernachtingen voor vier personen in de periode van 23 juli 2021 tot 30 juli 2021.
3.2.
In de boekingsbevestiging van 12 maart 2021 van Prijsvrij is vermeld:
“Bij boeking bent u akkoord gegaan met de volgende voorwaarden:-Algemene voorwaarden Prijsvrij.nl-ANVRBoekingsvoorwaarden(…)-Sunmix reis- en boekingsvoorwaarden(…)”.
3.3.
Bij e-mail van 4 juni 2021 heeft Prijsvrij [geïntimeerde] geschreven dat zij het restantbedrag van
€ 4.658,28 (reissom minus reeds voldaan € 0,01) nog dient te voldoen.
3.4.
Bij e-mail van 18 juni 2021 heeft Prijsvrij [geïntimeerde] nogmaals geschreven dat het restantbedrag van € 4.658,28 betaald dient te worden.
3.5.
Een e-mail van dezelfde strekking is op 16 juli 2021 door Prijsvrij aan [geïntimeerde] verzonden.
3.6.
Op 26 juli 2021 heeft Prijsvrij [geïntimeerde] een ‘boekingsbevestiging/factuur’ gezonden, waarin aanspraak wordt gemaakt op betaling van € 4.658,28. Bij de prijsspecificatie staat dat dit bedrag bestaat uit annuleringskosten voor de pakketreis (€ 4.571,69), kosten voor parkeren (€ 35,10) en overige kosten (€ 51,50).
3.7.
Prijsvrij heeft niet meer van [geïntimeerde] vernomen, zij is niet op komen dagen voor de reis en heeft de factuur onbetaald gelaten.

4.Eerste aanleg

4.1.
Prijsvrij heeft in eerste aanleg gevorderd dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [geïntimeerde] veroordeelt tot betaling van € 4.658,28 vermeerderd met rente en kosten.
4.2.
De kantonrechter heeft de vordering bij het bestreden vonnis afgewezen. Hij heeft overwogen dat sprake is van een pakketreisovereenkomst waarop de bepalingen van Titel 7A BW van toepassing zijn en dat Prijsvrij niet volledig heeft voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen die daarin staan. Volgens de kantonrechter valt niet uit te sluiten dat [geïntimeerde] , indien zij wel voldoende zou zijn geïnformeerd over de essentiële informatieplichten - waaronder de annuleringskosten -, van de overeenkomst had afgezien of deze (tijdig) had opgezegd. De kantonrechter is van oordeel dat uit de artikelen 6:193b lid 1 en lid 3a in verbinding met 6:193d lid 1 en 2 en 6:193f onder c BW volgt dat sprake is van een oneerlijke handelspraktijk, die overeenkomstig artikel 25 van de Richtlijn (EU) 2015/2302 en vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie een sanctie verdient die doeltreffend, evenredig en afschrikkend is. Daarom heeft de kantonrechter de pakketreisovereenkomst onder toepassing van artikel 3:40 lid 2 en/of artikel 6:193j lid 3 BW ambtshalve vernietigd en de vordering afgewezen. Prijsvrij is veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn begroot.

5.Beoordeling

5.1.
Tegen deze beslissing en motivering richt Prijsvrij zich met vier grieven in hoger beroep. De grieven, die door [geïntimeerde] niet zijn bestreden, lenen zich voor gezamenlijke bespreking. Samengevat komt het erop neer dat Prijsvrij opkomt tegen het oordeel van de kantonrechter dat niet aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen is voldaan.
5.2.
[geïntimeerde] is ook in hoger beroep niet verschenen en tegen haar is verstek verleend. Dat betekent dat het hof de vordering moet toewijzen, tenzij deze hem ongegrond of onrechtmatig voorkomt (artikel 139 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)). In dit geval is het hof van oordeel dat de vordering niet toewijsbaar is op de door Prijsvrij aangevoerde gronden, zodat het niet toekomt aan de ambtshalve toetsing van de hiervoor genoemde informatieplichten. Het hof licht dat hieronder toe.
5.3.
Prijsvrij legt aan haar vordering ten grondslag dat [geïntimeerde] tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen door de verschuldigde annuleringskosten niet te voldoen. Zij heeft, onder verwijzing naar “artikel 10 ANVR” (zie randnummer 29 inleidende dagvaarding), toegelicht dat de overeenkomst als geannuleerd wordt beschouwd als de reissom niet wordt betaald en dat [geïntimeerde] daarom de redelijke annuleringskosten verschuldigd is. Uit het annuleringsbeding van Sunmix volgt dat als de reis op de vertrekdatum wordt geannuleerd, de annuleringskosten gelijk zijn aan 100% van de reissom, aldus Prijsvrij.
5.4.
Het hof stelt allereerst vast dat Prijsvrij drie verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard op de overeenkomst (die van haarzelf, die van Sunmix en die van de ANVR) met elk verschillende regelingen omtrent annulering en de daarmee gepaard gaande kosten, waarbij bovendien onduidelijk is om welke ANVR-voorwaarden het gaat. In de inleidende dagvaarding stelt Prijsvrij dat de ANVR-Reizigersvoorwaarden van toepassing zijn, terwijl in de opdrachtbevestiging de ANVR-Boekingsvoorwaarden worden genoemd. De door Prijsvrij overgelegde algemene voorwaarden van de ANVR bestaan uit de ‘ANVR-Reizigersvoorwaarden’ die gelden voor boekingen vanaf 1 juli 2018, en de ‘ANVR-Consumentenvoorwaarden (Reis- en Boekingsvoorwaarden)’ die gelden voor boekingen tot 1 juli 2018. Kennelijk is bedoeld de ANVR-Reizigersvoorwaarden van toepassing te verklaren, nu sprake is van een boeking van na 1 juli 2018. De eerste paragraaf van die ANVR-Reizigersvoorwaarden betreft de ‘ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen’, welke het hof zal hanteren voor de beoordeling.
5.5.
[geïntimeerde] heeft de pakketreis op 12 maart 2021 geboekt en de totale reissom diende op grond van de betalingsvoorwaarden van zowel Prijsvrij als Sunmix zes weken voor vertrek te zijn voldaan. Dat is dus uiterlijk 11 juni 2021, welke datum ook is vermeld in de boekingsbevestiging. [geïntimeerde] heeft op die datum (en ook later) niet betaald. De vraag is of zij als gevolg daarvan de gevorderde annuleringskosten verschuldigd is.
5.6.
In de artikelen 9 en 10 van de ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen staat, voor zover van belang, het volgende:

Artikel 9 Als je wilt opzeggen
9.1.
Je kunt de reisovereenkomst voor het begin van de pakketreis opzeggen. Doe je dit, dan ben je verplicht om aan de organisator de schade te vergoeden die hij ten gevolge van de opzegging lijdt. Deze schade bedraagt maximaal eenmaal de reissom.
9.2.
Tenzij de organisator afwijkende bepalingen met jou overeenkomt, gelden de hieronder afgesproken percentages (gefixeerde schade) die gebaseerd zijn op het tijdstip van opzegging, de eventueel te verwachten kostenbesparingen en inkomsten die de organisator verkrijgt uit het alsnog verkopen van de door jou geannuleerde reis, naast de eventueel verschuldigde reserveringskosten:
(…)
Bij annulering op de vertrekdag of later: de volledige reissom. (…)
Artikel 10 Betaling
10.1.
Je ontvangt vóór het sluiten van de reisovereenkomst informatie van de organisator wanneer de reissom (volledig) betaald moet zijn. (…) Heb je niet op het door de organisator vermelde tijdstip aan jouw financiële verplichtingen voldaan, dan ben je van rechtswege in verzuim.
10.2.
Als je in verzuim bent, maant de organisator, of iemand namens hem jou aan tot betaling en stelt je een termijn van 14 dagen om alsnog aan je verplichtingen te voldoen. Je wordt erop gewezen dat als je ook dan niet betaalt de overeenkomst per deze datum geacht wordt te zijn geannuleerd. De organisator verrekent reeds betaalde bedragen met de annuleringsgelden. Als de vertrekdatum binnen deze 14 dagen ligt, dan moet je de volledige reissom in ieder geval uiterlijk 24 uur voor de vertrekdatum voldoen.”
5.7.
Met gebruikmaking van de bevoegdheid in artikel 9.2 van de ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen, zijn in de Reis- en boekingsvoorwaarden van Sunmix afwijkende bepalingen overeengekomen voor annuleringskosten. Daarin staat, voor zover van belang:

Annuleren
Indien u onverhoopt uw vakantie wenst te annuleren, dan gelden de volgende termijn/kosten;
(…)
Vanaf 8 dagen voor vertrek: 100% annuleringskosten over volledige reissom
5.8.
Uit deze bepalingen, in onderling verband en samenhang bezien, volgt dat als de reiziger in verzuim is geraakt door niet op de uiterste betaaldatum de volledige reissom te betalen, en hij ook niet betaalt nadat hij door de reisorganisator is aangemaand conform artikel 10.2 van de ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen, de pakketreisovereenkomst geacht wordt te zijn geannuleerd. Conform artikel 9.2 van die voorwaarden in samenhang met de annuleringsvoorwaarden van Sunmix zijn dan annuleringskosten verschuldigd. Daarvoor is dus niet voldoende dat de reiziger in verzuim is. Eerst moet aan de reiziger nog een termijn van veertien dagen zijn gegeven om alsnog aan zijn betalingsverplichting te voldoen en moet hij gewezen worden op de gevolgen als hij dan nog steeds niet heeft betaald. Deze regeling strekt ter bescherming van de consument en moet daarom strikt worden nageleefd.
5.9.
Uit de stukken blijkt weliswaar dat Prijsvrij diverse aanmaningen aan [geïntimeerde] heeft gestuurd (op 4 juni 2021, 18 juni 2021 en 16 juli 2021), maar daarin heeft Prijsvrij [geïntimeerde] niet in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen te betalen. Ook heeft Prijsvrij haar daarin niet duidelijk gewaarschuwd dat niet tijdig betalen automatisch leidt tot annulering. Prijsvrij vraagt [geïntimeerde] in de aanmaning van 4 juni 2021 de restbetaling “
per omgaande” te voldoen en wijst er alleen op dat bij niet-tijdige betaling Prijsvrij het recht heeft om de reis te annuleren conform “de ANVR voorwaarden”. In de aanmaningen van 18 juni 2021 en 16 juli 2021 staat ook dat per omgaande moet worden betaald en vervolgens: “
LET OP! Een te late betaling kan grote gevolgen hebben dus voorkom te laat betalen! Mocht u het bedrag niet tijdig voldoen, dan hebben wij het recht de reis te annuleren (conform ANVR voorwaarden). De annuleringskosten worden vervolgens bij u in rekening gebracht. (…)” Geen van deze aanmaningen is in overeenstemming met artikel 10.2 van de ANVR Reisvoorwaarden voor pakketreizen. Er is dus niet voldaan aan de in dit artikel gestelde voorwaarden voor verschuldigdheid van annuleringskosten bij het uitblijven van betaling.
5.10.
In hoger beroep voert Prijsvrij aan dat sprake is van ‘no show’, omdat [geïntimeerde] niet is verschenen op de vertrekdag en dat dat gelijkgesteld wordt aan een annulering op de vertrekdatum. Dit betoog kan Prijsvrij niet baten. Uit geen van de artikelen in de ANVR Reisvoorwaarden voor pakketreizen noch uit de Algemene voorwaarden Prijsvrij.nl of de Sunmix Reis- en boekingsvoorwaarden volgt dat het niet verschijnen van de reiziger voor de toepassing van die voorwaarden gelijk is te stellen met een annulering van de pakketreisovereenkomst door de reiziger, met de gevolgen die artikel 9.1 en 9.2 van de ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen in samenhang met de Sunmix Reis-en boekingsvoorwaarden daaraan verbinden. Ook in zoverre ontbreekt dus een grondslag voor de vordering.
5.11.
Het voorgaande betekent dat de vordering niet toewijsbaar is op de door Prijsvrij aangevoerde gronden. Daarmee komt het hof niet toe aan de ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten. Bij de door Prijsvrij gevraagde verklaring voor recht (dat de uit het boekingsproces van Prijsvrij voortvloeiende pakketreisovereenkomst voldoet aan de vereisten van artikelen 7:502 en 7:504 BW subsidiair aan de hand van het boekingsproces aan te geven welk onderdeel niet voldoet) heeft Prijsvrij onvoldoende belang. In de onderhavige procedure voegt een dergelijke verklaring niets toe, terwijl een verklaring voor recht in deze procedure geen gezag van gewijsde oplevert in tussen Prijsvrij en andere wederpartijen te voeren procedures. Bovendien stelt artikel 7:502 BW geen eisen aan een pakketreisovereenkomst, maar alleen aan de informatievoorziening die daaraan voorafgaat.
5.12.
De slotsom luidt dat de grieven geen doel treffen. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. Prijsvrij is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten daarvan. Het hof begroot deze kosten aan de zijde van [geïntimeerde] op nihil.

6.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
wijst de vordering overigens af;
veroordeelt Prijsvrij in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] vastgesteld op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. F.J. van de Poel, mr. I. de Greef en mr. M.M. Kruithof en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 24 september 2024.