ECLI:NL:GHAMS:2024:266

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
200.313.125/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in faillissementszaak Exem Energy B.V.

Op 5 februari 2024 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Exem Energy B.V. en Exem Oil & Gas B.V., beide in staat van faillissement. De curatoren, mr. R.P.A. de Wit en mr. C. van de Meent, hadden eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van beide vennootschappen over specifieke periodes. Dit onderzoek werd geleid door mr. H.M. de Mol van Otterloo. In een eerdere beschikking van 4 april 2023 was het onderzoeksbudget vastgesteld op € 163.250, exclusief btw. Op 17 januari 2024 verzocht de onderzoeker de Ondernemingskamer om het budget te verhogen naar € 210.000, exclusief btw. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de betrokken advocaten de gelegenheid gegeven om hun mening over dit verzoek te geven. De meeste partijen hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer, en er zijn geen bezwaren ingediend tegen de verhoging van het budget. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek niet onredelijk is en heeft het onderzoeksbudget verhoogd naar het gevraagde bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.313.125/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 februari 2024
inzake
mr. R.P.A. DE WITen
mr. C. VAN DE MEENT, in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKERS,
advocaten:
mr. M. Woltersen
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken,kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V., in staat van faillissement verkerend,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM OIL & GAS B.V., in staat van faillissement verkerend,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
advocaten: mr.
J.Ph. de Korte, mr. G.J. Wiltsen
mr. D.B. Smalhout, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2. de vennootschap naar buitenlands recht
EMEX HOLDING A.G.,
gevestigd te Zug, Zwitserland,
3.
[B] ,
wonende te [....] ,
4.
[C] ,
wonende te [....] ,
5. de vennootschap naar buitenlands recht
TERRA PEREGRIN, S.A.,
gevestigd te Lissabon, Portugal,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. J.Ph. de Korte, mr. G.J. Wiltsen
mr. D.B. Smalhout,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRUST COMPANY AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. L.J.J. Kerstensen
mr. B. Rikkert,kantoorhoudende te Amterdam,
e n t e g e n

7.[D] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W.A. Vaderen
mr. F. Eikelboom,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

8.[E]

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.H. de Vries, kantoorhoudende te Almere,
e n t e g e n
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNITED INTERNATIONAL MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. A.G.J. van Rinsumen
mr. G.J.G. Bolderman,kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JTC (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERTRUST (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen,
e n t e g e n
12. de vennootschap naar buitenlands recht
SOCIEDADE NACIONAL DE COMBUSTÍVEIS DE ANGOLA – SONANGOL E.P.,
gevestigd te Luanda, Angola,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.J. Dropen
mr. R.H. Broekhuijsen,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESPERAZA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J.G. Geertsma,kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 26 januari 2023, 2 februari 2023, 16 februari 2023 en 4 april 2023 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Exem Energy B.V. over de periode vanaf 1 januari 2006 tot aan 21 september 2021 en naar het beleid en de gang van zaken van Exem Oil & Gas B.V. over de periode vanaf 26 september 2006 tot aan 2 augustus 2021 en mr. H.M. de Mol van Otterloo (hierna ook: de onderzoeker) benoemd tot onderzoeker. Bij beschikking van 4 april 2023 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget vastgesteld op € 163.250, exclusief btw.
1.3
Bij e-mail van 17 januari 2024 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen tot in totaal € 210.000 (exclusief btw).
1.4
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de advocaten van partijen bij e-mail van 18 januari 2024 in de gelegenheid gesteld zich desgewenst uit te laten over het verzoek van de onderzoeker.
1.5
Bij e-mail van 24 januari 2024 heeft mr. Geertsma de Ondernemingskamer bericht dat Esperaza Holding B.V. zich refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Mr. Wolters en mr. Kersten hebben bij afzonderlijke e-mails van 31 januari 2024 de Ondernemingskamer bericht dat hun cliënten zich eveneens refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Daarbij heeft mr. Wolters namens de curatoren opgemerkt dat zij voor de financiering van een verhoogd onderzoeksbudget afhankelijk zijn van aanvullende boedelkredieten. Van de overige partijen is binnen de gestelde termijn geen bezwaar ontvangen.

2.Gronden van de beslissing

Nu er geen bezwaren zijn aangevoerd tegen de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget en het verzoek de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer het verzoek van de onderzoeker als na te noemen toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 210.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.P. Wessels, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en mr. D.E.M. Aleman MBA en drs. A.G. Thomassen RT REP, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.P. Wessels op 5 februari 2024.