ECLI:NL:GHAMS:2024:2651

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
200.339.905/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeschikking WAMCA hoger beroep inzake collectieve vordering tegen Tiktok en aanverwante rechtspersonen

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep ingesteld door de Stichting Onderzoek Marktinformatie (SOMI) tegen verschillende rechtspersonen die verbonden zijn aan Tiktok. De zaak is geregistreerd onder nummer 200.339.905/01 en de rolbeschikking is gegeven op 23 juli 2024. SOMI heeft een collectieve vordering ingesteld, waarbij zij zich richt op Tiktok Ierland en andere aan Tiktok gelieerde rechtspersonen, die gezamenlijk worden aangeduid als Tiktok c.s. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de vorderingen geacht worden te zijn ingesteld tegen alle Tiktok-gedaagden, tenzij de inhoud van een vordering zich daartegen verzet. Dit betekent dat Tiktok c.s. als partij in het hoger beroep worden beschouwd, ondanks dat zij niet verschenen zijn. De rolraadsheer heeft verstek verleend tegen de niet verschenen Tiktok c.s. en de zaak wordt gevoegd met twee andere zaken, genummerd 200.339.845/01 en 200.339.869/01. De rol van de zaak is vastgesteld op 30 juli 2024 voor de memorie van grieven. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige procesvoering in collectieve vorderingen en de rol van de exclusieve belangenbehartiger in dergelijke procedures.

Uitspraak

rolbeslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
sector handelsrecht
zaaknummer : 200.339.905/01
roldatum : 23 juli 2024
inzake
STICHTING ONDERZOEK MARKTINFORMATIE,
gevestigd te Haarlemmermeer,
appellante,
advocaat mr. M. Schimmel te Amsterdam,
tegen
de rechtspersonen naar buitenlands recht
1.
TIKTOK TECHNOLOGY LIMITED,
gevestigd te Dublin, Ierland,
geïntimeerde,
advocaat mr. G.H. Potjewijd te Amsterdam,

2 TIKTOK INFORMATION TECHNOLOGIES UK LIMITED,

gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
3.
TIKTOK INC.,
gevestigd te Culver City, Californië, Verenigde Staten van Amerika,
4.
TIKTOK PTE. LIMITED,
gevestigd te Singapore,
5.
BYTEDANCE LTD.,
gevestigd te Grand Cayman, Kaaimaneilanden,
6.
TIKTOK LTD,
gevestigd te Grand Cayman, Kaaimaneilanden,
geïntimeerden,
niet verschenen.
Appellante wordt SOMI genoemd, geïntimeerde 1 Tiktok Ierland en de andere geïntimeerden Tiktok c.s.

1.Motivering

1.1
Tiktok Ierland heeft de betekening van de dagvaarding aan Tiktok c.s. en de ontvankelijkheid van het hoger beroep tegen deze partijen aan de orde gesteld. SOMI heeft daarop gereageerd.
1.2
De door Tiktok c.s. aan de orde gestelde onderwerpen moeten ambtshalve worden beoordeeld in het kader van beantwoording van de vraag of verstek kan worden verleend.
1.3
Als Tiktok c.s. partij zijn in het hoger beroep, kan verstek tegen hen worden verleend omdat de dagvaarding tegen Tiktok c.s. geldig is uitgebracht aan de advocaat die in eerste aanleg voor deze partijen optrad. Tiktok c.s. zijn partij in het hoger beroep (zie hierna). Er zal verstek worden verleend tegen Tiktok c.s.
1.4
Als hoofdregel geldt dat hoger beroep dient te worden ingesteld tegen de processuele wederpartij(en) in de vorige instantie (art. 332 Rv). Het kan daarom in beginsel niet worden ingesteld tegen iemand die in eerste instantie geen gedaagde van appellante was. SOMI heeft een collectieve vordering ingesteld waarop titel 14A Rv van toepassing is. Haar inleidende dagvaarding is alleen uitgebracht tegen Tiktok Ierland.
Voor zover van belang houdt het in titel 14A Rv neergelegde procesrecht in dat in een geval zoals hier aan de orde, waarin verschillende collectieve vorderingen zijn ingesteld over één gebeurtenis, de zaken gevoegd worden en worden behandeld als één zaak. De rechter beoordeelt wat de collectieve vordering precies inhoudt en voor welke nauw omschreven groep(en) personen de exclusieve belangenbehartiger(s) de belangen in deze collectieve vordering behartigt/behartigen. Na aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger(s) blijven de niet als zodanig aangewezen partijen partij in de procedure. De exclusieve belangenbehartiger(s) verricht(en) de proceshandelingen. Indien de rechter dat bepaalt, mogen de andere eisers eveneens proceshandelingen verrichten. In het bestreden vonnis van 10 januari 2024 heeft de rechtbank geoordeeld dat dit onder meer betekent dat de vorderingen worden geacht te zijn ingesteld tegen alle Tiktok-gedaagden, tenzij de inhoud van een vordering zich daartegen verzet. Het bestreden vonnis is dus (ook) gewezen tussen SOMI en Tiktok c.s. Gezien het voorgaande zijn Tiktok c.s. partij in hoger beroep.
1.5
SOMI heeft haar appeldagvaarding (tijdig) in het WAMCA-register doen inschrijven en ingediend bij het hof. Dat strookt met de kennelijke strekking van het voorschrift om de inleidende dagvaarding in dat register in te schrijven.
1.6
SOMI heeft onverplicht de in art. 1018c lid 1 Rv voorgeschreven informatie vermeld in haar dagvaarding in hoger beroep.
1.7
De in art. 1081c lid 3 Rv bedoelde termijn behoeft in dit geval niet in acht te worden genomen omdat deze is bedoeld om andere belangenorganisaties de gelegenheid te geven ook een collectieve vordering over dezelfde gebeurtenis of gebeurtenissen in te stellen. Daarvan kan in hoger beroep geen sprake meer zijn.
1.8
Deze zaak wordt gevoegd met de zaken 200.339.845/01 en 200.339.869/01. Gelet op het bepaalde in art. 1018d lid 3 Rv worden de hierna te nemen processtukken (inclusief producties) in deze drie gevoegde zaken geacht te zijn genomen in alle drie de zaken.
1.9
Indien en voor zover partijen (delen van) hun processtukken onderling afstemmen waardoor deze (op onderdelen) gelijkluidend zijn, dienen zij inzichtelijk te maken wat de afgestemde gelijkluidende delen zijn en wat specifiek naar voren wordt gebracht met betrekking tot een bepaalde partij.
1.1
Overeenkomstig het verzoek van SOMI zal de zaak naar de rol van 30 juli 2024 worden verwezen voor memorie van grieven.

2.Beslissing

De rolraadsheer
  • verleent verstek tegen de niet verschenen Tiktok c.s. (geïntimeerden 2 tot en met 6);
  • voegt deze zaak met de zaken 200.339.845/01 en 200.339.869/01;
  • bepaalt dat de hierna te nemen processtukken (met producties) in de drie gevoegde zaken worden geacht te zijn genomen in alle drie de zaken;
  • verwijst de zaak naar de rol van 30 juli 2024 voor memorie van grieven.
Deze beslissing is gegeven door mr. L. Alwin, rolraadsheer, op 23 juli 2024.
Rolraadsheer