ECLI:NL:GHAMS:2024:2604

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
23-001002-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mishandeling, bedreiging en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 1 april 2021. De verdachte is beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder medeplegen van mishandeling met voorbedachten rade, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De tenlastelegging betreft incidenten die zich hebben voorgedaan in 2013 en 2015, waarbij de verdachte betrokken was bij mishandelingen en bedreigingen van slachtoffers, evenals bij de teelt en handel in hennep en het bezit van vuurwapens.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op 12 september 2015 in Den Helder de slachtoffers heeft mishandeld en bedreigd. De mishandeling vond plaats in een growshop, waar de slachtoffers met geweld werden aangevallen. Daarnaast heeft de verdachte in de periode van 2013 tot 2015 hennep gekweekt en verhandeld, en was hij in het bezit van aanzienlijke hoeveelheden hennep en vuurwapens. Het hof heeft de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerijen bewezen verklaard, maar heeft hem vrijgesproken van enkele andere beschuldigingen.

De rechtbank Noord-Holland had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 107 dagen voorwaardelijk. In hoger beroep heeft het hof de strafmaat herzien, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 133 dagen en een taakstraf van 200 uur. Het hof heeft ook beslist over de in beslag genomen voorwerpen, waarbij sommige voorwerpen aan het verkeer zijn onttrokken en andere aan de verdachte zijn teruggegeven.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001002-21
datum uitspraak: 13 augustus 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 1 april 2021 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-800402-15 en 15-743219-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 juli 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 15-800402-15:
1.
hij op of omstreeks 12 september 2015 te Den Helder tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, (telkens):
- op tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of stompen en/of schoppen en/of
- met een vuurwapen op/tegen het hoofd te slaan en/of
- vast te pakken en/of te duwen en/of over de grond te slepen en/of
- met een of meer (honkbal)knuppel(s) en/of met een of meer schep(pen), althans harde voorwerpen op/tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te slaan (ook terwijl die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] op de grond lag/lagen)
2.
hij op of omstreeks 12 september 2015 te Den Helder, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend:
- om die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heen gaan staan en/of blijven staan (terwijl die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] op de grond lagen)
en/of
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) opzettelijk dreigend:
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een of meer schep(pen) en/of (honkbal)knuppel(s) getoond en/of voorgehouden en/of blijven tonen en/of blijven voorhouden en/of
- ( vervolgens) een of meer vuurwapen(s) op (het hoofd van) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( daarbij) die [slachtoffer 1] toegevoegd de woorden: "Ik ga je nu schieten, moet ik je schieten?" en/of "Ik schiet je door je kop, ik schiet je door je kop" en/of "je komt mijn vrouw en kind bedreigen, ik pak jouw vrouw en je kind" en/of
- ( daarbij) die [slachtoffer 2] toegevoegd de woorden: "Zie je wel, ik zei nog, speel niet met ons" en/of "ik maak je dood, ik maak je dood" en/of "Moet ik je doodmaken, moet ik je doodmaken"
Voorts is aan verdachte, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 15-743219-13 (gevoegd):
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 05 februari 2013 tot en met 19 september 2013 te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon en/of te Callantsoog, gemeente Schagen en/of te Den Helder en/of te Wons, gemeente Súdwest-Fryslân en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) hennep, te weten hennepstekken en/of hennepplanten en/of bestanddelen van hennep(planten), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 19 september 2013 te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 12.984 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, te weten hennepstekken en/of hennepplanten en/of bestanddelen van hennep(planten), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij op of omstreeks 19 september 2013 te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon, een of meer wapens van categorie III, te weten een revolver (merk: Smith & Wesson, type: .38 Special CTG) en/of een Riot-gun (merk: Mossberge) en/of een vuurbuks (merk: Baikal), en/of munitie van categorie III, te weten 6 patronen (behorende bij voornoemde revolver), voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Standpunt van partijen

De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het onder feit 3 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat de betrokkenheid van de verdachte bij alle kwekerijen niet kan leiden tot medeplegen, maar hooguit tot medeplichtigheid. Dit laatste is niet ten laste gelegd zodat vrijspraak moet volgen.
De verdachte heeft slechts zijn auto aan [naam 5], de eigenaar van de hennepkwekerij in Callantsoog, uitgeleend maar heeft geen hennepplantjes aan hem verkocht. Daarbij heeft de raadsvrouw verwezen naar de verklaring van [naam 5].

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3

Kwekerij Wons
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij wel een keer iets heeft opgehaald bij [naam 1] toen hij niet thuis was. Dit zouden ook stekken kunnen zijn, aldus de verdachte. De verdachte heeft de stekken water gegeven op het moment dat [naam 1] op vakantie was. [naam 1] had geregeld ‘een bonnetje openstaan’. De verdachte hield in de gaten wanneer de oogst klaar was en dan wist hij dat het bonnetje betaald ging worden.
Uit sms-berichten van 4 en 5 september 2013 blijkt dat de verdachte aan [naam 1] vraagt
‘hoeveel heb je al’waarop [naam 1] antwoordt:
‘ik zat gister op 340’. Vervolgens spreken ze (onder meer) af op dinsdag
10 september 2013. Op deze dag vindt er een telefoongesprek plaats waarin [naam 1] zegt dat de verdachte hem maar 1470 heeft gegeven in plaats van 1680. Vervolgens wordt er over aantallen gesproken. Het hof leidt hieruit af dat de verdachte hennepstekken heeft meegenomen van de kwekerij [naam 1].
Op 14 september 2013, een dag nadat de politie de hennepkwekerij heeft aangetroffen, belt de verdachte met ene [naam 2] en zegt dat
‘hij’(het hof begrijpt: [naam 1])
gister bezoek heeft gehad, dat [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte)momenteel niets heeft, dat
‘hij’(het hof begrijpt: [naam 1])
zijn dingus kwijt is en dat er ook van hem(het hof begrijpt: de verdachte)
in stond. Op grond van de voorgaande gesprekken en de afgelegde verklaring ter terechtzitting, komt het hof tot de conclusie dat de verdachte verschillende uitvoeringshandelingen heeft verricht ten behoeve van de kwekerij van [naam 1] en daarmee betrokkenheid heeft gehad bij deze hennepkwekerij en als medepleger kan worden aangemerkt.
Kwekerij Hippolytushoef
[naam 3], toentertijd de zwager van de verdachte, heeft verklaard dat de man van de stekken ook de hennep kwam knippen en dat hij de hennep nat heeft meegegeven aan deze knipper. Een deel van de opbrengst was daarbij voor de man met de stekken/de knipper. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bekend dat hij in de nacht van 14 september 2013 de henneptoppen in deze kwekerij heeft geknipt.
Dit wordt bevestigd door de inhoud van de sms-berichten en de tapgesprekken die zich in het dossier bevinden. Hieruit blijkt dat de verdachte op 14 september 2013 - een paar dagen voordat de gerooide hennepkwekerij wordt aangetroffen - per sms aan [naam 4] heeft gevraagd of hij wil helpen om zijn tuin op te ruimen. [naam 4] heeft vervolgens via de telefoon instructies gekregen om te gaan naar de woning aan de [adres 2]. Dit adres betreft een bovenwoning en beschikt niet over een tuin. Uit een tapgesprek blijkt dat de verdachte diezelfde dag rond 18.00 uur eten voor meerdere personen heeft besteld bij een snackbar en dat [naam 3] dit eten zou ophalen. De volgende ochtend hebben de verdachte en [naam 4] sms-contact en daaruit blijkt dat zij de hele nacht op zijn gebleven en pas om kwart voor zes in bed lagen. Een dag later belt de verdachte met een onbekend persoon en zegt dat hij nu niets heeft, omdat het nog ligt te drogen.
Gelet op de bekentenis van de verdachte en de inhoud van deze berichten, in onderling verband en samenhang bezien, komt het hof tot de conclusie dat de verdachte op 14 september 2013 samen met [naam 4] in de woning van [naam 3] hennep heeft geknipt, dat hij dit (gelet op de verklaring van [naam 3]) heeft meegenomen en dat een deel van de opbrengst van de hennepkwekerij aan de verdachte toekwam. De verdachte heeft hiermee uitvoeringshandelingen verricht en is daarom ten aanzien van deze kwekerij aan te merken als medepleger.
Kwekerij Callantsoog
Het hof acht niet bewezen dat de verdachte uitvoeringshandelingen heeft verricht ten behoeve van de kwekerij in Callantsoog. Dat de verdachte wist dat [naam 5] een hennepkwekerij had en korte tijd na de ontdekking van deze kwekerij [naam 4] informeert dat hij daar niet meer hoeft te werken, is onvoldoende. Het hof zal de verdachte daarvan vrijspreken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 15-800402-15:
1.
hij op 12 september 2015 te Den Helder tezamen en in vereniging met anderen, met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal:
- tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en stompen en schoppen en
- met een vuurwapen tegen het hoofd te slaan en
- vast te pakken en te duwen en over de grond te slepen en
- met knuppels en met scheppen tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te slaan, ook terwijl die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] op de grond lagen;
2.
hij op 12 september 2015 te Den Helder, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader opzettelijk dreigend:
- om die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] heen gaan staan en blijven staan, terwijl die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] op de grond lagen
en
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader daarbij opzettelijk dreigend:
- een wapen op (het hoofd van) die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] gericht en gericht gehouden en
- daarbij die [slachtoffer 1] toegevoegd de woorden: "Ik schiet je door je kop, ik schiet je door je kop" en "je komt mijn vrouw en kind bedreigen, ik pak jouw vrouw en je kind" en
- daarbij die [slachtoffer 2] toegevoegd de woorden: "Zie je wel, ik zei nog, speel niet met ons" en "ik maak je dood, ik maak je dood" en "Moet ik je doodmaken, moet ik je doodmaken".
Zaak met parketnummer 15-743219-13 (gevoegd):
3.
hij op tijdstippen in de periode van 5 februari 2013 tot en met 19 september 2013 te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon en te Den Helder en te Wons, gemeente Súdwest-Fryslân, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of geteeld opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid hennep te weten hennepstekken en hennepplanten;
4.
hij op 19 september 2013 te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 12.984 gram hennep;
5.
hij op 19 september 2013 te Hippolytushoef, gemeente Hollands Kroon, wapens van categorie III, te weten een revolver (merk: Smith & Wesson, type: .38 Special CTG) en een Riot-gun (merk: Mossberge) en een vuurbuks (merk: Baikal), en munitie van categorie III, te weten 6 patronen (behorende bij voornoemde revolver), voorhanden heeft gehad.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.
Het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak parketnummer
15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bewezenverklaarde veroordeeld tot gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 107 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar en een taakstraf van 240 uur.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 tot en met 5 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 133 dagen, met aftrek, en een taakstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis.
De raadsvrouw heeft het hof – kort gezegd - verzocht bij het bepalen van de op te leggen straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de redelijke termijn.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte en zijn mededaders (een groep van in totaal minimaal zeven personen) hebben de twee slachtoffers naar de growshop van de verdachte laten komen, waar kort daarvoor de nodige voorbereidingen waren getroffen voor een confrontatie. Zo is er onder meer ruimte gemaakt door een tafel te verplaatsen, zijn er voorwerpen (schep en knuppel) gepakt en hebben enkele verdachten bivakmutsen opgezet. De twee slachtoffers zijn bij binnenkomst direct geslagen en geschopt. Daarbij zijn scheppen en knuppels gebruikt. Ook nadat de twee slachtoffers op de grond lagen, zijn de verdachte en zijn mededaders de slachtoffers blijven schoppen en slaan.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft vervolgens een wapen op de slachtoffers gericht waarbij hij hen samen met de verdachte met de dood heeft bedreigd. Dit alles moet zeer bedreigend en angstaanjagend voor de slachtoffers zijn geweest. De slachtoffers hebben als gevolg van de mishandeling letsel opgelopen en pijn ondervonden.
Het hof houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met het feit dat de mishandeling en bedreiging er vooral op waren gericht de slachtoffers af te schrikken en dat de slachtoffers (daardoor) geen zwaar letsel hebben opgelopen. Daarbij komt dat op basis van het dossier voldoende aannemelijk is dat de slachtoffers zelf ook niet van onbesproken gedrag waren.
Verder heeft de verdachte zich in 2013 gedurende een periode van ruim een halfjaar bezig gehouden met de teelt van en de handel in hennep. De verdachte was onder meer betrokken bij twee hennepkwekerijen. Daarnaast heeft de verdachte bijna 13 kilogram hennep (henneptoppen) voorhanden gehad in zijn woning, bestemd voor handelsdoeleinden. De verdachte heeft hiermee bijgedragen aan het in stand houden van het illegale drugscircuit in Nederland met alle nadelige aspecten die daar aan kleven. Cannabis is bij regelmatig gebruik niet alleen schadelijk voor het welzijn van de (vaak jeugdige) gebruikers, maar is daarnaast vaak direct en indirect oorzaak van vele vormen van criminaliteit en overlast. Verder heeft de verdachte een geladen revolver, een Riot-gun en een vuurbuks voorhanden gehad. Dergelijke zware wapens worden doorgaans gebruikt voor de zwaarste vormen van criminaliteit. Het ongecontroleerd bezit van deze wapens en munitie vormt een groot gevaar voor de samenleving.
De ernst van al deze feiten rechtvaardigt in beginsel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof stelt echter vast dat het recht van de betrokkene om binnen een redelijke termijn te worden berecht, als bedoeld in artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, is geschonden. Als uitgangspunt geldt dat de berechting van de zaak in eerste aanleg behoort te zijn afgerond met een einduitspraak binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen. Op 12 september 2015 (in de zaak met parketnummer 15-800402-15) en 19 september 2013 (in de zaak met parketnummer 15-743219-13), de data waarop de verdachte in verzekering is gesteld, is de redelijke termijn aangevangen. De rechtbank heeft op 1 april 2021 vonnis gewezen. Hieruit volgt dat in eerste aanleg sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van drie jaar en zes maanden in de zaak met parketnummer
15-800402-15 en vijf jaar en zes maanden in de zaak met parketnummer 15-743219-13. Ook in hoger beroep is de redelijke termijn geschonden. Op 14 april 2021 is namens de verdachte hoger beroep ingesteld. Het hof doet bij arrest van 13 augustus 2024 einduitspraak. Hieruit volgt dat in hoger beroep sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van ruim 1 jaar en 4 maanden. Het hof is van oordeel dat dit matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben. Daarom wordt de verdachte een volledig onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd gelijk aan de duur van het voorarrest van in totaal 133 dagen. Het hof ziet geen redenen om daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Verder is het hof van oordeel dat een taakstraf van 200 uur aan de verdachte moet worden opgelegd.

Beslag

De in beslag genomen voorwerpen, die nog niet zijn teruggegeven, te weten:
 nr. 2: 23.00 STK munitie (497280);
 nr. 7: 1.00 STK tas inh. Nuon zegels (451073);
 nr. 16: 1.00 STK tas sport, inhoud canacutter (465561);
 nr. 17: 1.00 STK gereedschap cannacutter, droogmolen cannabis (465559);
 nr. 18: 1.00 STK gereedschap cannacutter, droogmolen cannabis (165562);
 nr. 21: 1.00 STK signal interceptor (471096);
 nr. 22: 1.00 STK stoorzender (471097),
behoren aan de verdachte toe. Zij zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het onder in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 begane misdrijf aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en/of de wet en/of zij kunnen dienen tot de belemmering van de opsporing van soortgelijke feiten.
Het hof is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 nr. 1: 2.00 stk muts kl: blauw (497286);
 nr. 14: 1.00 STK keukenmachine vacuum (465553);
 nr. 15: 1.00 STK tas sport, inhoud 4 lege sporttassen in tas (465560);
 nr. 19: 1.00 STK blik frisdank (444229);
 nr. 20: 1.00 STK map, inhoudende kentekenbewijs (452423);
 nr. 23: 1.00 STK papier, A4 papier (452452);
 nr. 24: 1.00 STK papier, A4 (452450);
 nr. 25: 1.00 STK schaar (452446);
 nr. 26: 1.00 STK sleutel (451194);
 nr. 27: 1.00 STK verpakkingsmateriaal sealbag (452429);
 nr. 28: 1.00 STK weegschaal, SONIC (452427);
 nr. 29: 2.00 STK papier (452617);
 nr. 30: 2.00 STK tuinartikel, crusher (451070),
dienen te worden teruggegeven aan de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, de artikelen 9, 22c, 22d, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 63, 285, 300 en 301 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 15-800402-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-743219-13 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
133 (honderddrieëndertig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
nr. 2: 23.00 STK munitie (497280);
nr. 7: 1.00 STK tas inh. Nuon zegels (451073);
nr. 16: 1.00 STK tas sport, inhoud canacutter (465561);
nr. 17: 1.00 STK gereedschap cannacutter, droogmolen cannabis (465559);
nr. 18: 1.00 STK gereedschap cannacutter, droogmolen cannabis (165562);
nr. 21: 1.00 STK signal interceptor (471096);
nr. 22: 1.00 STK stoorzender (471097).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
nr. 1: 2.00 stk muts kl: blauw (497286);
nr. 14: 1.00 STK keukenmachine vacuum (465553);
nr. 15: 1.00 STK tas sport, inhoud 4 lege sporttassen in tas (465560);
nr. 19: 1.00 STK blik frisdank (444229);
nr. 20: 1.00 STK map, inhoudende kentekenbewijs (452423);
nr. 23: 1.00 STK papier, A4 papier (452452);
nr. 24: 1.00 STK papier, A4 (452450);
nr. 25: 1.00 STK schaar (452446);
nr. 26: 1.00 STK sleutel (451194);
nr. 27: 1.00 STK verpakkingsmateriaal sealbag (452429);
nr. 28: 1.00 STK weegschaal, SONIC (452427);
nr. 29: 2.00 STK papier (452617);
nr. 30: 2.00 STK tuinartikel, crusher (451070).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. L.F. Roseval en I.A. Groenendijk, in tegenwoordigheid van
mr. C. van der Laan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 augustus 2024.
De oudste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]