ECLI:NL:GHAMS:2024:2584
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van raadsheren in hoger beroep tegen beslissing notariskamer
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2024 een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekers, die in hoger beroep gingen tegen een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch. De hoofdzaak betreft een klacht die door verzoekers was ingediend, maar die op 20 november 2023 niet ontvankelijk was verklaard. Verzoekers hebben op 19 juli 2024 een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren die de hoofdzaak behandelden, maar dit verzoek werd op 25 juli 2024 niet-ontvankelijk verklaard. Na een tweede wrakingsverzoek op 29 juli 2024, dat werd behandeld op 12 augustus 2024, hebben de raadsheren laten weten niet te berusten in het wrakingsverzoek en zijn zij niet verschenen op de zitting. Verzoekers hebben hun gronden voor wraking toegelicht, waarbij zij stelden dat de raadsheren partijdig waren in hun bejegening en in de weergave van de zitting. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekers overwogen en geconcludeerd dat er sprake is van een objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid, wat heeft geleid tot de toewijzing van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken door de betrokken raadsheren en griffier.