ECLI:NL:GHAMS:2024:2560
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens verboden onderverhuur door huurder
In deze zaak vordert de woningcorporatie Ymere de ontbinding van de huurovereenkomst met haar huurder, [appellant], en de ontruiming van de gehuurde woning. Ymere beschuldigt [appellant] van verboden onderverhuur van de sociale huurwoning. De kantonrechter heeft na het horen van getuigen de verboden onderverhuur bewezen geacht en de vorderingen van Ymere toegewezen. Het hof bekrachtigt dit vonnis. De zaak is in hoger beroep gekomen na een dagvaarding van [appellant] op 22 december 2022, tegen een vonnis van de kantonrechter van 3 oktober 2022. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 augustus 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] de woning in strijd met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst heeft onderverhuurd aan derden, wat schadelijk is voor de sociale huurmarkt. Het hof oordeelt dat de tekortkoming van [appellant] de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De grieven van [appellant] worden verworpen en het hof bekrachtigt het bestreden vonnis, waarbij [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.