ECLI:NL:GHAMS:2024:2543
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en echtscheiding tussen echtgenoten met verschillende nationaliteiten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep inzake de echtscheiding en het huurrecht van de echtelijke woning tussen een man met de Turkse nationaliteit en een vrouw met de Nederlandse nationaliteit. De rechtbank Amsterdam had op 17 januari 2024 de echtscheiding uitgesproken en het huurrecht van de echtelijke woning aan de vrouw toegewezen. De man, die in hoger beroep ging, betwistte deze beslissing en stelde dat hij een groter belang had bij het huurrecht, aangezien de vrouw mogelijkheden had om bij familie te verblijven. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juli 2024 werd duidelijk dat de man in een kwetsbare positie verkeerde, met gezondheidsproblemen en geen alternatieve woonruimte. De vrouw daarentegen had een netwerk van familieleden waar zij tijdelijk kon verblijven, maar had ook te maken met psychische problemen door de relatie met de man. Het hof oordeelde dat de echtscheiding terecht was uitgesproken en dat de man huurder van de echtelijke woning moest worden, waarbij de belangen van beide partijen zorgvuldig werden afgewogen. De beslissing werd op 20 augustus 2024 openbaar uitgesproken.