Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
geneesheer-directeur van de betrokkene tijdens een multidisciplinair gesprek op 4 juli 2024. Bij de onder 3.2 genoemde brief is namens de geneesheer-directeur kenbaar gemaakt dat de behandelaren de wens van de betrokkene om terug te keren naar Uruguay ondersteunen. Zij achten het mentorschap niet langer nodig en zijn voornemens om de zorgmachtiging medio september 2024 op te heffen. De zorgmachtiging fungeert, tot het moment van opheffing, nog als vangnet zodat de verhuizing naar Uruguay goed verloopt, aldus de behandelaren van GGZ-NHN. Naar het oordeel van het hof is, gelet op de huidige omstandigheden, dan ook onvoldoende gebleken dat een mentorschap thans nog noodzakelijk is. Het hof zal het (subsidiaire) verzoek van de betrokkene in zoverre toewijzen, dat het mentorschap per heden wordt opgeheven.
mr. G.W. Brands-Bottema, in tegenwoordigheid van mr. M. Hermans als griffier en is op 20 augustus 2024 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.