5.1Het hof overweegt dat 1883 c.s. ook in hoger beroep spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
5.2.1 1883c.s. hebben in hun inleidende dagvaarding gewezen op de forumkeuze voor de Nederlandse rechter die is opgenomen in artikel 13 van de APVG. Dat betekent dat ingevolge artikel 25 van de Brussel I bis-Verordening de Nederlandse rechter in elk geval bevoegd is om van het geschil jegens contractpartij Google kennis te nemen. 1883 c.s. hebben voorts gewezen op de samenhang van het geschil jegens Google USA met het geschil jegens Google. Zij wijzen daarnaast erop dat de schade door het advertentieverbod zich voordoet in Nederland. Daarmee is eveneens gegeven dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van het geschil jegens Google USA kennis te nemen. Google c.s. hebben een en ander overigens niet bestreden.
5.2.2 1883c.s. hebben er tevens op gewezen dat artikel 13 van de APVG bepaalt dat Nederlands recht van toepassing is op de overeenkomsten tussen 1883 respectievelijk 1843 en Google. Het hof zal deze rechtskeuze, die door Google c.s. niet is betreden, respecteren. Partijen hebben ook overigens, gelet op hun proceshouding, impliciet gekozen voor de toepasselijkheid van Nederlands recht.
5.3.1 1883c.s. voeren bij grief I aan dat de voorzieningenrechter een aantal feiten en gronden onbenoemd heeft gelaten. Zij wijzen in de eerste plaats erop dat zij een abonnee-informatiedienst aanbieden en dat dit niet expliciet door Google is verboden. Het advertentieverbod heeft immers betrekking op ‘telefoongids-, doorschakel- en opnameservices’, aldus 1883 c.s.
5.3.2Het hof begrijpt dat 1883 c.s. hiermee opnieuw aan de orde willen stellen dat Google c.s. hun beleid onjuist hebben toegepast. Het hof volgt 1883 c.s. daarin niet. Volgens de toelichting op het advertentieverbod bij de toevoeging van “telefoongids-, doorschakel- en opnameservices” in maart 2020 (zie 3.5) gaat het meestal om services waarbij een telefoonnummer moet worden gebeld om een ander telefoonnummer te verkrijgen of om te worden doorverbonden met een andere service. De dienst van 1883 c.s. valt onder deze beschrijving. Gelet op de advertentietekst en de inhoud van de landingspagina is het immers de bedoeling dat de consument belt naar het telefoonnummer van 1883 respectievelijk 1843 waarna een medewerker van hun callcenter het door die consument gezochte telefoonnummer noemt en hem of haar desgewenst met dat verzochte nummer doorverbindt. Er is geen grond om te veronderstellen dat het beleid van Google c.s. vereist dat na het bellen van het servicenummer automatisch – dus zonder menselijke tussenkomst – wordt doorgeschakeld naar het andere nummer, zoals 1883 c.s. kennelijk menen.
5.3.3 1883c.s. wijzen bij deze grief nog erop dat in Nederland gedetailleerde regels van kracht zijn voor de door haar geleverde dienst, dat de ACM deze regels handhaaft, dat Google c.s. een machtspositie hebben op de markt voor online zoekadvertenties, dat Google c.s. misbruik maken van deze positie als zij een onbillijke voorwaarde hanteren, dat een voorwaarde alleen billijk is als deze objectief noodzakelijk is en evenredig voor het bereiken van een legitiem doel en dat de bewijslast daarvan rust op de dominante onderneming.
5.3.4Het hof zal een en ander meenemen bij de beoordeling of Google c.s. misbruik maken van hun machtspositie. Het hof merkt daarbij wel op dat de stelplicht en bewijslast van misbruik van een economische machtspositie ligt bij degene die zich daarop beroept en dus bij 1883 c.s. Google c.s. hebben overigens niet, althans niet gemotiveerd, betwist dat zij een machtspositie hebben op de online advertentiemarkt, zodat daarvan kan worden uitgegaan.
5.3.5 1883c.s. betogen bij grief II dat het door de voorzieningenrechter aangehaald rapport van Motivaction van 30 maart 2021 achterhaald is door nieuwe regelgeving. Zij verwijzen daartoe naar het gewijzigde Nummerplan en de gewijzigde Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (Rude) en melden dat zij aan deze nieuwe regelgeving voldoen doordat zij op hun websites niet langer contactgegevens van bedrijven opnemen. Het hof zal ook deze stellingen meenemen bij het beantwoorden van de vraag of Google c.s. misbruik maken van hun machtspositie.
Misbruik van economische machtspositie?
5.4.1De grieven II tot en met VII, IX en X (deels) betreffen alle het oordeel van de voorzieningenrechter dat niet is gebleken dat Google c.s. misbruik maken van hun machtspositie. 1883 c.s. voeren bij deze grieven, kort gezegd, het volgende aan. De vrijheid van onderneming en de informatievrijheid van Google c.s. worden begrensd door het mededingingsrecht. Met het advertentieverbod verbieden Google c.s. een volstrekt legitieme dienst. Een absoluut verbod op advertenties is bovendien niet noodzakelijk en niet evenredig omdat Nederland gedetailleerde regelgeving heeft ter bescherming van consumenten en in de ACM een actieve toezichthouder heeft (grief III). Google c.s. sluiten met het verbod concurrenten uit ten gunste van hun eigen diensten (grief IV). Het is onwaarschijnlijk dat consumenten zich misleid voelen door 1883 c.s. (grief V en VI). Er is geen plaats voor een belangenafweging als het gaat om misbruik van een economische machtspositie. Het absolute advertentieverbod is onevenredig (grief VII). 1883 c.s. ondernemen niet op de rand van het toelaatbare (grief IX). Handhaving van het advertentieverbod is onrechtmatig jegens 1883 c.s. (grief X, eerste onderdeel). Deze grieven falen op grond van het volgende.
5.4.2Google c.s. legitimeren het beleid om geen advertenties te plaatsen van nummerinformatie- en doorschakeldiensten als volgt. In het verleden is gebleken dat met advertenties voor deze diensten vaak misleiding van consumenten plaatsvindt. Dat heeft aandacht gekregen van Nederlandse en buitenlandse wetgevers en toezichthouders, en van consumentenorganisaties en heeft die aandacht nog steeds. Google c.s. hanteerden al jaren een streng beleid jegens nummerinformatie- en doorschakeldiensten. Misleiding was niet toegestaan en het aanbieden van diensten die ook gratis beschikbaar zijn, was verboden. Google c.s. bleven echter misbruik zien en klachten over misleiding bleven binnenkomen. Handhaving op deze wijze bleek te complex zodat Google c.s. besloten tot een algeheel verbod op advertenties betreffende deze soort dienst per maart 2020.
5.4.3Nummerinformatiediensten waren in de vorige eeuw nog een belangrijke manier om telefoonnummers te vinden, aldus Google c.s., maar zijn eigenlijk overbodig omdat de meeste consumenten zelf gemakkelijk telefoonnummers kunnen vinden op het internet. Een dienst als door 1883 c.s. geleverd kost 120 cent per minuut. De teller blijft doorlopen nadat is doorgeschakeld naar het verzochte nummer, ook als de consument in de wacht staat. Juist dat in de wacht staan komt vaak voor bij klantenservices van bedrijven waar de dienst van 1883 c.s. zich specifiek op richt. Dat leidt tot veel klachten van consumenten die zich dat niet realiseren en achteraf met hoge kosten worden geconfronteerd, zo blijkt uit reacties op internetfora. Google c.s. hebben in het verleden, in de jaren 2021 en 2022, meermalen advertenties van 1883 c.s. geweigerd op grond van hun beleid. Nadat zij signalen ontvingen dat nog steeds advertenties werden getoond voor nummerinformatie- en doorschakeldiensten, hebben zij de websites van 1883 c.s. beoordeeld en vastgesteld dat adverteren voor de diensten van 1883 c.s. in strijd is met het advertentieverbod, aldus steeds Google c.s. Google c.s. hebben daarom op 1 april 2023 de maatregel genomen die het onmogelijk maakt om voor de diensten van 1883 c.s. te adverteren in Google Ads, waarmee zij kennelijk bedoelen dat niet naar de websites van 1883 c.s. kan worden verwezen.
5.4.4Het hof is van oordeel dat 1883 c.s., tegen de achtergrond van deze door Google c.s. geschetste en onvoldoende weersproken omstandigheden, onvoldoende hebben aangevoerd om te concluderen dat Google c.s. met het door hen gevoerde beleid en de specifiek jegens 1883 c.s. genomen maatregel misbruik hebben gemaakt van hun economische machtspositie.
5.4.5Daaraan kan in elk geval niet bijdragen dat Google c.s. met haar beleid verder gaat dan de Nederlands regelgeving en/of het beleid van de Nederlandse toezichthouder ten aanzien van nummerinformatie- en doorschakeldiensten. Google c.s. hebben de vrijheid om op te treden op een wijze die het risico op misleiding van consumenten kleiner maakt dan die regelgeving vereist. Uit de geschetste omstandigheden blijkt bovendien dat er voldoende aanleiding bestond om, in plaats van specifieke verboden, te kiezen voor een verder strekkend, algemeen geformuleerd advertentieverbod. Er bleven immers klachten binnenkomen ondanks het strenge beleid jegens nummerinformatie- en doorschakeldiensten. De klachten maken duidelijk dat consumenten zich misleid voelden nadat zij gebruik maakten van de diensten van 1883 c.s. Google c.s. hebben voldoende voorbeelden overgelegd van klachten van consumenten over de kosten die hun daarna in rekening werden gebracht, ook klachten die dateren van na het aanscherpen van de regelgeving in november 2022. Het staat Google c.s. vrij om consumenten zoveel mogelijk te vrijwaren van de mogelijkheid tot misleiding, zowel in het belang van die consumenten als om Google c.s.’ eigen reputatie op orde te houden. Al met al is de conclusie dat het beleid en de maatregel een legitiem doel dienen.
5.4.6Dat het beleid om advertenties te weren noodzakelijk is in verband met het nastreven van een legitiem doel, volgt al uit het voorgaande. Google c.s. hebben daaraan nog toegevoegd dat uit het rapport van Motivaction blijkt dat slechts 5 procent van de gebruikers van nummerinformatie- en doorschakeldiensten daadwerkelijk gebruik wil maken van een dergelijke dienst en dat de consumentenschade dus groot is. Dat versterkt het beeld dat het beleid noodzakelijk is. 1883 c.s. heeft daar tegenover gesteld dat maar een zeer klein deel van haar klanten klachten heeft geuit. Dat doet echter onvoldoende af aan het resultaat van het onderzoek. 1883 c.s. wijzen ook nog erop dat zij voldoen aan de (nieuwe) regelgeving van oktober 2022. Het is volgens hen dan ook onwaarschijnlijk dat consumenten zich misleid voelen. De consument moet immers expliciet toestemming geven om te worden doorverbonden en krijgt allerlei meldingen over tarieven en dat zij te maken hebben met een informatiedienst en niet met het gezochte nummer van een ander bedrijf. Dat doet echter evenmin voldoende af aan de resultaten van bovenstaand onderzoek en aan de nog steeds binnenkomende klachten. 1883 c.s. houden bij een en ander onvoldoende rekening met de kennelijk minder oplettende consument waarvan Google c.s. zich het lot hebben aangetrokken en hebben mogen aantrekken. Daarbij komt dat de dienst die 1883 c.s. leveren een inherent risico op misleiding in de zin van onverwachte of minst genomen te vermijden kosten in zich draagt. Met een en ander is overigens ook gegeven dat – naast het generieke advertentieverbod – de specifieke maatregel jegens 1883 c.s. noodzakelijk was. Zij bleven immers adverteren voor diensten die onder het advertentieverbod vallen.
5.4.7 1883c.s. stellen nog dat zij voor online adverteren en daarmee voor het drijven van een levensvatbare nummerinformatiedienst zijn aangewezen op Google Ads. Door het beleid en de maatregel kunnen zij niet meer via Google Ads adverteren. Het heeft dan ook geen zin om de advertenties en hun websites zo aan te passen dat deze volgens Google c.s. niet meer misleidend zijn; zij mogen immers toch geen advertenties meer plaatsen. Google c.s. zouden daarom moeten volstaan met minder vergaande maatregelen, aldus 1883 c.s. Het hof gaat niet mee in dit betoog. 1883 c.s. hebben niet aangevoerd dat zij de door hen geleverde dienst wezenlijk van aard willen veranderen en met die gewijzigde dienst willen adverteren op Google Ads. Zolang zij dat niet doen, is de jegens hen genomen maatregel niet disproportioneel. Dat zij daarmee hun bedrijfsvoering niet zinvol kunnen voortzetten is een risico dat inherent is aan hun bedrijfsmodel en dient dan ook voor hun rekening te blijven. Dat het beleid en de jegens hen gerichte maatregel disproportioneel zouden zijn hebben zij dan ook niet aangetoond.
5.4.8 1883c.s. hebben niets anders gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het beleid en de maatregel disproportioneel zouden zijn en/of niet evenredig zouden zijn aan het daarmee te dienen legitieme doel.
5.4.9 1883c.s. voeren naast het voorgaande nog aan dat een consument die een telefoonnummer van een bedrijf zoekt, dat kan vinden door te zoeken in de zoekmachine van Google c.s. of door te bellen met de door Google c.s. geleverde dienst. Google c.s. hanteren het advertentieverbod dan ook tegen concurrenten ten voordele van hun eigen diensten. Google c.s. streven dus helemaal geen legitiem doel na, aldus nog steeds 1883 c.s. Naar het oordeel van het hof hebben 1883 c.s. echter, na betwisting daarvan door Google c.s., geenszins aangetoond dat zij op dezelfde markt opereren als Google c.s., laat staan dat het oneigenlijke doel van Google c.s. zou zijn het weren van concurrenten in hun markt.
Overige gronden en vorderingen
5.5.1 1883c.s. beroepen zich bij grief VIII erop dat zij er gerechtvaardigd op hebben mogen vertrouwen dat het advertentieverbod niet op hun dienst van toepassing is. Google c.s. hebben immers in 2020 al een beschrijving ontvangen van de dienst die 1883 leverde. Zij hebben zich daarna niet beroepen op het advertentieverbod maar juist de schorsing van het account van 1883 opgeheven, aldus 1883 c.s. Google c.s. stellen hier tegenover dat de schorsing van het account in 2020 een andere grond had dan het advertentieverbod. Zij wijzen voorts erop dat 1883 c.s. kennis heeft kunnen nemen van het advertentieverbod en daarmee hebben ingestemd, en dat zij in 2020 en 2021 meermalen advertenties van 1883 c.s. hebben geweigerd wegens dat advertentieverbod.
5.5.2Voor zover 1883 c.s. met het voorgaande een beroep hebben willen doen op rechtsverwerking, faalt dat beroep. Google c.s. hebben er terecht op gewezen dat 1883 c.s. reeds bij het aanmaken van hun accounts kennis hebben kunnen nemen van het advertentieverbod en daarmee hebben ingestemd. In dat advertentieverbod staat duidelijk omschreven dat advertenties voor nummerinformatie- en doorschakeldiensten verboden zijn. 1883 c.s. zijn voor 1 april 2023 meermalen geconfronteerd met dat verbod doordat door hen aangeboden advertenties wegens dat verbod zijn geweigerd. Er is dan ook geen grond voor hun stelling dat zij er gerechtvaardigd op hebben mogen vertrouwen dat de door hen aangeboden dienst niet onder het verbod viel. Dat er daarnaast ook door hen aangeboden advertenties zijn geaccepteerd, is onvoldoende om anders te oordelen.
5.5.3Bij grief X voeren 1883 c.s. nog aan, zo begrijpt het hof, dat een beroep op het advertentieverbod in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij voeren bij hun grief echter niet aan op grond van welke omstandigheden deze conclusie moet worden getrokken, zodat het hof daaraan voorbij gaat. De algemene verwijzing in de grief naar de dagvaarding en pleitnota in eerste aanleg, zonder enige vindplaats te noemen, kan niet als een kenbare (toelichting op de) grief worden aangemerkt, Daarbij is verder van belang dat door hen wel kenbaar in hoger beroep aangevoerde omstandigheden niet ertoe hebben geleid dat hun beroep op misbruik van economische machtspositie slaagt.
5.5.4Grief XI luidt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat de pogingen om het advertentieverbod te omzeilen voldoende grond opleveren voor schorsing van de accounts van 1883 c.s. In de toelichting op deze grief wijzen zij op hetgeen zij ten aanzien van het advertentieverbod hebben opgeworpen. Deze gronden zijn hiervoor reeds besproken en verworpen zodat ook deze grief faalt.
5.6.1Het hof verwerpt het bewijsaanbod van 1883 c.s. Een kort geding leent zich in beginsel niet voor bewijslevering. 1883 c.s. hebben bovendien geen bewijs aangeboden van voldoende concrete feiten die, indien bewezen, tot een ander oordeel in deze zaak kunnen leiden.
5.6.2De grieven treffen geen doel. Er is geen grond voor toewijzing van enig onderdeel van het gevorderde. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. 1883 c.s. zijn in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zullen daarom worden veroordeeld in de proceskosten daarvan. Het hof stelt deze kosten als volgt vast:
- griffierecht € 783,-
- salaris advocaat
€ 2.428,-(tarief II, 2 punten)
Totaal € 3.211,-