ECLI:NL:GHAMS:2024:240
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens ontbreken van grieven en niet verschijnen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 29 december 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1977, was niet verschenen ter terechtzitting in hoger beroep en zijn raadsvrouw was niet gemachtigd om hem te vertegenwoordigen. Hierdoor was er geen schriftelijke indiening van grieven en ook geen mondelinge bezwaren tegen het eerdere vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een verder onderzoek in de zaak rechtvaardigde. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.