ECLI:NL:GHAMS:2024:236

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
23-003425-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en integrale vrijspraak in openlijke geweldpleging en mishandeling

Op 15 januari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 22 december 2021. De verdachte, geboren in 1992, was beschuldigd van openlijke geweldpleging en mishandeling van de benadeelde partij op 3 juli 2021 in Beverwijk. De tenlastelegging omvatte het slaan, stompen en trappen van de benadeelde partij. Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat het dossier onvoldoende bewijs biedt voor de overtuiging dat de verdachte de ten laste gelegde handelingen heeft gepleegd. De verklaringen van de betrokkenen waren tegenstrijdig en er waren geen camerabeelden van het incident beschikbaar. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte integraal vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Daarnaast heeft de benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding ingediend, die in eerste aanleg gedeeltelijk was toegewezen. Het hof heeft geoordeeld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in zijn vordering, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003425-21
datum uitspraak: 15 januari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 22 december 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-241455-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1992,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 3 juli 2021 te Beverwijk openlijk, te weten, op de Koningstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon te weten [benadeelde partij01] door
- die [benadeelde partij01] meermaals, althans éénmaal, in het gezicht, althans tegen het lichaam, te slaan en/of
stompen en/of
- die [benadeelde partij01] meermaals, althans éénmaal, tegen het lichaam te trappen en/of
- die [benadeelde partij01] onderuit te trappen waardoor hij ten val is gekomen;
subsidiair
hij op of omstreeks 3 juli 2021 te Beverwijk [benadeelde partij01] heeft mishandeld door die [benadeelde partij01] meermaals, althans éénmaal, tegen het lichaam te trappen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte van de gehele tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat op 3 juli 2021 in de rij voor café [bedrijf01] te Beverwijk op enig moment een conflictsituatie is ontstaan tussen enerzijds de aangever [benadeelde partij01] en anderzijds de medeverdachte [medeverdachte01] waarbij sprake is geweest van fysiek contact en waarbij zowel de aangever als [medeverdachte01] letsel hebben opgelopen. Van het incident zijn geen camerabeelden beschikbaar en de verklaringen van de verdachten, aangever en een vriend van aangever over wat precies tijdens het conflict is voorgevallen lopen uiteen. Mede in het licht van de stellige ontkenning van de verdachte, biedt het dossier het hof onvoldoende basis voor de overtuiging dat de verdachte de ten laste gelegde handelingen (al dan niet in vereniging) heeft gepleegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.662,87. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 3.010,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal en de raadsvrouw hebben zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Het hof overweegt als volgt
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair bewezenverklaarde tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
Ten aanzien van de door de benadeelde partij en door de verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken (proces)kosten zal het hof bepalen dat iedere partij de eigen kosten draagt.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.R.A. Meerbeek, mr. E. van Die en mr. D.A.G. van Toor, in tegenwoordigheid van
mr. L.C. de Groot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 januari 2024.
Mr. Van Toor is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.