ECLI:NL:GHAMS:2024:231
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van de mentor afgewezen in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van de mentor van [de dochter]. [Verzoekster] had in hoger beroep de beschikking van de kantonrechter van 4 april 2023 aangevochten, waarin haar verzoek om de moeder van [de dochter] als mentor te ontslaan en haarzelf als nieuwe mentor aan te stellen, was afgewezen. De kantonrechter had in plaats daarvan de moeder als mentor behouden en [X] B.V. benoemd tot bewindvoerder.
Het hof heeft vastgesteld dat [de dochter], geboren in 1989, een verstandelijke beperking heeft en niet in staat is haar voorkeur voor een mentor kenbaar te maken. De moeder van [de dochter] heeft zich neergelegd bij het feit dat zij niet meer als mentor kan optreden, maar heeft zich uitgesproken tegen de benoeming van [verzoekster] tot mentor. Het hof heeft de voorkeur van de moeder zwaar laten wegen, mede gezien het wantrouwen dat zij jegens [verzoekster] koestert.
Het hof heeft geoordeeld dat de huidige mentor, [X] B.V., de belangen van [de dochter] het beste kan behartigen, gezien de professionele ervaring en de rol als bewindvoerder. De vertrouwensband tussen [verzoekster] en [de dochter] is onvoldoende om haar als mentor aan te stellen, vooral gezien het gebrek aan contact tussen [verzoekster] en de moeder. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarmee het verzoek van [verzoekster] is afgewezen.