ECLI:NL:GHAMS:2024:230
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de vaststelling van ouderschap en verzoek om DNA-onderzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het ouderschap van de man ten aanzien van [dochter]. De zaak is gestart door [verzoekster], die in hoger beroep is gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin het ouderschap van de man werd vastgesteld. [Verzoekster] verzoekt om een DNA-onderzoek om te bevestigen of de man de vader is van [dochter]. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen gerede twijfel bestond over het vaderschap van de man, ondanks het feit dat hij [dochter] nooit formeel heeft erkend. Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de verklaringen van de betrokken partijen en de familie. Het hof concludeert dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat de stelling van [dochter] dat de man haar vader is, niet voldoende is betwist door [verzoekster]. Het hof wijst het verzoek om DNA-onderzoek af, omdat dit geen absoluut uitsluitsel zal geven zonder bronmateriaal van de man en de moeder. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd, en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt.