ECLI:NL:GHAMS:2024:2273

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
14 augustus 2024
Zaaknummer
200.340.122/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing enquêteverzoek in verband met belangenafweging en financiële middelen voor onderzoek

In deze zaak heeft Sneakerfirma Holding B.V. op 17 april 2024 een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Het verzoek omvatte een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sneakerfirma Amsterdam B.V. over de periode vanaf 22 juni 2023, alsmede onmiddellijke voorzieningen zoals de schorsing van de bestuurder van Sneakerfirma Amsterdam en het onderbrengen van de voorraad bij een derde. Sneakerfirma Holding en [belanghebbende] zijn beide aandeelhouders van Sneakerfirma Amsterdam, maar de samenwerking tussen hen is misgelopen, wat heeft geleid tot een impasse in het bestuur.

De Ondernemingskamer heeft de zaak op 16 mei 2024 behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De Ondernemingskamer constateerde dat er geen sluitende administratie was van Sneakerfirma Amsterdam en dat er twijfels bestonden over de financiële situatie van de vennootschap. Ondanks de gegronde redenen voor een onderzoek, bleek dat Sneakerfirma Amsterdam niet in staat was de kosten van een dergelijk onderzoek te betalen. Zowel Sneakerfirma Holding als [belanghebbende] waren niet bereid de kosten voor te schieten.

Uiteindelijk heeft de Ondernemingskamer op 14 augustus 2024 het verzoek van Sneakerfirma Holding afgewezen. De Ondernemingskamer oordeelde dat de doeleinden van het enquêterecht niet konden worden gediend, omdat het onderzoek niet gefinancierd kon worden. Sneakerfirma Holding werd als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 4.347. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.340.122/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 14 augustus 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SNEAKERFIRMA HOLDING B.V.,
gevestigd te Wervershoof,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M. Koudstaal, kantoorhoudende te Bloemendaal,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SNEAKERFIRMA AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende],
gevestigd te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.J.B. Baarspul, kantoorhoudende te Amsterdam.
Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid als Sneakerfirma Holding, Sneakerfirma Amsterdam en [belanghebbende] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Sneakerfirma Holding heeft bij verzoekschrift van 17 april 2024 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Sneakerfirma Amsterdam over de periode vanaf 22 juni 2023;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. [belanghebbende] te schorsen als bestuurder van Sneakerfirma Amsterdam en een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Sneakerfirma Amsterdam;
b. [belanghebbende] te gelasten de voorraad van Sneakerfirma Amsterdam onder te brengen bij een derde, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
3. [belanghebbende] te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
[belanghebbende] heeft bij verweerschrift van 1 mei 2024 de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Sneakerfirma Holding af te wijzen, althans daarbij te bepalen dat Sneakerfirma Holding een voorschot van € 25.000 dient te voldoen voor de kosten van het onderzoek en de bestuurder. [belanghebbende] heeft, voor het geval de Ondernemingskamer het verzoek om een onderzoek te gelasten toewijst verzocht, samengevat,
1. als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. Sneakerfirma Holding te schorsen als bestuurder van Sneakerfirma Amsterdam; en
b. mr. Baarspul of een door de Ondernemingskamer aan te wijzen ander te benoemen om Sneakerfirma Amsterdam in een lopende procedure als advocaat te vertegenwoordigen,
c. althans, subsidiair, een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Sneakerfirma Amsterdam;
2. Sneakerfirma Holding te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Sneakerfirma Holding heeft bij verweerschrift van 10 mei 2024 verzocht het (voorwaardelijk) verzoek van [belanghebbende] niet-ontvankelijk te verklaren of af te wijzen.
1.4
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 16 mei 2024. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en wat mr. Koudstaal betreft onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties. Nadat mr. Baarspul bezwaar had gemaakt tegen de omvang van de producties en het tijdstip waarop ze zijn toegestuurd heeft mr. Koudstaal toegelicht dat op de inhoud van de producties geen beroep wordt gedaan en deze alleen zijn toegestuurd om te demonstreren dat deze stukken zo nodig beschikbaar zijn voor een eventueel te gelasten onderzoek. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2.Inleiding en feiten

2.1
Deze zaak gaat over de mislukte samenwerking tussen [A] (hierna: [A] ) en [B] (hierna: [B] ).
2.2
Sneakerfirma Amsterdam dreef een onderneming die zich bezighield met de verkoop van vintage sneakers in een winkel aan de Amsterdamse Kalverstraat.
2.3
Sneakerfirma Holding en [belanghebbende] houden elk 50% van de aandelen in Sneakerfirma Amsterdam. Zij vormen samen het bestuur van Sneakerfirma Amsterdam en zijn als bestuurders gezamenlijk bevoegd Sneakerfirma Amsterdam te vertegenwoordigen.
2.4
[A] houdt alle aandelen in Sneakerfirma Holding en is haar enige bestuurder. [B] houdt alle aandelen in [belanghebbende] en is haar enige bestuurder.
2.5
[A] is op jonge leeftijd begonnen met de (online) handel in vintage sneakers. Dit heeft geleid tot het openen van winkels met de naam ‘Sneakerfirma’ in Hoorn en in Haarlem. De winkel in Hoorn is een door [A] gedreven eenmanszaak. De winkel in Haarlem wordt geëxploiteerd door Sneakerfirma Haarlem B.V. (hierna Sneakerfirma Haarlem), een op 12 januari 2023 opgerichte dochtervennootschap van Sneakerfirma Holding.
2.6
[B] is een ervaren ondernemer met onder meer ervaring in vastgoed.
2.7
[A] en [B] zijn medio 2023 met elkaar in contact gekomen waarbij het idee ontstond om samen in Amsterdam een
pop-up-storete beginnen. [B] zou zorgen voor een tijdelijke winkelruimte en [C] CnF – de boekhouder van [B] – zou de administratie verzorgen. [A] zou zorgen voor voorraad, een bedrijfsleider en personeel. Partijen hebben afgesproken dat zij allebei € 40.000 aan startkapitaal zouden bijdragen; [B] in contanten, [A] in de vorm van een handelsvoorraad sneakers.
2.8
Sneakerfirma Amsterdam is op 22 juni 2023 opgericht. Omdat Sneakerfirma Amsterdam nog geen eigen bankrekening had, is afgesproken dat tijdelijk gebruik gemaakt zou worden van een bankrekening bij Knab op naam van [A] . [B] heeft zijn inbreng van € 40.000 op die Knab-rekening gestort.
2.9
Op 27 juni 2023 heeft [A] namens Sneakerfirma Haarlem een consignatieovereenkomst gesloten met SamSupplyWest (hierna: SamSupply) op basis waarvan Sneakerfirma Haarlem door SamSupply in consignatie gegeven sneakers zou bewaren en verkopen.
2.1
Op 29 juni 2023 is namens Sneakerfirma Amsterdam een huurovereenkomst getekend voor een tijdelijke winkelruimte in de Kalverstraat in Amsterdam. De winkel is ingericht en daarin is een handelsvoorraad sneakers ondergebracht. Op 7 juli 2023 is de winkel in Amsterdam geopend. Omdat Sneakerfirma Amsterdam nog geen eigen bankrekening had, werden de kassa en pinautomaten van de winkel gekoppeld aan een bankrekening van [A] , die ook gebruikt werd door Sneakerfirma Haarlem.
2.11
Op 9 juli 2023 heeft [B] op aandringen van [A] nog eens € 20.000 op de Knab-rekening overgemaakt ten behoeve van Sneakerfirma Amsterdam. [A] zou zijn aandeel voldoen door een aanvullende voorraad sneakers te leveren. Op 13 juli 2023 heeft [B] voor Sneakerfirma Amsterdam een bankrekening aangevraagd bij Rabobank.
2.12
Eind juli 2023 is een lekkage ontstaan in de winkelruimte. Op 31 juli 2023 heeft ASR als verhuurder van het winkelpand aan [B] laten weten dat ze slecht contact kunnen krijgen met [A] .
2.13
Vanaf midden augustus 2023 heeft [B] aan [A] gevraagd hem te voorzien van financiële informatie en concrete gegevens over inkoop, verkoop en kosten. [B] heeft erop aangedrongen dat de administratie van Sneakerfirma Amsterdam aan [C] CnF ter beschikking zou worden gesteld en dat een bankrekening bij Rabobank zou worden geopend.
2.14
Omdat concrete antwoorden en toetsbare informatie van [A] uitbleven, heeft op 1 september 2023 een gesprek plaatsgevonden op het kantoor van [C] CnF. Tijdens dat gesprek heeft [A] aan onder meer [B] toegezegd de benodigde administratie te zullen aanleveren. Verder heeft hij toegang verleend tot de bankrekening waarop de pinbetalingen van Sneakerfirma Amsterdam binnen kwamen. Daarbij bleek dat die bankrekening ook gebruikt werd voor de winkel in Haarlem.
2.15
Ondanks herhaald aandringen heeft [A] geen sluitende administratie van Sneakerfirma Amsterdam aangeleverd. Uit onderzoek van [C] CnF bleek dat betalingen op of van de bankrekening van [A] niet steeds herleidbaar waren tot een specifieke transactie of winkel. Op 4 september 2024 ontving [B] een overzicht van de voorraad die bij Sneakerfirma Amsterdam aanwezig zou zijn. Op 5 september 2023 heeft [B] aan [A] geschreven dat op basis van de opgegeven voorraad en een omzet van € 210.000 er nog een groot bedrag aan liquiditeit zou moeten zijn of dat een aanzienlijk deel van de voorraad mist.
2.16
Op 7 september 2023 heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden bij [C] CnF. [A] heeft opnieuw geen administratie aangeleverd en nog steeds was niet duidelijk welke betalingen ten behoeve van Sneakerfirma Amsterdam waren gedaan en welke ten behoeve van Sneakerfirma Haarlem of de winkel in Hoorn. Op 7 september 2023 heeft de verhuurder van het winkelpand aan [B] laten weten dat Sneakerfirma Amsterdam de huur voor de maanden augustus en september 2023 niet had voldaan.
2.17
In de vroege ochtend van 8 september 2023 heeft [B] de bewakingscamera’s van de winkel in de Kalverstraat uitgeschakeld en een groot deel van de voorraad meegenomen.
2.18
Bij brief van 8 september 2023 heeft [B] aan [A] geschreven dat hij de voorraad had ‘veiliggesteld’ omdat er diverse ernstige onregelmatigheden waren gebleken. Volgens [B] zit er een groot gat in de exploitatie en heeft het er alle schijn van dat de voorraad uit Amsterdam, althans de opbrengst daarvan gebruikt wordt om de winkels in Haarlem en Hoorn te bekostigen, terwijl schuldeisers van Sneakerfirma Amsterdam onbetaald blijven. [B] dringt erop aan dat partijen bespreken op welke wijze zij uit elkaar gaan.
2.19
Bij gebreke van voorraad is de winkel van Sneakerfirma Amsterdam aan de Kalverstraat niet meer open gegaan. De onderneming van Sneakerfirma Amsterdam is gestaakt. [A] en [B] zijn het niet eens geworden over de wijze waarop de vennootschap geliquideerd moet worden. [B] heeft de voorraad van Sneakerfirma Amsterdam onder zich gehouden.
2.2
Op 23 januari 2024 is Sneakerfirma Haarlem in staat van faillissement verklaard.
2.21
Bij dagvaarding van 19 februari 2024 heeft SamSupply gevorderd dat Sneakerfirma Amsterdam, [A] , [belanghebbende] en [B] worden veroordeeld tot – kort gezegd – teruggave van een hoeveelheid aan Sneakerfirma Amsterdam in consignatie gegeven Sneakers, dan wel betaling van € 45.046.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Sneakerfirma Holding heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sneakerfirma Amsterdam en dat de toestand van de vennootschap nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting heeft Sneakerfirma Holding – samengevat – naar voren gebracht dat [B] eigenmachtig de voorraad van Sneakerfirma Amsterdam heeft ontvreemd en weigert deze terug te geven. Weliswaar was de administratie van Sneakerfirma Amsterdam niet op orde, maar [B] weigert nu ten onrechte mee te werken aan een ordentelijke vereffening. Intussen is in het bestuur van Sneakerfirma Amsterdam een impasse ontstaan waardoor geen besluiten meer kunnen worden genomen, aldus Sneakerfirma Holding.
3.2
[belanghebbende] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en – kort gezegd – aangevoerd dat niet [B] maar [A] verantwoordelijk is voor de ontstane situatie, zodat het veel meer in de rede ligt dat, als er al moet worden ingegrepen, Sneakerfirma Holding wordt geschorst als bestuurder van Sneakerfirma Amsterdam.
3.3
De Ondernemingskamer stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat er geen sluitende administratie is van Sneakerfirma Amsterdam. In het verlengde daarvan is niet duidelijk in hoeverre [A] aan zijn inbrengverplichtingen heeft voldaan, hoe de over de bankrekening van [A] gelopen geldstromen verdeeld moeten worden tussen Sneakerfirma Amsterdam, de in Hoorn gedreven eenmanszaak van [A] en Sneakerfirma Haarlem en aan wie de voorraden toebehoren. Verder houdt [B] nog steeds een groot deel van de voorraad van Sneakerfirma Amsterdam onder zich en is de winkel in Amsterdam inmiddels gesloten. Partijen zijn het er ook over eens dat sprake is van een impasse in het bestuur van Sneakerfirma Amsterdam. De onderneming van Sneakerfirma Amsterdam is gestaakt en de vennootschap kan niet meer beschikken over liquide middelen, maar partijen slagen er niet in om tot overeenstemming te komen over een ontbinding en ordentelijke vereffening van de vennootschap. Dit alles levert zonder meer gegronde redenen op voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sneakerfirma Amsterdam, die in beginsel het gelasten van een onderzoek kunnen rechtvaardigen.
3.4
Op grond van artikel 2:350 lid 3 BW worden de kosten van een te gelasten onderzoek betaald door de vennootschap. In dit geval staat vast dat Sneakerfirma Amsterdam dat niet kan betalen. Desgevraagd heeft Sneakerfirma Holding ter zitting meegedeeld dat zij niet bereid is de kosten van het onderzoek voor Sneakerfirma Amsterdam voor te schieten. Ook [belanghebbende] is daartoe niet bereid. Sneakerfirma Holding heeft nog geopperd dat [belanghebbende] veroordeeld zou moeten worden om de kosten van het onderzoek te dragen, maar de Ondernemingskamer ziet onvoldoende aanleiding om in dit geval af te wijken van het wettelijk uitgangspunt dat de vennootschap de kosten van het onderzoek betaalt. Daarmee staat op voorhand vast dat een eventueel te gelasten onderzoek niet kan worden gefinancierd en dus niet zal worden uitgevoerd, zodat de doeleinden van het enquêterecht in deze procedure niet kunnen worden gediend of bereikt. Bij die stand van zaken leidt een belangenafweging alsnog tot de slotsom dat het verzoek om een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van Sneakerfirma Amsterdam moet worden afgewezen. Aan de vraag of onmiddellijke voorzieningen moeten worden getroffen wordt dan niet meer toegekomen.
3.5
De Ondernemingskamer zal het verzoek van Sneakerfirma Holding afwijzen. Sneakerfirma Holding zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek van Sneakerfirma Holding B.V. af;
veroordeelt Sneakerfirma Holding B.V. in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van [belanghebbende] begroot op € 4.347;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en prof. dr. A.J. Brouwer RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.