De moeder heeft bij notariële akte van 31 januari 2017 een levenstestament op laten maken, waarin, voor zover hier van belang, het volgende is vermeld:
“(…)
DOEL VAN DIT LEVENSTESTAMENT
Met dit levenstestament wil ik mede voorzien in de situatie dat ik om wat voor reden dan ook niet meer zelf kan handelen. Ik tref daartoe de volgende maatregelen:
Ik geef een
algemenevolmacht om mijn vermogensrechtelijke en andere zakelijke belangen te behartigen. (…)
Ik tref deze maatregelen om te voorkomen dat ik onder curatele word gesteld, dat over mijn goederen beschermingsbewind of ten behoeve van mij mentorschap wordt ingesteld. Ook als ik niet meer wilsbekwaam ben (…) blijft dit levenstestament met de daarin opgenomen volmachten gelden. (…)
Ik benoem tot mijn algemeen gevolmachtigde: mijn dochter, [de dochter] . (…)
Indien zij deze benoeming niet aanvaardt of niet kan aanvaarden benoem ik in haar plaats tot algemeen gevolmachtigde haar echtgenoot, de [echtgenoot] . (…)
De gevolmachtigde is
niet verplicht rekening en verantwoording aan mij of mijn erfgenamen af te leggen. (…)
Giften
De gevolmachtigde mag giften doen aan mijn kinderen en mijn kleinkinderen – echter pas nadat mijn woning zal zijn verkocht – als dat met het oog op belastingbesparing gunstig is. Ik wens dat mijn kinderen en kleinkinderen daarbij gelijk worden behandeld (…). (…) Er moet voldoende liquide vermogen overblijven om in mijn verzorging te voorzien (…).
Woning
Mijn woning mag worden verkocht als ik mijn intrek neem in een verpleeg- of verzorgingsinstelling en er geen zicht is op mijn terugkeer naar die woning.
(…)
Deze volmacht is erop gericht geen bewind, mentorschap of curatele te hoeven aanvragen. Stelt de rechter desondanks een bewind en/of mentorschap in (…), dan geldt het volgende. (…) Ik spreek de uitdrukkelijke voorkeur uit dat de rechter een door mij onder I. aangewezen gevolmachtigde tot bewindvoerder benoemt.”