ECLI:NL:GHAMS:2024:2247
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging wegens vuurwerkdelicten
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het opslaan, vervaardigen en ter beschikking stellen van vuurwerk en pyrotechnische artikelen zonder de vereiste kennis. De advocaat-generaal heeft tijdens de regiezitting op 16 november 2021 toegezegd dat de raadsman inzage in het dossier zou krijgen, maar deze toezegging is niet nagekomen. Dit tijdsverloop en de aard van de zaak hebben geleid tot de vordering van de advocaat-generaal om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd, waarbij het heeft overwogen dat de advocaat-generaal zelf de niet-ontvankelijkheid heeft gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. De beslissing is genomen in het licht van de specifieke omstandigheden van de zaak, waaronder het tijdsverloop en de toezegging van de advocaat-generaal.