In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2024 een beschikking gegeven in het kader van een enquêteprocedure betreffende de vennootschap Image Building Holding B.V. De procedure was gestart naar aanleiding van een verzoek van Miller B.V. en Loods B.V. om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Image Building Holding en haar dochteronderneming Image Building B.V. over de periode vanaf 2011. De Ondernemingskamer had eerder mr. E.M. Soerjatin benoemd als onderzoeker en had onmiddellijke voorzieningen getroffen, waaronder de schorsing van de bestuurders van Image Building Holding.
Echter, in een e-mail van 11 juli 2024 heeft de OK-bestuurder verzocht om ontheffing uit zijn functie vanwege een ernstig liquiditeitstekort bij Image Building Holding. Dit tekort maakte het onmogelijk om de kosten van de OK-bestuurder te betalen. De Ondernemingskamer heeft vervolgens partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op dit verzoek. Op 16 juli 2024 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer aangegeven dat, gezien de ontvangen reacties, de Ondernemingskamer voornemens was om de OK-bestuurder te ontheffen en de enquêteprocedure te beëindigen.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat Image Building Holding niet in staat is om de kosten van een vervangende OK-bestuurder te betalen en dat er geen andere betrokkenen zijn die deze kosten willen of kunnen dekken. Hierdoor kon het bevolen onderzoek niet worden gefinancierd en was er geen belang meer bij de voortzetting van de procedure. De Ondernemingskamer heeft daarom besloten de procedure te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen. De beschikking is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 22 juli 2024.