Op 30 juli 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 november 2023. De verdachte, geboren in 1985, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was vrijgesproken van bedreiging van slachtoffer 2 en mishandelingen van slachtoffer 1. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de verdachte terecht vrijgesproken heeft van deze feiten, en verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dat gericht is tegen deze vrijspraken.
Het hof bevestigt het vonnis van de politierechter, behalve ten aanzien van de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel. Het hof legt een contactverbod op met slachtoffer 1 voor de duur van vijf jaar, met vervangende hechtenis van drie dagen per overtreding. Dit besluit is genomen ter bescherming van het slachtoffer, gezien de ernst van de situatie en de angst die het slachtoffer ervaart. Het hof heeft ook overwogen dat de verdachte eerder contact heeft gezocht met het slachtoffer na het verbreken van de relatie, wat de noodzaak van de maatregel onderstreept.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en houdt rekening met de reeds ondergane periode van de vrijheidsbeperkende maatregel die door de politierechter was opgelegd. Het hof heeft de tijd die de verdachte al onderworpen is geweest aan de maatregel in mindering gebracht op de nieuwe maatregel. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. M. Jeltes, die buiten staat was om te ondertekenen.