Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
3.De beslissing
de reguliere zorgregeling,met ingang van september 2024, als volgt:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling en hoofdverblijfplaats van drie minderjarige kinderen, geboren in 2013, 2014 en 2020. De vader, verzoeker in hoger beroep, verzoekt om een wijziging van de zorgregeling, zodat de kinderen in de even weken bij hem verblijven. De moeder, verweerster in hoger beroep, verzoekt om handhaving van de huidige regeling waarbij de kinderen bij haar wonen. Het hof heeft eerder op 22 augustus 2023 een beschikking gegeven waarin de zorgregeling pro forma was aangehouden in afwachting van hulpverlening. De Raad voor de Kinderbescherming heeft advies uitgebracht over de situatie van de kinderen, waarbij zorgen zijn geuit over hun sociaal-emotionele ontwikkeling door de complexe scheidingsproblematiek van de ouders. Het hof heeft de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder gehandhaafd, omdat zij altijd de hoofdverzorgende is geweest. De zorgregeling is aangepast, zodat de kinderen om het weekend bij de vader verblijven en ook op woensdagmiddag omgang hebben. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij het hof rekening heeft gehouden met hun wensen en de noodzaak om de reisbewegingen te beperken. De nieuwe zorgregeling gaat in na de zomervakantie van 2024.