In deze zaak gaat het om een geschil tussen De Pastafabriek B.V. en Gro-Tech Bedrijfskeuken Inrichting B.V. over de vergoeding voor werkzaamheden die Gro-Tech heeft verricht in het kader van een opdracht voor het ontwerp van een productiekeuken. De Pastafabriek heeft de opdracht beëindigd en stelt dat de vergoeding beperkt is tot € 2.000,00, terwijl Gro-Tech een bedrag van € 17.434,59 vordert. De zaak is in hoger beroep gekomen na een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, die De Pastafabriek had veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag. De Pastafabriek heeft in hoger beroep geconcludeerd dat het vonnis vernietigd moet worden, terwijl Gro-Tech in incidenteel hoger beroep de toewijzing van de contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten heeft aangevochten. Het hof heeft geoordeeld dat de vergoeding niet beperkt is tot € 2.000,00, maar dat De Pastafabriek de gemaakte kosten van Gro-Tech moet vergoeden, inclusief de contractuele rente en incassokosten. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter in zoverre vernietigd en de vorderingen van Gro-Tech toegewezen. De Pastafabriek is veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.