In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de erkenning van de minderjarige kinderen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] door de man, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had op 7 november 2023 het verzoek van de man om vervangende toestemming tot erkenning afgewezen en hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling. De man is het niet eens met deze beslissing en heeft op 7 februari 2024 hoger beroep ingesteld. De moeder, die het gezag over de kinderen uitoefent, is het wel eens met de eerdere beschikking.
Tijdens de procedure is mr. M.P.D. de Mönnink benoemd tot bijzondere curator voor de kinderen, maar het hof heeft vernomen dat zij met pensioen is gegaan. Dit heeft geleid tot de noodzaak om een nieuwe bijzondere curator te benoemen. Mr. C.L. Verhoeven heeft zich bereid verklaard deze rol op zich te nemen. Het hof heeft besloten dat de bijzondere curator de belangen van de kinderen zal behartigen en dat zij zich schriftelijk kan uitlaten over het geschil, met betrekking tot de afstamming van de kinderen. De beslissing van het hof omvat ook de benoeming van de nieuwe bijzondere curator en de verdere procedure rondom de erkenning van de kinderen door de man.