Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De vorderingen
in principaal hoger beroepgeconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis voor wat betreft het de bestreden onderdelen aangaat zal vernietigen, althans te herzien door de man in de in zijn memorie van grieven besproken vorderingen ontvankelijk te verklaren en deze toe te wijzen, alsmede door de vrouw in de in de memorie van grieven besproken vorderingen niet ontvankelijk te verklaren, althans deze af te wijzen.
in incidenteel hoger beroepgeconcludeerd, na vermeerdering van eis, dat het hof zal bepalen dat de man een bedrag van € 3.156,20 aan de vrouw dient te betalen (bestaande uit een bedrag van € 1.723,-, zijnde de helft van de VvE-kosten, een bedrag van € 1.353,20, zijnde de helft van de kosten verkoopklaar maken en € 80,- inzake kosten bankbeslag) met veroordeling van de man in de werkelijke proceskosten van de procedures in eerste aanleg en in hoger beroep, vast te stellen op € 10.000,- in eerste aanleg en € 4.500,- in hoger beroep.
3.Feiten
4.Beoordeling
“Langs deze weg wil ik je zeggen dat ik niets meer betaal aan [ B-straat] en ook niet meer betaal aan de kosten van het huis in Indonesië.”.
de proceskosten in conventiete compenseren, zal bekrachtigen. De proceskosten in hoger beroep zullen eveneens worden gecompenseerd. Daarmee wijst het hof eveneens het verzoek van de vrouw tot een veroordeling in de werkelijke proceskosten af.
de proceskosten in reconventieheeft veroordeeld. Het hof neemt ten aanzien van een proceskostenveroordeling de in 4.17. vermelde overwegingen van de voorzieningenrechter over en maakt deze tot de zijn. Het hof ziet in hetgeen de vrouw heeft aangevoerd echter onvoldoende grond om de man te veroordelen in de daadwerkelijke kosten van de procedure. Immers, niet kan worden geoordeeld dat sprake is van misbruik van recht of onrechtmatig handelen.