Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[geïntimeerde 1] ,
1.De zaak in het kort
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
International Business Companynaar het recht van de Britse Maagdeneilanden (BVI), opgericht op 24 juni 2002. In verband met die oprichting heeft [naam 4] medio 2002 [naam 1] gevraagd om kort gezegd een zogenoemde BVI-vennootschap en een Zwitserse bankrekening te verzorgen. Na tussenkomst van [naam 1] is daarop Worthing opgericht door een zogenoemde
registered agentop de Britse Maagdeneilanden.
Memorandum of Association) van Worthing heeft de vennootschap een maatschappelijk kapitaal van US$ 50.000,00 onderverdeeld in 50.000 aandelen met een nominale waarde van US$ 1,00. Verder is in de akte van oprichting bepaald dat de bestuurders de vrijheid hebben bij besluit te bepalen welke aandelen worden uitgegeven op naam (
registered shares) en welke aandelen worden uitgegeven aan toonder (
shares issued to bearer).
Articles of Association) van Worthing volgt verder dat er een aandelenregister is waarin de namen van de houders van aandelen op naam worden geregistreerd. Zij zijn evenals degenen die zich hebben ingeschreven voor aandelen aan toonder, kort gezegd gerechtigd om een schriftelijk bewijs van hun aandelenbezit te ontvangen (een zogenoemd
certificate). Voor aandelen aan toonder wordt verder een registratie op nummer bijgehouden. De Statuten bevatten tevens een arbitrageclausule.
registered agentheeft op 4 september 2002 op de voet van artikel 47 van Worthing’s statuten Dominion Management Holdings Ltd (hierna: Dominion) benoemd tot enig bestuurder (
sole director). Dominion is een door [naam 1] bestuurde vennootschap. Eveneens op 4 september 2002 heeft Dominion als bestuurder besloten het maatschappelijk kapitaal van Worthing te verdelen in 25.000 aandelen op naam en 25.000 aandelen aan toonder.
Director’s Resolution(bestuursbesluit), gedateerd 4 september 2002, waarin staat:
that as a matter of corporate policy all bearer shares issued by the Company may be redeemed, cancelled and/or re-issued at any time at the sole discretion of the director of the Company; (…)
beneficial owner of the assets concerned’is. Dit formulier is vervolgens aan de bank verstrekt.
Director’s Resolutiondie namens Dominion door hem is ondertekend en die is gedateerd 15 oktober 2002, vastgelegd dat de onder 3.10 genoemde bewijzen van toonderaandelen 1 en 2 worden ingetrokken en dat er nieuwe bewijzen 1 en 2 zullen worden uitgegeven, eveneens genummerd 1 en 2 en gedateerd 4 september 2002. [geïntimeerde 1] is hiervan niet op de hoogte gesteld.
authorised custodianzijn gedeponeerd, vanaf dat moment
immobilisedof
disabled.[geïntimeerde 1] heeft zijn beide aandelen aan toonder niet gedeponeerd en niet laten omzetten in aandelen op naam.
sole directorgenomen bestuursbesluiten zijn vastgelegd (zoals de hiervoor onder 3.11 en 3.13 bedoelde besluiten uit 2002).
Notarial Certificatevan 22 juli 2015 van een notaris op de Britse Maagdeneilanden staat in het
Register of Members(aandeelhoudersregister) van Worthing dat:
4.Het geschil in eerste aanleg en in hoger beroep
5.Beoordeling
tax optimalizationvoor het vermogen van de families [naam 10] en [naam 6] , zo stelt hij. Met andere woorden: er was sprake van een schijnconstructie. Dat [naam 1] niet uit eigen middelen heeft betaald, betekent echter nog niet dat hij geen belang kan hebben gehad bij de deal. Een schuld kan immers ook met vreemd vermogen worden betaald, zoals een banklening. Daarvan is hier kennelijk sprake geweest, naast een forse vendor loan. Die laatste drukte niet direct op het actief van [naam 1] , maar wat betreft de (blijkbaar veel geringere) banklening kan dat wel het geval zijn geweest. [naam 1] kan daar in het kader van een schijnconstructie echter ook voor gecompenseerd zijn. In het licht van alle omstandigheden, is dan ook bepaald niet uit te sluiten dat de overdracht naar de Nederlandse vennootschap uitsluitend is geschied in het kader van een constructie ter ontwijking van belasting ten behoeve van de familie(s) [naam 5] en/of [naam 6] . Daaruit is niet af te leiden dat [naam 1] een eigen materieel belang had bij die overdracht, zoals Niaga c.s. betogen.
sole director.Daarmee ontstaat dan het volgende beeld. De aandeelhouder van het Sterling Macro Fund is bestuurd door een bestuurder die zijn bevoegdheden fors overschreed terwijl hij op geen enkele wijze werd gecontroleerd door de beweerdelijk enig aandeelhouder die zich jarenlang volledig afzijdig heeft gehouden. Omdat er door de bestuurder ook aandelen zijn uitgegeven aan zichzelf en anderen, is er sprake van een uiterst schimmige situatie. Wezenlijke vennootschapsrechtelijke principes die beogen duidelijke verhoudingen te scheppen, lijken te zijn genegeerd. Daarbij valt allereerst op dat de materieel gerechtigden tot het vermogen steeds buiten beeld blijven. Ook is opvallend dat er - afgezien van het handelen van [naam 1] op het moment dat hij zelf financieel in zwaar weer kwam - geen aanwijzingen zijn dat de formele partijen (de bestuurder en de aandeelhouder) voor zichzelf geld hebben onttrokken aan dat vermogen. Dit alles duidt op een schijnconstructie ter bescherming van het vermogen van de familie(s) [naam 5] en/of [naam 6] , waarbij de bestuurder en de aandeelhouder van Worthing slechts een instrumentele rol vervulden, waaraan feitelijk nauwelijks invulling werd gegeven. Naar het oordeel van het hof is door Niaga c.s. terecht aangevoerd dat de rechtbank dit onvoldoende heeft onderkend.
assumption) dat een BVI-rechter aan Niaga het handelen van [naam 1] zou tegenwerpen. Uit de opinie van [naam 15] van 19 april 2016 volgt echter dat daarvoor er tenminste sprake moet zijn geweest van wetenschap of kennis bij Niaga dat [naam 1] zijn bevoegdheden had overschreden (pagina 42 en 43). Ook [naam 14] lijkt daar op pagina 12 van zijn opinie overigens van uit te gaan. De vraag wat in dit opzicht precies aan Niaga kan worden tegengeworpen blijft evenwel onbeantwoord. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat het feit dat onvoldoende duidelijk is waarom Niaga zou kunnen worden tegengeworpen dat zij de aandelen in Worthing heeft verworven, ook naar het recht van de Britse Maagdeneilanden aan toewijzing van [geïntimeerde 1] ’ vordering in de weg staat.