Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1. ASPEN UNDERWRITING LIMITED,
2. HISCOX DEDICATED CORPORATE MEMBER LIMITED.
3. APRILGRANGE LIMITED,
4. F&G UK UNDERWRITERS LIMITED
5. MSI CORPORATE CAPITAL LIMITED
6. CHAUCER CORPORATE CAPITAL (NO.3) LIMITED,
7. MARKEL CAPITAL LIMITED,
8. ARGENTA UNDERWRITING NO. 2 LIMITED,
9. ARGENTA UNDERWRITING NO. 3 LIMITED,
10. VIS UK CORPORATE MEMBER LIMITED (voorheen Argenta Underwriting No. 8 Limited),
11. ARGENTA UNDERWRITING NO. 9 LIMITED,
12. CHARIOT (II) UNDERWRITING LIMITED,
13. MFB CORPORATE MEMBER LIMITED,
14. RANSOME'S UNDERWRITING LIMITED,
17. TALISMAN CORPORATE UNDERWRITING 1999 LIMITED,
18. TALISMAN CORPORATE UNDERWRITING 2000 LIMITED,
19. TALISMAN CORPORATE UNDERWRITING LIMITED,
20. LABUAN RE UNDERWRITING LIMITED,
21. HARDY UNDERWRITING LIMITED,
22. ARIG CAPITAL LIMITED,
23. GRACECHURCH UTG NO. 374 LIMITED (voorheen Hardy I.C. Limited),
24. QBE CORPORATE LIMITED,
25. ENDURANCE CORPORATE CAPITAL LIMITED (voorheen Montpelier Capital Limited),
26. ROYAL & SUN ALLIANCE INSURANCE PLC,
1.De zaak in het kort
assignmentnaar Engels recht.
Settlement Agreementgesloten op grond waarvan USD 22 miljoen moest worden betaald aan de makelaar. Aan deze
Settlement Agreementis een brief aangehecht van de bank waarin zij toestemming geeft voor deze betaling en tevens dat is afgesproken dat dit bedrag verrekend zal worden met de openstaande lening en dat de makelaar het bedrag zal overmaken aan de bank.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
ssignmentnaar Engels recht. Op 11 februari 2013 is tussen Kairos en de bank een “Deed of Assignment m.v. Atlantik Confidence” overeengekomen, die onder andere de volgende bepaling bevat:
loss payable clauseovereengekomen, waarin is bepaald dat Kairos respectievelijk Zigana:
assignmenten de genoemde
loss payable clauseis mededeling gedaan aan de verzekeraars.
release letterof het ‘betaalbriefje’ en door de hierna genoemde Supreme Court als
Letter of Authority. Het hof zal hierna, in navolging van de Supreme Court spreken van
Letter of Authority.
Settlement Agreementen die voor zover in dit geding van belang als volgt luidt:
4.Beoordeling
mispresentation(onjuiste voorstelling van zaken) door of namens de bank. Verzekeraars voeren daartoe aan dat de bank - vrij vertaald - kwalitatief aansprakelijk (
vicarious liability) is voor de onjuiste mededelingen van de verzekerden, omdat in hun visie sprake is van
ostensibleen/of
apparent authorityvan de bank bij het melden van de schade bij verzekeraars en het daarbij voorspiegelen dat die het gevolg was van een verzekerd evenement, resulterend in een vaststellingsovereenkomst. Bovendien heeft de bank ook zelf een onjuiste mededeling gedaan door het verstrekken van de
Letter of Authorityaan de verzekerde, waarin expliciet althans impliciet staat dat sprake is van verzekerd verlies waarmee de bank de claim heeft gelegitimeerd en die verzekerde presenteerde aan verzekeraars waarmee zij werden bewogen om tot uitkering over te gaan ten behoeve van de bank. De verzekerde handelde hierbij als
agentvan de bank. Door het verstrekken van de
Letter of Authorityheeft de bank volgens verzekeraars in elk geval de
mispresentationsvan de verzekerden bij het melden van de schade geautoriseerd.
mistakeen op die grond kan worden teruggevorderd (
restitution). Daartoe stellen zij primair dat de bank op grond van de
loss payable clauseheeft te gelden als
payee, en subsidiair als
beneficiary. Volgens verzekeraars is Willis bij zijn handelen opgetreden als
agentvan de bank. Verzekeraars betogen dat de betaling van verzekeraars aan Willis en de betaling van Willis aan de bank als
co-ordinated actions and a single schemegekwalificeerd moeten worden. Doordat de uitkering ten goede is gekomen aan de bank, ten koste van verzekeraars, is volgens verzekeraars sprake van
unjust enrichment.
Settlement Agreement. De
Letter of Authorityhoudt niet meer in dan dat de bank ermee instemde dat verzekeraars de verzekeringspenningen aan de makelaar van hun verzekerden (Willis) zouden betalen en dat zij bevestigde dat verzekeraars daarmee ook jegens de bank gekweten waren. Willis is ten aanzien van die betaling niet te beschouwen als
agentvan de bank. De betaling aan Willis geldt als een betaling aan verzekerden op grond van de
Settlement Agreement. Zij betwist dat de betalingen kwalificeren als
co-ordinated transactions and a single scheme. De betalingen van verzekerden aan de bank strekten (deels) tot het aflossen van een opeisbare vordering en hebben niet geleid tot
unjust enrichment.Zelfs als dat wel het geval zou zijn, dan kan de bank zich beroepen op de verweren
good considerationen
change of position.
mispresentation.Zij stellen dat het niet anders kan zijn dan dat de verzekerden daarbij handelden namens en ten behoeve van de bank. Daarbij gaan verzekeraars ervan uit dat de bank, op grond van de
assignmenten de
loss-payable clauseals enige recht had op uitkering onder de polis.
Letter of Authority.
implied authority).
assignmentmoest worden gekwalificeerd als een
equitable assignmenten niet als een
legal assignment. Dat is in de onderhavige procedure geen onderwerp van geschil. Ook niet in geschil is dat, zoals uit de uitspraken van de Court of Appeal en de Supreme Court volgt, de verzekerden daarbij zelf het recht hebben behouden “
to pursue a claim under the Policy in their own name”.
Settlement Agreementkonden sluiten, zij het dat, zonder toestemming van de bank, verzekeraars door uitkering aan verzekerden niet jegens de bank zouden zijn gekweten.
Settlement Agreementtussen verzekeraars en de verzekerden. De bank is geen partij daarbij. In de
Settlement Agreementis expliciet vermeld dat de verzekeraars het overeengekomen bedrag zullen betalen aan de verzekerden, door overmaking daarvan aan
‘Willis on behalf of the Assureds’.
Settlement Agreementgedroegen als
agentvan de bank, is verder niet feitelijk onderbouwd. Zowel de Court of Appeal als de Supreme Court hebben vastgesteld dat de verzekerden niet handelden namens de bank. In de onderhavige procedure hebben verzekeraars geen feiten of omstandigheden gesteld die tot een ander oordeel kunnen leiden. Met name is niet gesteld op welke mededeling of welke feitelijke gedraging van de verzekerden deze stelling is gebaseerd. De bank stelt daarentegen dat verzekerden volledig buiten haar om een claim hebben ingediend en dat zij haar ook niet op de hoogte hebben gehouden van de onderhandelingen. Zij onderbouwen dit met overgelegde getuigenverklaringen ( [naam 7] en [naam 8] ) en een e-mail van een medewerker van de verzekerden ( [naam 9] ). Verzekeraars hebben hiertegen niets ingebracht. Niet valt in te zien waarom de verzekeraars desalniettemin gerechtvaardigd erop mochten vertrouwen dat de verzekerden namens de bank handelden.
Letter of Authority. Verzekerden handelden volgens hen als
agentnamens de bank bij het presenteren van de
Letter of Authorityaan verzekeraars. Volgens verzekeraars bevat de
Letter of Authorityzelf een onjuiste voorstelling van zaken, door de verwijzing naar de brand en het zinken van het Schip en het gebruik van de term
casualty, zodat het presenteren van de
Letter of Authoritydoor verzekerden aan verzekeraars kwalificeert als een
mispresentation.Verder impliceerde het via verzekerden presenteren van de
Letter of Authorityaan de verzekeraars in zichzelf al het door de bank innemen van het standpunt dat sprake was van een verzekerd verlies. De bank is hiermee kwalitatief aansprakelijk voor de
mispresentations.
mispresentationsvan de verzekerden heeft overgenomen (
adoptionof
approval), althans mochten verzekeraars dat zo begrijpen.
Letter of Authorityis een verklaring die de bank ondertekende op verzoek van verzekerden. Aangenomen dat de verzekerden handelden als
agentdoor deze
Letter of Authorityaan verzekeraars te overhandigen, kan daaruit niet worden afgeleid dat verzekerden de claim hebben ingediend namens de bank in plaats van namens zichzelf. De verzekerden hebben daarmee, als
agentvan de bank, aan de verzekeraars laten weten dat de bank er mee instemde dat verzekeraars de verzekeringspenningen zouden betalen aan Willis en dat zij daarmee waren gekweten van hun verplichting jegens de bank om uitkeringen onder de polis aan de bank te doen toekomen. Het hof wijst erop dat ook de High Court en de Court of Appeal tot die conclusie kwamen. Verzekeraars hebben geen feiten en omstandigheden aangevoerd die het hof tot een andere conclusie leiden.
Letter of Authorityis gehecht aan de
Settlement Agreementmaakt dat niet anders. Anders dan verzekeraars veronderstellen kan in de
Letter of Authority
Letter of Authoritykan in de context van het voorgaande niet anders worden begrepen dan dat de bank instemt met de betaling door verzekeraars aan Willis en bevestigt dat verzekeraars, door die betaling aan Willis jegens haar gekweten zullen zijn. De
Letter of Authorityis niet een instructie aan verzekeraars maar een (voorwaardelijke) instemming. Dit strookt met de bewoordingen van de
Settlement Agreement, waarin wordt gesproken van
consentvan de bank. Ook sluit daarop aan dat de Supreme Court spreekt van
The Letter of Authority(en niet van
release letter).
Letter of Authoritynaar
“30th March 2013 Fire, explosion and subsequently sank”en de “
the above mentioned casualty”kan niet worden beschouwd als een
mispresentationvan de bank, in die zin dat daaruit zou kunnen worden afgeleid dat de bank jegens verzekeraars de claim van verzekerden legitimeert (
adoption of aproval). Er zijn geen aanwijzingen dat deze onderwerpregel enig andere functie heeft dan te refereren aan de claim van verzekerden waarover verzekeraars en verzekerden overeenstemming hadden bereikt. Als niet weersproken staat vast dat verzekeraars niet op de hoogte waren van de mededelingen die verzekerden in dat verband aan verzekeraars hadden gedaan en evenmin is gesteld of gebleken dat zij wisten dat het Schip moedwillig tot zinken was gebracht.
Settlement Agreement,waarmee verzekeraars zich jegens verzekerden hebben verbonden om dat bedrag te betalen aan Willis,
on behalf of the Assureds,en waarmee de bank, desgevraagd, heeft ingestemd
.Dat de bank tevens de afspraak maakte met verzekerden dat zij met dat bedrag hun opeisbare schuld aan de bank zouden inlossen, maakt dat niet anders en regardeert de verzekeraars niet.
mispresentationsdoor verzekerden niet aan de bank kunnen worden toegerekend, omdat die
mispresentationsniet zijn gedaan namens de bank, ook niet impliciet; en dat evenmin sprake is van mispresentation door de bank zelf. De vordering voor zover gebaseerd op deze grondslag strandt daarom.
restitutionop grond van
mistake, stellen verzekeraars dat die term als synoniem voor
unjust enrichmentwordt gebruikt.
unjust enrichmentgelden volgens haar de volgende vereisten:
enriched(hierna ook: verrijkt). Zij incasseerde immers USD 22 miljoen. En verzekeraars verarmden tot dat bedrag. Die verrijking was
unjust(hierna ook: ongerechtvaardigd) omdat er als gevolg van fraude geen recht was op de uitkering. Ook als moet worden aangenomen dat verzekeraars geen verplichting hadden om uit te keren aan de bank, profiteerde de bank van de uitkering. Haar verrijking bestaat in verbetering van haar zekerheidspositie.
payeeen als
beneficiary.
enrichment:
“more apparent than real”is, zoals de situatie waarin de
agentvan een van beiden tussen hen in is geplaatst;
set of co-ordinated transactionswerd aangemerkt als ‘
forming a single scheme or transaction for the purpose of the “at the expense of” inquiry, on the basis that to consider each individual transaction separately would be unrealistic.’ Voor die laatste variant is niet nodig dat de
beneficiaryeen rechtsbetrekking heeft met de verarmde partij.
Notices of Assignmenten de l
oss payable clausesals enige recht had op de uitkering en dat zij met de
Letter of Authorityliet weten hoe verzekeraars moesten betalen in ruil voor kwijting, te weten aan de makelaar (Willis) die deze uitkering vervolgens ging houden voor de bank en moest doorbetalen aan de bank. Die overmaking door verzekeraars aan Willis is gelijk te stellen aan een rechtstreekse betaling aan de bank, zodat de bank is verrijkt als
payee. Ook als de bank zelf geen recht had op uitbetaling, dan volgt uit de
Letter of Authorityeen
set of co-ordinated transactions. De betaling door verzekeraars is niet los te zien van de daarop volgende betaling door Willis aan de bank. Daarmee is voldaan aan het vereiste dat het onrealistisch is om de transacties als afzonderlijke transacties te zien. Volgens verzekeraars bestond de transactie in essentie uit de betaling van de verzekeringspenningen door verzekeraars aan de bank, ter kwijting van de verplichtingen van verzekeraars aan de bank op grond van de polis.
payeevan de uitkering
.Voorts betwist zij dat zij ongerechtvaardigd is verrijkt als
beneficiaryvan de verzekeringspenningen. De bank benadrukt dat zij niet de betaalvolgorde orkestreerde. Verzekeraars betaalden uit eigen beweging (via Willis) aan verzekerden, die aanspraak maakten op uitkering. De bank heeft daarmee enkel ingestemd. De situatie dat de bank aan verzekeraars verzoekt om hun schuld aan haar te voldoen door overmaking aan verzekerden, doet zich hier niet voor. Er is niet aan de bank betaald. Zij betwist dat het Engels recht een beginsel kent waardoor een andere
beneficiarydan de ontvanger (
payee) tot terugbetaling kan worden verplicht op grond van
mistake. De bank verwijst naar de opinies van [naam 6] , [naam 5] , die stelt dat de rechtsfiguur
restitutionbedoeld is om in specifieke gevallen van ongerechtvaardigde verrijking overdrachten ongedaan te maken, niet om economische of commerciële schade van een partij te compenseren die verband houdt met een economisch of commercieel voordeel bij een andere partij. Hij weerspreekt dat het restitutierecht ook bestaat in geval van een indirecte overdracht, zoals door verzekeraars bepleit. Volgens hem volgt uit de jurisprudentie van de Supreme Court dat een restitutieclaim een vordering behelst op de
payee, niet op de partij die uiteindelijk heeft geprofiteerd. Daaruit volgt tevens dat er (uitzonderlijke) situaties zijn waarbij indirecte betalingen relevant zijn, als het onderscheid
“more apparent than real”is.
direct transfer.Het waren twee verschillende transacties die niet waren geconstrueerd om verzekeraars iets te ontzeggen, aldus de bank.
Settlement Agreement. Tevens is overwogen dat de
Letter of Authorityin de gegeven context niet zo kan worden gelezen dat de bank, gebruik makend van haar
equitable assignmentverzoekt om betaling door verzekeraars aan haar. Zij heeft slechts, op verzoek van verzekerden, ingestemd met de betaling van de verzekeringspenningen door verzekeraars aan verzekerden, en bevestigd dat verzekeraars met die betaling (tevens) zouden zijn gekweten van hun verplichting die penningen in handen van de bank te stellen. De betaling door verzekeraars kan dus niet worden beschouwd als een betaling op instructie van de bank aan Willis als haar
agent,en daarmee niet gelijk worden gesteld aan een betaling aan de bank.
Letter of Undertakingeveneens Willis zou hebben aangewezen als haar
agent, in het kader van de
assignmenten
loss payable clauses.
set of co-ordinated transactions, forming a single scheme or transaction for the purpose of the “at the expense of” inquiry, on the basis that to consider each individual transaction separately would be unrealistic.Uit de door partijen besproken uitspraken van de Supreme Court volgt dat het bij deze figuur gaat om een samenspel van transacties die realistischerwijs niet los van elkaar kunnen worden gezien, en die feitelijk moeten worden beschouwd als één transactie op grond waarvan de een is verrijkt ten koste van de ander.
Settlement Agreement. De betaling strekte aldus ter voldoening van een schuld van verzekeraars uit hoofde van de polis aan verzekerden.
Authorityvooral te zijn bedoeld, zoals ook de Supreme Court heeft overwogen, als praktisch instrument voor verzekerden om te voldoen aan hun (zekerheids)verplichtingen jegens de bank terzake van hun claim op verzekeraars. Met de bank is het hof van oordeel dat de uitspraken waarop verzekeraars zich beroepen alle betrekking hebben op constructies met het karakter van een vooropgezet plan van de betrokken partijen om de werkelijke rechtsverhoudingen te verhullen. Dat is hier niet het geval. Niet kan uit die jurisprudentie worden afgeleid dat ook betaling zou kunnen worden gevorderd van derden te goeder trouw die een betaling hebben ontvangen van de
payee.ter voldoening van een contractuele verplichting.
payeeof
beneficiaryvan de betaalde verzekeringspenningen ten koste van verzekeraars. Hiermee strandt ook de vordering op grond van
mistake.
good considerationof
change of positionkan beroepen.