Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
€ 500.000,00 en een schadevergoeding van € 250.000,00 gevorderd, stellende dat de Gemeente toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen [appellant] en de Gemeente in 2002 gesloten koopovereenkomst. Die procedure zal hierna de hoofdprocedure worden genoemd. Bij eindvonnis van 17 april 2019 heeft de rechtbank Noord-Holland de vorderingen van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft daarop hoger beroep ingesteld tegen dat eindvonnis en het tussenvonnis van 1 augustus 2018. In hoger beroep heeft [appellant] zijn eis gewijzigd en - onder meer - schadevergoeding op te maken bij staat gevorderd.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
“(…) Het voorgenomen gebruik was een beleggingsdoel. De gebruiksmogelijkheden zijn gezien de omliggende bedrijven, voornamelijk de bedrijven in de Automotive branche. Eigen gebruik of als belegging met een huurder, zoals bijvoorbeeld Tesla, die onlangs in de markt was om een goede huurovereenkomst mee te sluiten voor langere tijd. En daarvoor nieuwbouw te realiseren.”.En:
“Dat het object gewaardeerd zal worden uitgaande van een nieuwe autoshowroom met werkplaats, gelegen op een grondstuk van 5.000 vierkante meter, en verhuurd aan een merkdealer welke een marktconforme huurprijs betaald en waarbij de eigenaar kan uitgaan van marktconforme financieringsvoorwaarden.”.
“Indien parameters uit het rapport van de heer [naam 1] op een (…) juiste manier zouden zijn toegepast zou een negatief resultaat voortvloeien uit de gehanteerde componenten ter bepaling van een eventuele vervolgschade, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Hierbij is nog niet eens rekening gehouden met onder meer de huurderving ten tijde van de bouw, incentives, de te hoog gehanteerde markthuur, de onvoldoende onderbouwde financieringslaten en de te laag gehanteerde disconteringsvoet.