ECLI:NL:GHAMS:2024:2038
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- P. Greve
- A.P.M. van Rijn
- Rechtspraak.nl
Schuldwitwassen van €17.442,82 en afwijzing verzoek tot hernieuwde oproeping getuige
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2020. De verdachte, geboren in 1985, werd beschuldigd van schuldwitwassen van een geldbedrag van €17.442,82. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 mei 2012 tot en met 1 juli 2013 in Nederland de werkelijke aard en herkomst van dit geldbedrag heeft verhuld, terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat het afkomstig was uit een misdrijf. De verdachte had op 20 februari 2012 een eenmanszaak opgericht en ontving contant geld van haar medeverdachte, die eerder was veroordeeld voor witwassen. Het hof oordeelde dat de verdachte, na haar aanhouding in 2012, had moeten twijfelen aan de legale herkomst van het geld dat zij ontving.
De raadsman van de verdachte had verzocht om de medeverdachte opnieuw op te roepen als getuige, maar dit verzoek werd afgewezen omdat de getuige niet kon worden gevonden. Het hof oordeelde dat het niet kunnen horen van deze getuige de eerlijkheid van het proces niet had aangetast. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde de verdachte schuldig aan schuldwitwassen, maar legde geen straf of maatregel op, in overeenstemming met de eis van de advocaat-generaal. Het hof benadrukte dat witwassen de integriteit van het financiële verkeer aantast en rekende dit de verdachte aan.