Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
16 juli 2024 in het openbaar uitgesproken door de oudste raadsheer.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 16 juli 2024, gaat het om de wijziging van de zorgregeling tussen de vader en de moeder van de minderjarige kinderen [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De vader, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, verzoekt om een uitbreiding van de zorgregeling zodat de kinderen om de week van vrijdagmiddag na schooltijd tot zondagmiddag bij hem verblijven. De moeder en de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) zijn het niet eens met deze wijziging en pleiten voor handhaving van de bestaande regeling, die volgens hen in het belang van de kinderen is. De kinderrechter had eerder bepaald dat de kinderen om de week van zaterdag 10:00 uur tot zondag 16:00 uur bij de vader verblijven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 juli 2024 is gebleken dat de communicatie tussen de ouders moeizaam verloopt en dat de vader in het verleden niet altijd de afspraken over de omgang is nagekomen. Het hof heeft echter overwogen dat het behouden van de opvoedingsband tussen de vader en de kinderen voldoende zorgtijd vergt. Het hof heeft besloten de zorgregeling te wijzigen, zodat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] om de week van vrijdag uit school tot zondag 17:00 uur bij de vader verblijven. Tevens is bepaald dat de kinderen in de derde week van augustus 2024 gedurende één week bij de vader zullen verblijven, met de mogelijkheid voor verdere uitbreiding van de regeling in de toekomst, afhankelijk van de situatie.
Het hof heeft benadrukt dat het van belang is dat de ouders hun communicatie verbeteren en dat de vader opvoedondersteuning accepteert. De beslissing is genomen met het oog op het belang van de kinderen, waarbij de GI een regierol zal vervullen in de verdere regeling van vakanties, feestdagen en bijzondere dagen.