ECLI:NL:GHAMS:2024:1877

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juli 2024
Publicatiedatum
8 juli 2024
Zaaknummer
200.325.468/01 0K
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van procedure na minnelijke regeling in ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 8 juli 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot beëindiging van een procedure. De procedure was eerder opgestart naar aanleiding van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschappen [B B.V.] en [C B.V.] over de periode vanaf 1 januari 2009. Dit onderzoek was bevolen bij beschikkingen van 19 december 2023, waarbij ook onmiddellijke voorzieningen waren getroffen, waaronder de schorsing van [D] als bestuurder van [B B.V.] en de benoeming van mr. A.J.A. Jansen als nieuwe bestuurder.

Op 28 juni 2024 heeft de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder verzocht om de procedure te beëindigen, omdat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen. Zowel verzoekster, vertegenwoordigd door mr. O.J. Hennis, als de verweersters en belanghebbenden, vertegenwoordigd door mr. M.G. Jansen, hebben bevestigd dat de procedure beëindigd kan worden.

De Ondernemingskamer heeft, na het ontvangen van deze bevestigingen en het ontbreken van bezwaren tegen het verzoek tot beëindiging van het onderzoek en de getroffen voorzieningen, besloten het verzoek in te willigen. De beschikking verklaart de beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken op 8 juli 2024.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.325.468/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 juli 2024
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. O.J. Hennis, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ B [B.V.]],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C [B.V.]] ,
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. M.G. Jansen, kantoorhoudende te Haarlem,
e n t e g e n

1.[D] ,

wonende te [....] ,
2.
[E],
wonende te [....] ,
3.
[F],
wonende [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. M.G. Jansen, kantoorhoudende te Haarlem.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 19 december 2023 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [ B [B.V.]] en [C [B.V.]] over de periode vanaf 1 januari 2009, en bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure:
- [D] als bestuurder van [ B [B.V.]] geschorst en mr. A.J.A. Jansen benoemd tot bestuurder van [ B [B.V.]]
1.3
Bij brief van 28 juni 2024 heeft de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder de Ondernemingskamer verzocht de procedure te beëindigen omdat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen.
1.4
Bij e-mail van eveneens 28 juni 2024 heeft mr. Hennis namens verzoekster bevestigd dat de procedure beëindigd kan worden.
1.5
Bij brief van 8 juli 2024 heeft mr. Jansen namens verweersters en belanghebbenden bevestigd dat de procedure beëindigd kan worden.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Nu partijen een regeling hebben getroffen, er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij beschikking van 19 december 2023 bevolen onderzoek en de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen zal beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 19 december 2023 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [ B [B.V.]] en [C [B.V.]] , alsmede de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.A.H. Melissen, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en mr. D. Koopmans, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2024.