Uitspraak
mr. T.G.L.M. Meevisen
mr. R. van Kersbergen, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
[C],
- verzoekster als [[A] B.V.] ;
- verweerster als Willibrordushof;
- belanghebbenden ieder afzonderlijk als [[B] B.V.] en [C] .
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 24 juni 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een lopende procedure. De verzoekster, [[A] B.V.], had eerder een onderzoek laten instellen naar het beleid en de gang van zaken van de verweerster, Willibrordushof Projectontwikkeling B.V., over de periode vanaf 29 maart 2016. Dit onderzoek was bevolen bij beschikking van 27 oktober 2022, waarbij mr. O.B.J. Poorthuis als onderzoeker was benoemd. De kosten van het onderzoek waren aanvankelijk vastgesteld op € 38.750 exclusief btw, maar de onderzoeker heeft op 17 juni 2024 verzocht om een verhoging van het budget naar € 50.775 exclusief btw, omdat hij meer uren had besteed dan oorspronkelijk begroot.
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de advocaten van partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit verzoek. Aangezien er geen bezwaren zijn ingediend door de betrokken partijen, heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat het verzoek tot verhoging niet onredelijk is. In de beschikking is bepaald dat het nieuwe maximale bedrag voor het onderzoek € 50.775 bedraagt, exclusief omzetbelasting, en dat deze kosten ten laste komen van Willibrordushof Projectontwikkeling B.V. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beslissing is genomen door een collegiaal orgaan bestaande uit de voorzitter mr. A.W.H. Vink, de raadsheren mr. C.C. Meijer en mr. J.M. de Jongh, en de raden drs. V.G. Moolenaar en W. Wind, in aanwezigheid van griffier mr. D.I. Frans, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.