ECLI:NL:GHAMS:2024:1874

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
8 juli 2024
Zaaknummer
200.317.829/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek van de advocaat-generaal bij het ressortsparket Amsterdam, mr. O.J.M. Van der Bijl, tot verhoging van het onderzoeksbudget voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Centric Holding B.V. en haar dochterondernemingen. Het onderzoek is bevolen in een eerdere beschikking van 3 november 2022, waarbij mr. Y. Borrius als onderzoeker is aangesteld. De Ondernemingskamer had eerder een budget van € 200.000 vastgesteld, maar de onderzoeker heeft op 5 juni 2024 verzocht om een verhoging van dit budget met € 120.000, omdat het aanvankelijk begrote bedrag niet toereikend bleek.

De Ondernemingskamer heeft op 6 juni 2024 partijen in de gelegenheid gesteld om hun mening over dit verzoek te geven. Geen van de betrokken partijen heeft bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde verhoging van het budget. Gezien het ontbreken van bezwaren en de aard van het onderzoek, heeft de Ondernemingskamer besloten het verzoek van de onderzoeker toe te wijzen.

In de beschikking van 14 juni 2024 heeft de Ondernemingskamer het maximale bedrag voor het onderzoek vastgesteld op € 320.000, exclusief omzetbelasting, en bepaald dat deze kosten ten laste komen van Centric Holding B.V. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door de rechters van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.317.829/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 14 juni 2024
inzake
DE ADVOCAAT-GENERAAL BIJ HET RESSORTSPARKET AMSTERDAM,
mr. O.J.M. Van der Bijl,
zetelend te Amsterdam,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. P.P.M. van Kippersluis, kantoorhoudende te Den Haag,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRIC HOLDING B.V.,
gevestigd te Gouda,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRIC NETHERLANDS HOLDING B.V.,
gevestigd te Gouda,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRIC NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Gouda,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. I. Spinathen
mr. F.D. Crul, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A B.V.],
gevestigd te [....] ,
5.
[B] ,
thans wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: voorheen
mr. G.A.M.F. Spera, thans geen advocaat,
e n t e g e n

6 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN CENTRIC NETHERLANDS B.V.

gevestigd te Gouda,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. A.E. Nip, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeker als de advocaat-generaal;
  • verweersters ieder afzonderlijk als Centric Holding, Centric Netherlands Holding, Centric Netherlands en gezamenlijk als Centric;
  • belanghebbende sub 4 als [A B.V.] ;
  • belanghebbende sub 5 als [B] ;
  • [A B.V.] en [B] gezamenlijk als [B] c.s.;
  • belanghebbende sub 6 als de ondernemingsraad.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar het proces-verbaal van het verhandelde ter terechtzitting van 3 november 2022 en naar de beschikkingen van 10 november 2022, 27 januari 2023, 23 maart 2023 en 18 januari 2024 in deze zaak.
1.2
In de mondelinge uitspraak van 3 november 2022 en bij de in 1.1 genoemde beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Centric over de periode vanaf 1 januari 2018 tot 3 november 2022, bepaalde onmiddellijke voorzieningen getroffen, mr. Y. Borrius (hierna ook: de onderzoeker) benoemd tot onderzoeker en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Centric Holding B.V. Bij beschikking van 23 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget vastgesteld op € 200.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.3
Bij e-mail van 5 juni 2024 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen met € 120.000 (exclusief btw), omdat het aanvankelijk door de onderzoeker begrote budget niet toereikend is gebleken.
1.4
Bij e-mail van 6 juni 2024 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van de onderzoeker. Geen van partijen heeft enig bezwaar tegen de begroting naar voren gebracht.

2.De gronden van de beslissing

Nu er geen bezwaren zijn aangevoerd tegen de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget en het verzoek de Ondernemingskamer gelet op de aard en omvang van het onderzoek niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer het verzoek van de onderzoeker als na te noemen toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 320.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat deze kosten ten laste komen van Centric Holding B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2024.