ECLI:NL:GHAMS:2024:184

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
23-000478-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 2 februari 2023. De verdachte, geboren in 1986, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis, maar heeft op 23 november 2023 via zijn raadsman aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit leidde tot de vraag of de verdachte ontvankelijk was in het hoger beroep, gezien het feit dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 6 juni 2023 al was aangevangen.

Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis had ingetrokken, de intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was op het moment dat het onderzoek al was gestart. De advocaat-generaal heeft de vordering gedaan om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, gebaseerd op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd, omdat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met nader onderzoek van de zaak.

Uiteindelijk heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 23 november 2023, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000478-23
datum uitspraak: 23 november 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 2 februari 2023 in de strafzaak onder parketnummer 15-216122-19 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1986,
adres: [adres01] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
23 november 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens het e-mailbericht van de raadsman en de akte intrekking hoger beroep van 23 november 2023, wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Aangezien het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 6 juni 2023 reeds was aangevangen, is intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk. Wel kan op grond van de akte intrekking hoger beroep worden aangenomen dat de verdachte zijn eerder tegen het vonnis ingediende bezwaren heeft ingetrokken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Sv, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. R.M. Steinhaus en mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 november 2023.