ECLI:NL:GHAMS:2024:1813
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en minderjarige onder begeleiding van Praktijk Irene Heim
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 30 juni 2022 aangevochten, waarin de omgang met zijn kind was beperkt. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft betoogd dat zij niet tegen contact is, maar dat dit op een veilige manier moet gebeuren. Het hof heeft in eerdere tussenbeschikkingen, waaronder die van 17 januari 2023, de procedure aangehouden in afwachting van hulpverlening via Praktijk Irene Heim. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd en de voortgang van de hulpverlening is traag verlopen, mede door klachtenprocedures die door de moeder zijn ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2024 is gebleken dat beide ouders het erover eens zijn dat de omgangsregeling onder begeleiding van Praktijk Irene Heim moet plaatsvinden, maar dat dit pas kan starten als de klachtenprocedures zijn afgerond. Het hof heeft uiteindelijk besloten om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en een omgangsregeling op te leggen, waarbij de nadruk ligt op de veiligheid van het contact tussen de vader en het kind. De ouders hebben afgesproken om samen met hun advocaten verdere afspraken te maken over de communicatie tussen de vader en het kind.