ECLI:NL:GHAMS:2024:1795
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens intrekking bezwaren
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder was veroordeeld door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland op 19 mei 2021. De verdachte, geboren in 1981, heeft tijdens de terechtzitting op 23 mei 2024 aangegeven dat hij het hoger beroep niet wil handhaven en heeft zijn bezwaren tegen het vonnis ingetrokken. De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, gebaseerd op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat er geen belang is gediend met verder onderzoek naar de zaak, en heeft de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij mr. R. Kuiper, mr. M.L.M. van der Voet en mr. M. Jeltes zitting hadden. Mr. M. Jeltes was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.