In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 16 november 2021. De verdachte, geboren in 1987, was betrokken bij een arbeidsconflict en heeft zijn voormalig leidinggevende, de advocaat van zijn ex-werkgever en zijn voormalige raadsvrouw bedreigd en belaagd. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder een contactverbod met de slachtoffers. In hoger beroep heeft het hof de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn berouw en de positieve ontwikkelingen in zijn leven, zoals het vinden van een fulltime baan en het niet meer contact opnemen met de slachtoffers. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor de vrijspraak in eerdere zaken, maar heeft de opgelegde straf verlaagd, waarbij het contactverbod is opgeheven. Tevens is vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, maar dit heeft geen gevolgen voor de uitspraak. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf is afgewezen.