ECLI:NL:GHAMS:2024:1753
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bestuurdersaansprakelijkheid bij niet-betaling van leaseovereenkomsten door vennootschap
In deze zaak is [appellant] aangesproken tot betaling van een schuld van de vennootschap Finex, waarvan hij enig aandeelhouder en bestuurder was. De schuld is ontstaan uit drie leaseovereenkomsten die Finex in 2018 heeft afgesloten met Hiltermann voor drie voertuigen. Na terugname en verkoop van de voertuigen door Hiltermann bleek dat [appellant] de aandelen in Finex had verkocht aan een derde, wat door Hiltermann als een stroman werd beschouwd. Finex is begin 2020 geliquideerd zonder baten, waardoor de rekeningen van Hiltermann onbetaald zijn gebleven. De kantonrechter heeft [appellant] veroordeeld tot betaling van de openstaande rekeningen.
In hoger beroep heeft [appellant] de veroordeling bestreden, stellende dat hij zijn aandelen in maart 2019 had verkocht en dat hij niet onzorgvuldig had gehandeld. Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat hij persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt voor de niet-betaling van de leaseovereenkomst voor de Mercedes, aangezien hij op het moment van de overeenkomst wist dat Finex niet aan haar verplichtingen kon voldoen. De vordering van Hiltermann is gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof het eerdere vonnis gedeeltelijk heeft vernietigd en [appellant] heeft veroordeeld tot betaling van € 8.725,61, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 december 2020.
Het hof heeft geoordeeld dat de overdracht van de aandelen aan de stroman niet automatisch leidt tot benadeling van de schuldeisers, maar dat [appellant] wel degelijk aansprakelijk is voor de niet-betaling van de leaseovereenkomst voor de Mercedes. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.