ECLI:NL:GHAMS:2024:1746

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
200.330.663/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationaal bevoegdheidsrecht en restitutie van reissommen na annulering van vluchten door Ryanair

In deze zaak vordert GoMundo B.V. restitutie van reissommen voor door Ryanair geannuleerde vluchten, die zij had geboekt voor haar klanten. De annuleringen vonden plaats in het kader van de Covid-19 pandemie. De voorzieningenrechter had de vordering van GoMundo grotendeels toegewezen, maar Ryanair is in hoger beroep gegaan en betwist de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de zaak op 25 juni 2024 behandeld en geconcludeerd dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft om de vorderingen van GoMundo te beoordelen. Dit oordeel is gebaseerd op de exclusieve forumkeuze die in de Gebruiksvoorwaarden van Ryanair is opgenomen, waarin wordt gesteld dat geschillen moeten worden voorgelegd aan de Ierse rechter. Het hof heeft vastgesteld dat GoMundo de Gebruiksvoorwaarden heeft geaccepteerd door gebruik te maken van de website van Ryanair, en dat de vorderingen van GoMundo niet onder de uitzonderingen van consumentenrecht vallen. De uitspraak van de voorzieningenrechter is vernietigd en GoMundo is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.330.663/01 KG
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/15/337814/ KG ZA 23-133
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 25 juni 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
RYANAIR DESIGNATED ACTIVITY COMPANY,
gevestigd te Dublin, Ierland,
appellante tevens incidenteel geïntimeerde,
advocaat: mr. H.T. Kernkamp te Rotterdam,
tegen
GOMUNDO B.V.,
gevestigd te Halfweg,
geïntimeerde tevens incidenteel appellante,
advocaat: mr. J.G. Mahn te Amstelveen.
Partijen worden hierna Ryanair en GoMundo genoemd.

1.De zaak in het kort

GoMundo biedt pakketreizen aan en heeft daarvoor vluchten geboekt bij Ryanair. In verband met Covid 19 heeft Ryanair vluchten geannuleerd. GoMundo vordert restitutie van de bedragen van de voor haar klanten bij Ryanair geboekte vluchten. De voorzieningenrechter heeft de vordering van GoMundo onder voorwaarden grotendeels toegewezen.
In hoger beroep stelt Ryanair onder meer de rechtsmacht van de Nederlandse rechter aan de orde, die het hof ook ambtshalve moet beoordelen.

2.Het geding in hoger beroep

Ryanair is bij dagvaarding van 20 juni 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 23 mei 2023 van de rechtbank Noord-Holland, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen GoMundo als eiseres en Ryanair als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven met producties;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel met producties;
- memorie van antwoord in incidenteel appel.
Partijen hebben de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 7 mei 2024 laten toelichten door hun advocaten voornoemd, beiden aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Ryanair heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vorderingen van GoMundo zal afwijzen en, uitvoerbaar bij voorraad, GoMundu zal veroordelen tot terugbetaling van al datgene dat Ryanair ter uitvoering van het vonnis aan GoMundo betaald heeft met uitzondering van een bedrag van € 53.987,01, met beslissing over de proceskosten.
GoMundo heeft in principaal appel geconcludeerd tot verwerping van het hoger beroep van Ryanair en in incidenteel appel tot vernietiging van het bestreden vonnis en, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Ryanair tot betaling van € 287.504,88, vermeerderd met wettelijke rente met beslissing over de proceskosten.

3.Feiten

De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten opgesomd die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Samengevat, waar nodig aangevuld met andere feiten en voor zover relevant rekening houdend met de tegen de feiten gerichte grieven 1 en 2 komen de feiten neer op het volgende.
3.1
Ryanair is een in Ierland gevestigde luchtvaartonderneming. Zij hanteert de ‘Gebruiksvoorwaarden voor de Ryanair Website’ (hierna: de
Gebruiksvoorwaarden), waarvan artikel 9 – voor zover van belang – als volgt luidt:
“Het is een voorwaarde voorafgaande aan het gebruik van een website van de Ryanair Group, inclusief de toegang tot informatie met betrekking tot vluchtgegevens, kosten enz., dat een dergelijke partij zich onderwerpt aan de exclusieve jurisdictie van de rechtbanken van de Republiek Ierland (…) (behalve voor zover anders bepaald door dwingende bepalingen van consumentenrecht), met inbegrip van partijen die dergelijke informatie of voorzieningen in eigen naam of namens anderen gebruikt. (…)”
Bij gebruik van de website dienen de Gebruiksvoorwaarden te worden geaccepteerd door de hieronder afgebeelde acceptatiebox aan te vinken.
3.2.
GoMundo is een touroperator die pakketreizen verkoopt. Zij heeft voor de periode januari 2020 tot en met december 2021 via de website van Ryanair vluchten geboekt voor door haar verkochte pakketreizen.
3.3.
In verband met Covid-19 heeft Ryanair vluchten geannuleerd. Zij gaf passagiers de keuze tussen terugbetaling of omboeking van de vlucht.
3.4.
Bij brief van 17 februari 2022 heeft de advocaat van GoMundo Ryanair verzocht om terugbetaling van de tickets van de vluchten die Ryanair naar zeggen van GoMundo in verband met Covid-19 had geannuleerd. Partijen hebben vervolgens hierover gecorrespondeerd.

4.Beoordeling

in principaal en incidenteel appel
4.1.
De vorderingen van GoMundo strekken tot veroordeling van Ryanair tot betaling van
€ 287.504,88, subsidiair € 272.495,67, met rente, buitengerechtelijke kosten en de volledige proceskosten. GoMundo stelt dat zij haar pakketreizen heeft geannuleerd vanwege de annuleringen van de vluchten door Ryanair en (1) de door de desbetreffende klanten betaalde facturen heeft teruggeboekt, (2) aan hen een voucher heeft verleend, danwel (3) heeft gezorgd voor omboeking naar een andere vlucht. Volgens GoMundo is Ryanair gehouden tot restitutie van haar onverschuldigde betalingen voor geannuleerde tickets en handelt Ryanair onrechtmatig jegens haar door onder het mom van een risico van dubbele betaling blokkades op te werpen voor restitutie aan GoMundo.
4.2.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van GoMundo onder voorwaarden toegewezen tot een bedrag van maximaal € 222.834,57. De grieven van Ryanair in principaal appel richten zich tegen deze beslissing – met uitzondering van een bedrag van € 53.987,01 – en de daaraan ten grondslag gelegde motivering. Ryanair bestrijdt onder meer de bevoegdheid van de Nederlandse (voorzieningen)rechter. De grieven van GoMundo in incidenteel appel richten zich tegen de gedeeltelijke afwijzing van de vordering, te weten tot een bedrag van € 64.670,31.
4.3.
De regels van internationaal bevoegdheidsrecht zijn van openbare orde. Het hof moet dus ook ambtshalve beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen van GoMundo. Dat moet in deze zaak gebeuren aan de hand van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU 2012, L 351/1, Verordening Brussel I-bis). De bepalingen van deze verordening moeten autonoom worden uitgelegd aan de hand van het stelsel en de doelstellingen ervan waarbij als uitgangspunt geldt dat de bevoegdheidsregels in hoge mate voorspelbaar moeten zijn. Het hof zoekt aansluiting bij de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) over deze verordening en haar voorlopers: Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX-Vo) en het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 1979, C 59) (EEX-Verdrag) in die gevallen waarin de toe te passen bepalingen van de verordening aan die van haar voorlopers gelijkluidend zijn. Het hof zal acht slaan op de stellingen van partijen en op de beschikbare gegevens over de werkelijk tussen partijen bestaande rechtsverhouding. Zie HvJ EU 28 januari 2015, Kolassa, ECLI:EU:C:2015:37 en HvJ EU 16 juni 2016, Universal Music, C-12/15, ECLI:EU:C:2016:449.
4.4.
Op grond van de in art. 4 Verordening Brussel I-bis neergelegde hoofdregel heeft de Ierse rechter rechtsmacht. Ryanair stelt dat partijen in het forumkeuzebeding in de Gebruiksvoorwaarden ook een exclusieve forumkeuze voor de Ierse rechter zijn overeengekomen.
4.5.
Op grond van art. 25 Verordening Brussel I-bis kunnen partijen een gerecht van een lidstaat aanwijzen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan. De aldus gecreëerde bevoegdheid is exclusief, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Het gerecht dat op grond van art. 25 Verordening Brussel I-bis bevoegd is om kennis te nemen van het bodemgeschil, is ook steeds bevoegd om voorlopige of bewarende maatregelen te treffen. De overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegde rechter is alleen geldig indien zij wordt gesloten bij – voor zover van belang – een schriftelijke overeenkomst, waarbij als ‘schriftelijk’ tevens wordt aangemerkt elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam geregistreerd wordt (art. 25 lid 1 onder a en lid 2 Verordening Brussel I-bis).
4.6.
Hier is sprake van ‘click wrapping’; het forumkeuzebeding is digitaal ter beschikking gesteld (als onderdeel van de Gebruiksvoorwaarden) en door het aanklikken van een clickbox kon worden ingestemd met toepasselijkheid ervan. Ryanair heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat de Gebruiksvoorwaarden raadpleegbaar zijn (via de hyperlink) en kunnen worden afgedrukt en opgeslagen. GoMundo heeft dit niet (gemotiveerd) weersproken. Er moet dus vanuit worden gegaan dat het mogelijk was dat de Gebruiksvoorwaarden met het forumkeuzebeding voorafgaand aan het gebruik van de website van Ryanair en – daarmee – het boeken van de vluchten duurzaam werd geregistreerd. Hiermee is voldaan aan het mededelingsvereiste van art. 25 Verordening Brussel I-bis. Zie HvJEU 21 mei 2015, El Majdoub, ECLI:EU:C:2015:334.
4.7.
Vaststaat dat GoMundo voor haar klanten vluchten heeft geboekt bij Ryanair. Dat kan uitsluitend via de website van Ryanair, waarop ook de vluchten en prijzen kunnen worden opgezocht. Ryanair stelt onweersproken dat geen boeking tot stand komt als de Gebruiksvoorwaarden niet worden geaccepteerd. Dat laatste gebeurt door de acceptatie box aan te vinken door de ‘zoeken’ knop waarmee vluchten en tarieven kunnen worden opgezocht aan te klikken (zie onder 3.1). GoMundo moest dus de Gebruiksvoorwaarden met daarin het forumkeuzebeding op deze manier accepteren om de vluchten te zoeken en te boeken voor haar klanten. Zij heeft dat niet betwist.
4.8.
Niet in geschil is dat met de boekingen van GoMundo overeenkomsten van personenvervoer tot stand zijn gekomen tussen Ryanair en klanten van GoMundo. GoMundo meent ten onrechte dat de Gebruiksvoorwaarden niet voor haar gelden omdat zij geen overeenkomsten met Ryanair heeft gesloten. Het door GoMundo geaccepteerde forumkeuzebeding geldt namelijk voor de ‘gebruikers’ van de website van Ryanair en ziet ook op het door Ryanair verlenen van de dienst van het verschaffen van de toegang tot informatie over vluchtgegevens, kosten en dergelijke. GoMundo is voorts een in het forumkeuzebeding bedoelde partij ‘die in eigen naam of namens anderen gebruik maken van de op de website beschikbaar gestelde informatie over vluchtgegevens, kosten en dergelijke en de voorzieningen van de website’ voor wie dit beding ook geldt.
4.9.
Het forumkeuzebeding bevat een exclusieve forumkeuze voor de Ierse rechter behalve voor zover anders bepaald wordt door dwingende bepalingen van consumentenrecht. Gesteld noch gebleken is dat zo’n dwingende bepaling toepasselijk is. Dat volgt niet uit de door GoMundo gestelde omstandigheid dat de wederpartijen van Ryanair in Nederland wonende consumenten waren voor wie GoMundo de vluchten boekte als onderdeel van pakketreizen. Ryanair heeft alleen overeenkomsten van personenvervoer gesloten met de klanten van GoMundo. Daarvoor gelden de speciale bevoegdheidsregels voor door consumenten gesloten overeenkomsten, die wel gelden voor pakketreizen, niet (art. 17 lid 3 Verordening Brussel I-bis).
4.10.
De door GoMundo aangevoerde omstandigheden – de wijze waarop de Gebruiksvoorwaarden tot stand zijn gekomen en de door Ryanair ‘afgedwongen’ wijze van boeken per individuele klant via de website – kunnen de door haar ingeroepen vernietiging van het forumkeuzebeding niet dragen. GoMundo is dus gebonden aan het forumkeuzebeding dat, naar het hof begrijpt, ziet op alle geschillen die voortvloeien uit het gebruik van de website van Ryanair, waaronder het boeken van vluchten.
4.11.
Voor zover haar vorderingen buiten de reikwijdte van het forumkeuzebeding zouden vallen, stelt GoMundo tevergeefs dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op grond van art. 7 lid 1 sub a Verordening Brussel I-bis. Zij verliest daarmee namelijk uit het oog dat zij geen contractuele relatie heeft met Ryanair en dat zij de vorderingen niet heeft ingesteld als cedent of op grond van last en/of volmacht van de passagiers voor wie zij overeenkomsten van personenvervoer met Ryanair heeft gesloten.
4.12.
De gestelde grondslag van onverschuldigde betaling leidt evenmin tot rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Daarvoor geldt hetzelfde als voor een vordering tot terugbetaling van onverschuldigde betaalde bedragen wegens ongerechtvaardigde verrijking. Zo’n vordering kan betrekking hebben op een verbintenis uit overeenkomst in de zin van art. 7 lid 1 aanhef en onder a Verordening Brussel I-bis indien nauwe samenhang bestaat met een eerder bestaande contractuele band tussen partijen. Zonder die nauwe samenhang ziet een dergelijke vordering ook niet op een verbintenis uit onrechtmatige daad in de zin van art. 7 lid 2 Verordening Brussel I-bis en valt deze onder de algemene regel van art. 4 lid 1 Verordening Brussel I-bis. Zie HvJEU 9 december 2021, HRVATSKE ŠUME, C-242/20, ECLI:EU:C:2021:985, punten 51 en 56, 58-59.
4.13.
Voor zover het gesteld onrechtmatig handelen niet al wordt bestreken door rov. 4.12. geldt dat art. 7 lid 2 Verordening Brussel I-bis geen grond biedt voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Deze bepaling biedt voor verbintenissen uit onrechtmatige daad grondslag voor bevoegdheid van het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. De eiser kan de verweerder naar keuze oproepen voor het gerecht van de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis (het ‘Handlungsort’) en de plaats waar de schade is ingetreden (het ‘Erfolgsort’). Zie HvJ EG 30 november 1976, Kalimijnen, ECLI:EU:C:1976:166, punt 25. Niet blijkt dat de gestelde onrechtmatige gedragingen van Ryanair in Nederland hebben plaatsgevonden. De gestelde schade als gevolg van deze gedragingen is voorts louter financiële schade, die zonder bijkomende omstandigheden – die zijn gesteld noch gebleken – niet kan worden aangemerkt als relevant aanknopingspunt voor artikel 7 lid 2 Verordening Brussel I-bis. Zie het onder 4.3 aangehaalde arrest Universal Music, punt 40.
4.14.
Tot slot voorziet art. 35 Verordening Brussel I-bis in de aanvullende mogelijkheid om ‘voorlopige maatregelen’ te treffen, ook als aan de andere bevoegdheidsgronden in deze verordening geen bevoegdheid kan worden ontleend. Een incasso kort geding is alleen een ‘voorlopige maatregel’ in de zin van deze bepaling indien (onder meer) gegarandeerd is (bijvoorbeeld door een bankgarantie of een borgstelling) dat het toegewezen bedrag aan de verweerder wordt terugbetaald wanneer de eiser in de bodemprocedure alsnog in het ongelijk
zou worden gesteld. Zie HvJ EG 17 november 1998, Van Uden/Deco Line, C-391/95, ECLI:EU:C:1998:543.
Bij de stukken bevindt zich een borgstelling van GoMundo ‘
as referred to in the judgement’ met verwijzing naar het bestreden vonnis (prod. 33 laatste pagina Gomundo). In het bestreden vonnis is als voorwaarde gesteld een borgtocht ‘ter hoogte van het door Ryanair aan GoMundo te betalen bedrag dat wordt gerelateerd aan de sub 2.5 genoemde categorieën (2) en (3)’. De genoemde categorieën zijn vouchers van GoMundo aan de klanten van wie zij de pakketreizen had geannuleerd en de omboekingen naar een andere vlucht door GoMundo na annulering van de pakketreis. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan niet worden geconcludeerd dat met deze borgtocht zeker wordt gesteld dat het in een Nederlands incasso kortgeding toe te wijzen bedrag wordt terugbetaald indien GoMundo in een bodemprocedure voor de bevoegde Ierse rechter in het ongelijk wordt gesteld. Dit reeds staat in de weg aan het treffen van een voorlopige maatregel op grond van art. 35 Verordening Brussel I-bis.
4.15.
De slotsom luidt dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft ten aanzien van de vorderingen van GoMundo. Aan verdere aparte bespreking van de grieven in principaal of incidenteel hoger beroep komt het hof niet toe. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd met veroordeling van GoMundo in de proceskosten in eerste aanleg en in principaal en incidenteel hoger beroep. De vernietiging van het bestreden vonnis brengt Het hof stelt de kosten in hoger beroep als volgt vast:
in principaal hoger beroep:
- exploot € 131,85
- griffierecht € 5.689,-
- salaris advocaat
€ 8.856,-(tarief VI × 2 punten)
Totaal € 14.676,85
in incidenteel hoger beroep:
- salaris advocaat € 4.428,- (0,5 x tarief VI × 2 punten)

5.Beslissing

Het hof:
rechtdoende in principaal en incidenteel appel:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
en opnieuw rechtdoende:
verklaart de Nederlandse rechter onbevoegd van de vorderingen van partijen kennis te nemen;
veroordeelt GoMundo in de kosten van het geding in eerste aanleg en in het principaal en incidenteel hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Ryanair vastgesteld op € 6.816,00 voor de eerste aanleg, en op € 19.104,85 voor het hoger beroep;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. P.J. van Eekeren, mr. A.L.M. Keirse en mr. L. Alwin en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2024.