ECLI:NL:GHAMS:2024:1728

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
24 juni 2024
Zaaknummer
200339281
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van E-Unit Nederland B.V. en ontheffing van de bestuurder

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2024 een beschikking gegeven inzake E-Unit Nederland B.V. en de verzoeksters [A] B.V. en C.H. Vastgoed B.V. De Ondernemingskamer had eerder op 29 mei 2024 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van E-Unit Nederland B.V. over de periode vanaf 1 januari 2023. Dit onderzoek was noodzakelijk geacht vanwege zorgen over de gang van zaken binnen de vennootschap. De Ondernemingskamer had daarbij ook een bestuurder benoemd die zelfstandig bevoegd was om E-Unit te vertegenwoordigen. Echter, de verzoeksters hebben verzuimd om de vereiste zekerheid te stellen of een voorschot te betalen voor de kosten van de bestuurder, zoals door de Ondernemingskamer was opgelegd. Op 11 juni 2024 heeft de benoemde bestuurder, mr. drs. F.P.G. Dix, aangegeven dat de verzoeksters niet aan deze verplichtingen hadden voldaan en heeft hij verzocht om ontheffing uit zijn functie. De Ondernemingskamer heeft vervolgens partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over het vervolg van de procedure kenbaar te maken, maar heeft op 18 juni 2024 niets meer vernomen. Gezien het feit dat de verzoeksters niet hebben gereageerd op herhaalde verzoeken om zekerheid te stellen, heeft de Ondernemingskamer geconcludeerd dat er geen belang meer was bij het voortzetten van de procedure. De beschikking van 19 juni 2024 houdt in dat het bevolen onderzoek wordt beëindigd en dat de onmiddellijke voorziening wordt opgeheven. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.339.281/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 19 juni 2024
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] B.V.,
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
C.H. VASTGOED B.V.,
gevestigd te Naarden,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. J.M.K.P. Cornegoor, kantoorhoudende te Haarlem,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
E-UNIT NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Hilversum,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOZERT B.V.,
gevestigd te Soest,
2.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. V. Terlouw,kantoorhoudende te Rotterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 29 mei en 6 juni 2024.
1.2
Bij haar beschikking van 29 mei 2024 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van E-Unit Nederland B.V. (hierna:
E-Unit) over de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met de datum van die beschikking en in het bijzonder naar de in 3.7 tot en met 3.9 van die beschikking genoemde onderwerpen. De Ondernemingskamer heeft voorts de benoeming van een onderzoeker en de vaststelling van het onderzoeksbudget aangehouden. Verder heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van E-Unit benoemd met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is E-Unit te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder E-Unit niet vertegenwoordigd kan worden. De Ondernemingskamer heeft hierbij bepaald dat [A] B.V. en C.H. Vastgoed B.V. (hierna tezamen:
BVG c.s.) voor de betaling van de kosten van het onderzoek en de bestuurder ten genoegen van de onderzoeker respectievelijk bestuurder voor het begin van zijn/haar werkzaamheden een voorschot moeten betalen of zekerheid moeten stellen en dat hij/zij zonder een voorschot dan wel zekerheid geen werkzaamheden zal verrichten.
1.3
Bij haar beschikking van 6 juni 2024 heeft de Ondernemingskamer mr. drs. F.P.G. Dix te Best aangewezen als bestuurder van E-Unit.
1.4
Op 11 juni 2024 heeft mr. drs. F.P.G. Dix laten weten dat BVG c.s. niet zijn overgegaan tot het stellen van zekerheid of het betalen van een voorschot, zoals door de Ondernemingskamer in haar beschikking van 29 mei 2024 bepaald en heeft hij verzocht hem uit zijn functie van bestuurder te ontheffen.
1.5
Eveneens op 11 juni 2024 heeft de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het door hen gewenste vervolg van de procedure. De Ondernemingskamer heeft daarbij vermeld over te zullen gaan tot beëindiging van de procedure indien zij niet uiterlijk 13 juni 2024 om 15.00 uur van partijen zou hebben vernomen.
1.6
Op 13 juni 2024 heeft mr. Terlouw namens alle partijen verzocht om uitstel tot 14 juni om 16.00 uur. De Ondernemingskamer heeft dit uitstel verleend. Op 14 juni heeft mr. Terlouw nogmaals verzocht om uitstel, ditmaal tot 18 juni om 16.00 uur. De Ondernemingskamer heeft dit uitstel verleend.
1.7
De Ondernemingskamer heeft vervolgens, ondanks een herinnering aan partijen op 18 juni 2024, niets meer vernomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
BVG c.s. is niet overgegaan tot het stellen van zekerheid of het betalen van een voorschot, zoals door de Ondernemingskamer bepaald. Dat partijen of de vennootschap zelf op een andere wijze in de betaling van het salaris en de kosten van de bestuurder kunnen of willen voorzien is niet gebleken. De Ondernemingskamer zal de bestuurder dus overeenkomstig diens verzoek uit zijn functie ontheffen. De Ondernemingskamer stelt verder vast dat partijen niet hebben gereageerd op herhaalde verzoeken om zich uit te laten over het door hen gewenste vervolg van de procedure. Bij die stand van zaken gaat de Ondernemingskamer ervan uit dat partijen noch de vennootschap in staat of bereid zijn de kosten van het onderzoek te voldoen. Dit betekent dat het bevolen onderzoek niet uitgevoerd zal worden en de doeleinden van het enquêterecht niet kunnen worden verwezenlijkt. Bij voortzetting van de procedure bestaat onder die omstandigheden geen belang meer.
2.2
De Ondernemingskamer zal het in haar uitspraak van 29 mei 2024 bevolen onderzoek beëindigen en de bij die uitspraak getroffen onmiddellijke voorziening opheffen, één en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
heft, met ingang van heden, de bij uitspraak van 29 mei 2024 getroffen onmiddellijke voorziening op;
beëindigt met ingang van heden het bij beschikking van 29 mei 2024 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van E-Unit Nederland B.V.;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. J.M. de Jongh, mr. A.P. Wessels, raadsheren, en mr. D.E.M. Aleman MBA, prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.C.W. Wijffels, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 19 juni 2024.