Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
gezag) en
schorsing)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om het gezag over de minderjarige kinderen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank Noord-Holland had op 11 oktober 2023 bepaald dat het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigd werd en dat de moeder alleen het gezag zou uitoefenen. De vader, die het niet eens was met deze beslissing, heeft hoger beroep aangetekend en verzocht om schorsing van de beschikking. De moeder steunde de beslissing van de rechtbank.
Het hof heeft de zaak op 18 juni 2024 behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank op juiste gronden het gezamenlijk gezag heeft beëindigd. De vader is eerder veroordeeld voor ernstige misdrijven, waaronder verkrachting van de moeder, wat een onaanvaardbaar risico voor de kinderen met zich meebrengt. De vader verblijft momenteel in een kliniek en heeft een contactverbod met de moeder en de kinderen. Het hof oordeelt dat de moeder alleen het gezag moet uitoefenen, gezien de impact van de misdrijven op haar en de kinderen, en de onmogelijkheid voor de ouders om samen te werken in het belang van de kinderen.
De vader's verzoek tot schorsing van de beschikking werd afgewezen, omdat het hof in de hoofdzaak uitspraak deed. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van bescherming van de kinderen en de moeder, en de onmogelijkheid van gezamenlijke gezagsuitoefening onder de huidige omstandigheden.