ECLI:NL:GHAMS:2024:168
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot nihilstelling kinderalimentatie afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing van de financiële situatie van de vader
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot nihilstelling van de kinderalimentatie door de vader. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam van 24 mei 2023, waarin de kinderbijdrage voor hun kind [kind 1] op nihil was gesteld. De vader had verzocht om de kinderbijdrage te wijzigen, maar de moeder betwistte dit en stelde dat de vader onvoldoende had aangetoond dat hij niet in staat was om de eerder vastgestelde bijdrage te betalen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2023 werd duidelijk dat de vader, die de Spaanse nationaliteit heeft, in financiële problemen verkeert en geen kinderbijdrage betaalt voor zijn andere kinderen. De vader stelde dat hij ernstige psychische problemen heeft en dat zijn dagelijkse lasten door familie en vrienden worden betaald. Het hof oordeelde dat de vader onvoldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie en dat hij niet had aangetoond waar hij van leeft en hoe hij zijn lasten betaalt. De vader had weliswaar een aantal leningen afgesloten, maar de onderbouwing van zijn financiële situatie ontbrak.
Het hof concludeerde dat de rechtbank de kinderbijdrage ten onrechte op nihil had gesteld en vernietigde de bestreden beschikking. Het verzoek van de vader tot nihilstelling werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van financiële omstandigheden in alimentatiezaken.