ECLI:NL:GHAMS:2024:1650

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
200.333.074/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over onderzoeksbudget in vennootschapsrechtelijke procedure met betrekking tot Vrijburgh Holding B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 februari 2024 een beschikking gegeven in een vennootschapsrechtelijke procedure. De zaak betreft Vrijburgh Holding B.V., die een verzoek heeft ingediend tegen verschillende vennootschappen, waaronder Cashan Beheer B.V. en DP Investments B.V. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de betrokken vennootschappen over de periode vanaf 1 januari 2020. De onderzoeker, drs. I.K. Toxopeus - de Vries, werd benoemd om dit onderzoek uit te voeren en heeft een begroting van € 70.200, exclusief btw, gepresenteerd voor de kosten van het onderzoek. De betrokken partijen hebben bezwaar gemaakt tegen de hoogte van deze kosten, met argumenten dat zij deze niet kunnen dragen en dat een onderzoek niet noodzakelijk is omdat relevante informatie al beschikbaar is. De Ondernemingskamer heeft de bezwaren van partijen overwogen, maar oordeelt dat de begroting van de onderzoekskosten niet onredelijk is. De Ondernemingskamer heeft besloten het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast te stellen op € 70.200, exclusief btw, en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.333.074/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 27 februari 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VRIJBURGH HOLDING B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. A.W. van Meegdenburgen
mr. A.J.M. van Winden, beiden kantoorhoudende te Alphen aan den Rijn,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASHAN BEHEER B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASHAN INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASHAN VASTGOED B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMSTELVEENSE TAXICENTRALE [A] B.V.,
gevestigd te [...] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOVE ON B.V.,
gevestigd te Aalsmeerderbrug,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DP INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
2.
[B],
wonende te [...] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M.J. van Paridon,
mr. M.M. Hovingen
mr. K. Collée, allen kantoorhoudende te Leiden.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 22 en 29 december 2023 in deze zaak.
1.2 Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Cashan Beheer B.V., Cashan Investments B.V., Cashan Vastgoed B.V., Amstelveense Taxicentrale [A] B.V. en Move On B.V. over de periode vanaf 1 januari 2020 en drs. I.K. Toxopeus - de Vries RV te Warmond (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. De Ondernemingskamer heeft de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aangehouden en de onderzoeker verzocht een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en aan de Ondernemingskamer toe te zenden. Daarnaast heeft de Ondernemingskamer bij die beschikkingen, bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure:
- DP Investments B.V. als bestuurder van Cashan Beheer B.V., Cashan Investments B.V., Cashan Vastgoed B.V. en Move On B.V. geschorst;
- mr. drs. D.R. de Breij te Utrecht benoemd tot bestuurder van Cashan Beheer B.V., Cashan Investments B.V., Cashan Vastgoed B.V. en Move On B.V. met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is deze vennootschappen te vertegenwoordigen;
- de aandelen in Cashan Beheer B.V., Cashan Investments B.V., Cashan Vastgoed B.V. en Move On B.V. – met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders – ten titel van beheer overgedragen aan mr. R.J.W. Analbers te Amsterdam.
1.3 De onderzoeker heeft bij e-mail van 7 februari 2024 een plan van aanpak met een begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer toegezonden. De onderzoeker heeft het aantal uren dat het opmaken van een onderzoeksverslag in beslag zal nemen begroot op basis van het plan van aanpak en opgave gedaan van haar uurtarief. De onderzoeker heeft de kosten van het opmaken van een onderzoeksverslag begroot op € 70.200, exclusief btw en exclusief reiskosten.
1.4 De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de advocaten van partijen bij e-mail van 13 februari 2024 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de onderzoekskosten.
1.5 Bij e-mail aan de Ondernemingskamer van 19 februari 2024 heeft mr. Van Paridon namens D.P. Investments B.V. en [B] (hierna: [B] ) gereageerd.
1.6 Bij e-mail van eveneens 19 februari 2024 heeft mr. Van Meegdenburg namens Vrijburgh Holding B.V. gereageerd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
D.P. Investments B.V. en [B] hebben bezwaar gemaakt tegen de omvang van de begrote kosten van het onderzoek. De vennootschappen zijn niet zelfstandig in staat het voorschot of de verwachte onderzoekskosten te dragen, naast de kosten voor de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder en beheerder van aandelen. Daarbij heeft [B] inmiddels zelf inzichtelijk gemaakt hoe een correcte financiële verantwoording eruit dient te zien; een onderzoek is daartoe niet nodig. Partijen kunnen op basis van deze cijfers tot een vergelijk komen waarbij de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder een rol kan spelen. De Ondernemingskamer heeft met betrekking tot de jaarrekening over 2021 op basis van onjuiste uitgangspunten beslist. De belangen van de vennootschappen zijn niet gediend met het door de onderzoeker vervolgen van haar werkzaamheden.
2.2
Vrijburgh Holding B.V. heeft opgemerkt dat de door de onderzoeker genoemde werkzaamheden veelal betrekking hebben op de onderwerpen die al door [C] (hierna: [C] ), de accountant van de vennootschappen, worden behandeld. Het onderzoek zou grotendeels gebaseerd kunnen worden op zijn bevindingen, zodat dubbele kosten kunnen worden voorkomen. Daarnaast hebben de vennootschappen te kampen met liquiditeitskrapte. Een meer kostenefficiënte aanpak van het onderzoek en de timing daarvan (dat wil zeggen de aanvang) is gewenst.
2.3
De Ondernemingskamer oordeelt als volgt.
2.4
De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen begroot (234 uur) en opgave gedaan van haar uurtarief (€ 300, exclusief btw). De onderzoeker heeft de totale kosten van het onderzoek begroot op € 70.200, exclusief btw en exclusief eventuele reiskosten. De bezwaren van partijen komen er samengevat op neer dat de vennootschappen de kosten van het onderzoek niet zouden kunnen dragen en dat een onderzoek naar de financiële administratie en de jaarrekeningen (deels) achterwege kan blijven omdat een en ander al bekend is, door onderzoek van [C] en/of [B] .
2.5
De Ondernemingskamer stelt vast dat de door partijen geuite bezwaren niet zien op de hoogte van het door de onderzoeker gehanteerde uurtarief en ook niet op het aantal uren dat naar verwachting aan de genoemde werkzaamheden moet worden besteed. Partijen hebben in plaats daarvan met name de vraag opgeworpen of het daadwerkelijk verrichten van die werkzaamheden strikt genomen wel nodig is. Daarbij lijken partijen de voorkeur te geven aan het beperken van de omvang van de werkzaamheden door bij het onderzoek gebruik te maken van al bekende gegevens, dan wel de wens te hebben de start van het onderzoek uit te stellen om eerst te bezien of zij in overleg tot een oplossing kunnen komen.
2.6
Ter terechtzitting heeft Vrijburgh Holding B.V. desgevraagd expliciet kenbaar gemaakt dat zij wil dat het onderzoek direct aanvangt. Om die reden heeft de Ondernemingskamer ook meteen de onderzoeker aangewezen. De onderzoeker moet dan in staat worden gesteld het onderzoek zorgvuldig en volledig uit te voeren. De onderzoeker heeft in het plan van aanpak uiteengezet welke werkzaamheden zij ter zake van de in de beschikking van 22 december 2023 genoemde onderwerpen zal verrichten en hoeveel tijd daar naar verwachting mee gemoeid zal zijn. In haar beschikking heeft de Ondernemingskamer bepaald dat de onderzoeker bij het onderzoek naar eigen inzicht gebruik kan maken van de bevindingen uit het door [C] al verrichte onderzoek naar de financiële administratie en de jaarrekeningen van de vennootschappen (r.o. 3.6). Uit het plan van aanpak van de onderzoeker volgt dat zij zich daarvan rekenschap heeft gegeven. Het is echter aan de onderzoeker om te bepalen in hoeverre zij in het kader van het onderzoek van de bevindingen van [C] - of [B] - gebruik kan maken.
2.7
Het staat partijen verder steeds vrij om zelf de bevindingen van [C] en/of [B] te gebruiken om te proberen een schikking te bewerkstelligen. Deze bevindingen kunnen evenwel niet in de plaats van een onderzoek komen. Als partijen menen dat het onderzoek in afwachting van de uitkomst van onderhandelingen nog niet zou moeten aanvangen, kunnen zij in overleg met de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder de onderzoeker vragen haar werkzaamheden tijdelijk op te schorten.
2.8
De Ondernemingskamer ziet in het bezwaar dat de vennootschappen de redelijke onderzoekskosten mogelijk niet zullen kunnen dragen onvoldoende grond van het door de onderzoeker opgestelde plan van aanpak en de begrote bedrag af te wijken. Indien de vennootschappen - of Vrijburgh Holding B.V. bij wijze van voorschot - de redelijke kosten van het onderzoek niet kunnen dragen, dan zal dat ertoe moeten leiden dat de procedure wordt beëindigd.
2.9
De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten zijn aanzienlijk maar komen de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 70.200, exclusief btw. Eventuele reiskosten zijn in dat bedrag begrepen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 70.200, exclusief btw;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.A.H. Melissen, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2024.