Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
‘stills’van) camerabeelden van de directe omgeving van de peeskamer van [aangeefster] aan de [adres 2] – namelijk van de [adres 3] (camera 48) en van de omgeving Nieuwmarkt (camera 56) – rond de tijd van het incident. Op deze scherpe camerabeelden heeft de verdachte zichzelf herkend. Daardoor kan worden vastgesteld dat de verdachte zich op de datum en rond het tijdstip van het incident in de directe omgeving van de peeskamer van [aangeefster] bevond.
‘stills’van) camerabeelden van de voorgevel van [adres 2] waarop de voordeur van de peeskamer van [aangeefster] te zien is. Op deze camerabeelden is te zien dat op
‘stills’van de) camerabeelden van [adres 2] van een zodanig matige kwaliteit zijn dat daarop geen duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken waarneembaar zijn, zodat het hof niet kan vaststellen dat de persoon op de scherpe camerabeelden (de verdachte) dezelfde persoon is als op de (
‘stills’van de) camerabeelden van [adres 2].