Uitspraak
mr. J.H. Fellinger, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. T. van Malssen, kantoorhoudende te Arnhem.
1.Het verloop van het geding
2.De vaststaande feiten
wij bij een (…) anders samengesteld DB zeker zullen overwegen om alsnog tot de door u beoogde regeling te komen”.
niet bereid te zijn tot overdracht van enige aan ons bij wet (Wmcz 2018) toegekende instemmings- en andere rechten aan een CCR, die opereert zonder een door ons geaccepteerd Huishoudelijk Reglement en Rooster van aftreden” en niet eerder dan eind februari/begin maart 2023 op de instemmingsaanvraag te kunnen reageren.
unaniem tot de conclusie gekomen dat wij er niet op kunnen vertrouwen dat de CCR (en haar zelfbenoemde DB) de in artikel 3 van de Wmcz 2018 genoemde behartiging van de belangen van onze cliënten adequaat en in voldoende mate invulling zal geven.”
het haar niet zozeer om de inhoud van de Medezeggenschapsregeling te doen is, als wel om een gebrek aan vertrouwen in vooral het dagelijks bestuur van de CCR”. De LCvV kenschetst het geschil daarom als een dat gaat over gebrek aan vertrouwen, constateert dat van inhoudelijke bezwaren tegen de regeling niet is gebleken en dat er geen locatiegebonden redenen zijn die de uniforme Medezeggenschapsregeling (die na veel inspraak en instemming tot stand is gekomen) in de weg staan. Zij vindt de opstelling van de CR-O onder meer onredelijk waar de CR-O volhardt in een aantal voorgestelde wijzigingen ten aanzien van het huishoudelijk reglement van de CCR, die door de CCR niet ingewilligd worden, hetgeen mogelijk moet zijn gezien diens beleidsvrijheid. Zij acht de keuze van de CR-O om niet zelf deel te nemen in de CCR een gemiste kans en merkt op dat de CR-O voorbij gaat aan het gegeven dat medezeggenschap in een instelling als Stichting Laurens ook aan anderen is gegeven en een collectieve verantwoordelijkheid is. Dat locatie Oranjehoeck al sinds lang geen medezeggenschapsregeling heeft komt mede door de houding van de CR-O, die niet open staat voor compromissen. Die opstelling vindt de LCvV niet redelijk.
3.De gronden van de beslissing
Alvorens de centrale cliëntenraad een standpunt inneemt of een advies uitbrengt aan de zorgaanbieder over een voorgenomen besluit dat meerdere locaties of domeinen betreft dan wel de dagbesteding overstijgt, informeert en raadpleegt zij eerst de betrokken cliëntenraden.
dat Stichting Laurens uitgebreid en concreet heeft toegelicht hoe zulks (marginalisering) juist voorkomen wordt door beleidswijzigingen op zowel centraal als lokaal niveaus voor advies en/of instemming voor te leggen. De commissie ziet dit in de schriftelijke regeling met voldoende waarborgen omkleed terug.”