Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 29 november 2020 te Opmeer , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen, 2, althans een of meerdere horloges (van het merk Rolex en/of Tag Heuer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [benadeelde1] en/of [slachtoffer 4] en/of [benadeelde2] en/of [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
[medeverdachte] en/of andere (thans) onbekende personen op of omstreeks 29 november 2020 te Opmeer , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 2, althans een of meerdere horloges (van het merk Rolex en/of Tag Heuer), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan die anderen en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [benadeelde1] en/of [slachtoffer 4] en/of [benadeelde2] en/of [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van het primair tenlastegelegde
Bewijsoverweging ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde
“(…) zag ik dat er een aantal jongens aan kwamen rennen(het hof begrijpt: de daders van de overval)
en dat zij in die auto sprongen. Vervolgens zag ik dat die auto wegscheurde”,
“(…) die jongens sprongen de auto in en vervolgens reed de auto gelijk weg”en, op de vraag hoe de auto geparkeerd stond:
“(…) met de voorzijde in de richting van de weg, dus klaar om weg te rijden”.
“Ik vroeg aan [verdachte] : “Wat doen jullie om 04.15 uur ’s nachts mannen?” [verdachte] vertelde mij: (…) Ik: “En hoe zijn jullie hier dan gekomen?” [verdachte] : “Wij waren toen het nog licht was met de bus gekomen. Wij wachten op een vriend die ons een lift wil geven.”Ter terechtzitting van het hof heeft de verdachte verklaard dat hij tegen de politie heeft gelogen.
“Ik zei tegen hem(het hof begrijpt: de verdachte)
om op de bijrijdersstoel te gaan zitten. (…) Ik heb hem gevraagd om rechtsvoor te zitten en de motor stond nog aan”. Dit spoort niet met de verklaring van de verdachte dat hij lag te slapen. Tot slot betrekt het hof in zijn overwegingen dat het onaannemelijk is dat de daders van een gewapende overval, waarbij vuurwapens worden gebruikt, in de gereedstaande vluchtauto, waarvan de motor draaide, een onwetende persoon – in dit geval nota bene de gebruiker van de auto – zouden achterlaten, met bijvoorbeeld het risico dat deze persoon er in de auto vandoor zou gaan.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 950,00 (negenhonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de daders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde1] , ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 950,00 (negenhonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
19 (negentien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
€ 1.800,00 (duizend achthonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de daders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde2] , ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
28 (achtentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.