Dit hof heeft in zijn beschikking van 5 september 2023 bij de bekrachtiging van het eerder opgelegde contactverbod (dat duurde van 24 november 2022 tot 23 mei 2023) bij 5.14 overwogen:
“[…] dat alleen al de door de moeder gestuurde Snapchats voldoende grond vormden voor het opleggen van het verbod en de daaraan verbonden dwangsom, hoe ingrijpend ook. Uit de inhoud van de Snapchats blijkt niet alleen dat het gedrag van de moeder (het negatief beïnvloeden van de kinderen tegen de vader) waarvan het patroon al jarenlang zichtbaar was en dat begeleiding van de omgang noodzakelijk maakte, nog onverminderd voortduurde, maar ook dat zij geen enkel inzicht had in de schadelijke gevolgen van haar gedrag voor de kinderen.[…].”
Uit de vele in deze procedure overgelegde berichten volgt dat de moeder het patroon van beïnvloeding via sociale media weer direct na het einde van het eerste contactverbod heeft hervat.
Zo stuurt de moeder op 23 mei 2023 om 24.00 uur een e-mail aan de kinderen met de tekst:
“contactverbod is klaar om 24 uur zie onderstaande stuk uit de uitspraak-Hoera!”.
Op 24 mei 2023 om 5.37 appt zij aan de kinderen:
“As of midnight last night we can text, email, phone & Snapchat. Isn’t it wonderful! Anything going on at school? Love & miss you so much. Can’t wait to see u today @ 3:15. Remember not to be late and to leave directly from school as per Rene’s[de omgangsbegeleider, hof]
instructions. […].”
Op 23 juni 2023 stuurt de moeder [kind 1] deze tekst:
“By the way, I heard from [X] , the Child Welfare Manager that she told you that 50/50 custody (om de week omgangsregeling) was impossible. That is not true. She is not a judge. She should never hurt u like that. I wrote her about that. That is unacceptable behaviour from her. She is there to help you not your Father and is supposed to ensure that your best interests are served, as a child. I am dealing with that.[…].”
Op 27 juni 2023 volgt deze app aan [kind 2] :
“Hi Darling. I have spoken with [X] form Jeugdzorg. Please feel free to WhatsApp, email, snapchat anytime you like before school, lunchtime, in pauzes, and after school. That is the rule. Love you Darling. Always and infinity[…]”.
Op 8 september 2023 appt de moeder aan [kind 2] :
“GREAT NEWS!! Come over whenever you like as per [X] and your Father. If you don’t believe me then call [X] . Love you darling. Always and infinity xoxo Mom.”
Naar het oordeel van het hof blijkt uit deze teksten dat de moeder aan de kinderen trekt. Voor de kinderen zijn dergelijke berichten verwarrend, omdat er destijds nog alleen sprake was van een door de rechter opgelegde beperkte en begeleide omgangsregeling. Daarbij blijkt uit de eveneens overgelegde berichten van de jeugdbeschermer ( [X] ) dat de moeder de boodschap in haar berichten naar de kinderen onjuist weergeeft. Bij de stukken bevindt zich verder een selectie van het app-verkeer in de periode van 24 mei 2023 tot en met 14 september 2023 waaruit naar voren komt dat de moeder vrijwel dagelijks vele berichten naar de kinderen stuurt. Een deel van deze berichten is onschuldig en gaan bijvoorbeeld over een gewenste invulling van een omgangsmoment, of plaats en tijd van een ontmoeting. Uit een deel van de berichten volgt echter dat de moeder van de kinderen verlangt te reageren als zij dat naar de mening van de moeder niet snel genoeg doen, en dat zij zich bemoeit met opvoedkundige zaken als schoolwerk en ruzies van de kinderen met elkaar of een vriend(in). Ter zitting in hoger beroep heeft de moeder daarover desgevraagd verklaard dat de kinderen twee ouders moeten hebben en dat zij als ouder ervoor moet zorgen dat als de kinderen in gevaar zijn en twee maanden niet naar school gaan, je dan alles doet voor je kinderen en zij wel wat moet zeggen. De conclusie die het hof uit een en ander trekt is dat het gedragspatroon van de moeder tot op heden niet wezenlijk veranderd is en dat zij nog steeds niet kan accepteren dat de kinderen bij de vader opgroeien en dat het de vader is die, met ondersteuning van de GI, als gezaghebbende ouder verantwoordelijk is voor de opvoeding, begeleiding en ondersteuning van de kinderen. Het valt te begrijpen dat dit voor de moeder moeilijk te verdragen is, zeker als er terechte zorgen over de kinderen zijn. In het belang van de kinderen zal zij zich echter afzijdig moeten opstellen en moeten respecteren dat de vader als gezaghebbende ouder degene is die de beslissingen over de kinderen neemt. Alleen dan krijgen de kinderen rust en kunnen zij toekomen aan het onderzoeken wat hun eigen en authentieke behoeftes zijn in het contact met hun ouders. Uit het voorgaande volgt dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen en het daarin bepaalde contactverbod onder verbeurte van een dwangsom in stand zal laten. Het hof volgt de moeder niet in haar betoog dat dit leidt tot schending van artikel 8 EVRM, omdat het contactverbod in het bestreden vonnis niet noodzakelijk en niet proportioneel zou zijn. Het contactverbod zoals het nu is vormgegeven geldt als randvoorwaarde voor een (fysieke) omgangsregeling tussen de moeder en de kinderen en is dan ook niet absoluut: de moeder en de kinderen hebben omgang met elkaar binnen de daarvoor door de rechtbank en GI gestelde grenzen die in het belang van de kinderen nodig zijn. Gebleken is dat die omgang goed verloopt en inmiddels ook is uitgebreid en nog verder uitgebreid zal worden. De rust die de kinderen tussen de omgangsmomenten ervaren als zij niet steeds door de moeder worden benaderd, heeft een goede uitwerking op het verloop van de fysieke contacten. Daarmee is het contactverbod een noodzakelijk en proportioneel middel gebleken. Namens de moeder is nog aangevoerd dat voor het creëren van rust ook alternatieven voorhanden zijn, maar zij heeft deze stelling, ook bezien in het licht van de hiervoor besproken omstandigheden niet, althans onvoldoende, onderbouwd zodat het hof daaraan voorbij gaat.