ECLI:NL:GHAMS:2024:1541

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
000013-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding voor rechtsbijstand in beklagprocedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 mei 2024 uitspraak gedaan op een verzoekschrift tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand in het kader van een beklagprocedure. Het verzoekschrift, ingediend op 21 december 2023, betreft een schadevergoeding voor gemaakte kosten van rechtsbijstand ten behoeve van de beklagprocedure en de verzoekschriftprocedure. De advocaat-generaal heeft op 21 maart 2024 aangegeven dat de gevraagde vergoeding kan worden toegewezen. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 14 mei 2024 zijn verzoeker en zijn advocaat niet verschenen.

Het hof heeft vastgesteld dat het eerdere beklag, dat op 15 december 2023 ongegrond was verklaard, de zaak tegen verzoeker heeft beëindigd zonder straf of maatregel. Het hof heeft vervolgens beoordeeld of er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van de gevraagde schadevergoeding. Het hof concludeert dat er gronden van billijkheid zijn voor de toekenning van een vergoeding van € 6.020,36 voor de kosten van rechtsbijstand in de beklagprocedure en € 340,00 voor de verzoekschriftprocedure. De totale vergoeding van € 6.360,36 is toegewezen aan verzoeker, met de opdracht tot onverwijlde betekening van de beschikking.

De beschikking is ondertekend door de voorzitter, mr. A.W.T. Klappe, en de griffier, mr. D. de Jong, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000013-24 (530 Sv)
Rekestnummer klaagschrift 12 Sv: K23/230104
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1966,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. T. Felix,
Keizersgracht 332, 1016 EZ te Amsterdam.

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 21 december 2023 ingekomen.
Op 21 maart 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt inhoudende dat de gevraagde vergoeding kan worden toegewezen.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de beklagprocedure met voormeld rekestnummer en heeft op 14 mei 2024 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker en zijn advocaat zijn met kennisgeving hiervan is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de beklagprocedure met voormeld rekestnummer ten bedrage van € 6.020,36;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij beschikking van dit hof van 15 december 2023 is het beklag met voormeld rekestnummer – waarin verzoeker beklaagde was – ongegrond verklaard. De zaak tegen verzoeker is hiermee geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van de beklagprocedure tot een bedrag van € 6.020,36.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 340,00.

4.Beslissing

Het hof :
Wijst het verzochte toe.
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 6.360,36 (zesduizend driehonderd zestig euro en zesendertig cent).
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.W.T. Klappe, R.D. van Heffen en A.R.O. Mooy in tegenwoordigheid van
mr. D. de Jong als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 14 mei 2024.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van
- € 6.360,36 op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [tnv] o.v.v. [ovv]
Amsterdam, 14 mei 2024,
mr. A.W.T. Klappe, voorzitter.