ECLI:NL:GHAMS:2024:1539

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
000069-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding voor rechtsbijstand in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 mei 2024 uitspraak gedaan op een verzoekschrift dat op 18 januari 2024 was ingediend. Het verzoek betreft de toekenning van een schadevergoeding voor kosten van rechtsbijstand in verband met een strafzaak, met parketnummer 23-003141-21. De advocaat-generaal heeft op 10 april 2024 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt, maar verzoeker en zijn advocaat zijn niet verschenen tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer.

Het verzoek omvat een vergoeding van € 8.377,94 voor kosten gemaakt in de strafzaak en € 340,00 voor kosten in de verzoekschriftprocedure. Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, zoals blijkt uit een eerder arrest van 19 december 2023. Het hof heeft in overweging genomen dat, op basis van artikel 534, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van de gevraagde schadevergoeding.

Uiteindelijk heeft het hof besloten om het verzoek toe te wijzen en kent het een totale vergoeding toe van € 8.717,94 aan verzoeker. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof. De voorzitter heeft tevens de tenuitvoerlegging van de beschikking bevolen, waarbij het bedrag op een specifieke bankrekening moet worden overgemaakt.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000069-24 (530 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-003141-21
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. R.J.E. Berfelo,
Verrijn Stuartweg 1, 1112 AW te Diemen.

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 18 januari 2024 ingekomen.
Op 10 april 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 14 mei 2024 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker en zijn advocaat zijn met kennisgeving hiervan is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 8.377,94
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 19 december 2023 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak tot een bedrag van € 8.377,94.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 340,00.

4.Beslissing

Het hof :
Wijst het verzochte toe.
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 8.717,94 (achtduizend zevenhonderdenzeventien euro en vierennegentig cent).
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.W.T. Klappe, A.R.O. Mooy en R.D. van Heffen,
in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 14 mei 2024.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van
- € 8.717,94 op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [tnv] o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 14 mei 2024,
mr. A.W.T. Klappe, voorzitter.